Boekbespreking.
Schriften des Holland-Instituts in Frankfurt am Main über die Niederlande und ihre Koloniën.
Tot de Nederlanders in den vreemde, omtrent wie het groote Nederlandsche publiek weinig of niets hoort en van wie het dus ook weinig of niets weet, behoort zeker de schrijver van het hierboven genoemde werk, Prof. Dr. M.J. van der Meer, Professor für niederl. Sprache, Literatur und germanische Sprachwissenschaft a.d. Univ. Frankfurt a.M. Ten deele is dit te verklaren uit het feit, dat Z.H.Gel. zich uitsluitend op taalgebied beweegt, waaraan heel weinigen aandacht schenken. En dat is jammer! Vooral de uitgave, die thans voor ons ligt, verdient grooter bekendheid onder de Nederlanders, al is zij bestemd voor Duitschers, zooals de taal meer dan de titel Die Niederländische Sprache doet vermoeden. Uit dezen titel blijkt zelfs, dat het bloed kruipt, waar het niet gaan kan, want als Neerlandisme verschijnt daar Niederländische met een hoofdletter.
Na deze afdwaling - vinde Prof. Van der Meer haar niet al te gewichtig - komen wij tot den inhoud. Bevoegder schrijver over het onderwerp Die niederländische Sprache is voor Duitschers moeilijk, mogelijk heelemaal niet, te vinden. Ten eerste omdat de schrijver blijkt op de hoogte van verleden en heden te zijn: ten tweede omdat hij, naar het ons voorkomt, het werk in zulk Duitsch heeft geschreven, dat de Duitscher het als door een landgenoot geschreven kon achten, wat geen geringe verdienste is. Immers de stof is Nederlandsch, waardoor de geest heel gemakkelijk Nederlandsch blijft. Maar ook Nederlanders, onder wie er genoeg zijn, die een Duitsch boek kunnen lezen en.... verstaan, kunnen er heel wat taalgeschiedenis in vinden, waarvan zij niets weten. De hooggeleerde schrijver laat geen deel der aarde, waar het Nederlandsch als zelfstandige taal nog voortleeft, buiten beschouwing. Wij wijzen hiervoor op het hoofdstuk Die Mundarten, waarvan het 2de deel (Die heterochthonen Mundarten) een overzicht geeft van het Afrikaansch, Negerhollandsch, Westindisch, Amerikaansch, Nederlandsch op Ceilon en dat in Nederlandsch Oost-Indië. Dit hoofdstuk alleen is zoo in overeenstemming met hetgeen het Algemeen Nederlandsch Verbond den Nederlanders steeds voor oogen houdt, dat het werk alleen hierom reeds een eervolle vermelding in Neerlandia toekomt.
Moge de schrijver zijn moeitevol werk met een ruime verspreiding beloond zien. Wij bejammeren het, dat op het ons toegezonden boekje de prijs niet vermeld staat: ieder kooper wil toch gaarne weten, hoeveel hij besteden moet.
's-Gravenhage, Februari 1927.
Dr. M.A. VAN WEEL.