Boekencommissie
1902 - 18 October - 1927
Het zilveren feest der Boekencommissie.
Dinsdag 18 October heb ik namens het Hoofdbestuur aan dr. W. van Everdingen in zijn woning te Bilthoven de zilveren medaille van het Verbond uitgereikt en daarbij de verzekering gegeven van de groote waardeering van het Hoofdbestuur voor den zoo buitengewoon nuttigen arbeid der Boekencommissie, die op genoemden datum 25 jaar bestond.
Ik was er alleen. Slechts bloemen van de ‘Staf’ der Boekencommissie en van familie van dr. Van Everdingen en enkele brieven gaven blijk van meeleven op dezen dag, die toch - meer dan menig ander jubileum - aanleiding had mogen zijn voor een hartelijke huldiging.
De Boekencommissie dankt haar ontstaan aan Rotterdamsch initiatief. Van den aanvang af was dr. Van Everdingen er de ziel van. Hij is de Boekencommissie. Tres faciunt collegium, d.w.z. om een bestuur te vormen, moet men althans met zijn drieën zijn. Er is inderdaad wel een bestuur, maar aan zijn trouwe medewerkers doe ik geen onrecht, wanneer onze waardeering thans in de eerste plaats zijn leider geldt, die feitelijk het bedrijf in handen heeft. Het is mogelijk, dat hij een despoot is, maar dan toch een verlicht despoot, die geen gelegenheid laat voorbijgaan, om zijn dankbaarheid te toonen aan zijn trouwen staf, aan hen dus, die zonder eenige andere vergoeding dan de voldoening, nuttig werk te verrichten en jaar in jaar uit onder zijn leiding de uitgebreide werkzaamheden van het verzamelen en verzenden van boeken, tijdschriften en dagbladen verrichten. Het is geen werk, dat gelegenheid geeft aan den weg te timmeren, de ijdelheid dus niet streelt. Stil gaat men zijn gang. Maar diepe eerbied vervult ons, wanneer wij kennis nemen van 't geen er gedaan wordt.
Sedert haar oprichting verzond de Boekencommissie 2250 kisten boeken, 60 tot 70 Nederlandsche zeemanshuizen ontvangen geregeld leesstof; de bladen - er worden er veel te weinig afgestaan - gaan wekelijks de deur uit; 20 Nederlandsche Vereenigingen in Duitschland ontvangen boeken; Vlaanderen en Fransch-Vlaanderen worden er van voorzien; Zuid-Afrika ontving groote verzamelingen; in den oorlog werden de kampementen van het gemobiliseerde Nederlandsche leger bedacht.
Al die boeken moeten worden gekocht, voorzoover zij niet worden geschonken - ook dit laatste geschiedt veel te weinig -, gerangschikt en verdeeld. Die verdeeling kost veel zorg, want voor elk land, elke plaats en elk adres gelden weer andere eischen.
De dag van 18 October ging stil voorbij, want er is geen geld voor feestvieren; de subsidie van het Hoofdbestuur, vermeerderd met eenige zeer gewaardeerde bijdragen, is nauwelijks voldoende, om de taak eenigszins bevredigend te vervullen. En het Hoofdbestuur worstelt zelf met gebrek aan de noodige middelen voor zijn voortdurend uitbreidende taak. Maar zij, die het werk der Boekencommissie kennen en de velen, die genoten hebben en nog genieten van de vruchten van dat werk, brengen warme hulde aan de trouwe garde der Boekencommissie, en aan haar wakkeren Directeur en Voorzitter, dr. W. van Everdingen, in de eerste plaats.
d.K.