Nederland vooraan in den Tuinbouw.
De Nederlandsche tuinbouwers hebben zich op de Parijsche tuinbouwtentoonstelling dermate onderscheiden, dat de Fransche vakbladen beducht worden voor hun mededinging.
De Fransche tuinbouw achtte zich voorheen meester op zijn gebied. Thans heeft de heer Albert Maumené, directeur van La vie à la Campagne, zich genoopt gezien, (naar de N.R.Ct. heeft medegedeeld) tegen de mededinging der Nederlandsche kweekers te waarschuwen. Hij schreef o.m.:
‘Evenals de Hollanders erkende meesters zijn in de verbetering van hun Friesch en Groningsen melkvee, in de selectie en de teelt van aardappel- en graanrassen, geven zij in hunne culturen van bloemen, groenten en fruit blijk van een onbetwistbaar meesterschap....
Tot dusver bezaten de rozenkweekers uit de omstreken van Parijs en uit het Zuiden van Frankrijk de leiding in de rozenteelt, die een belangrijk handelsobject beteekent, en kenden de broeiers van seringen in de streek van Vitrysur-Seine geen meesters. Thans hebben zij zonder eenigen twijfel mededingers, die, georganiseerd en aaneengesloten, zich van allen vooruitgang op de hoogte houden, en aan een volmaakte techniek en practijk een open oog voor de werkelijkheid paren.
De kweekers van het Westland zenden geheele treinen vol groenten, tomaten, druiven van extra kwaliteit naar de buitenlandsche markten, waar tot nu toe de groenteen fruitkweekers van alle streken van Frankrijk onbetwist de baas waren.’
De heer Maumené zegt aan de Fransche tuinbouwers, dat de Nederlandsche kweekers niet alleen meedingen op de buitenlandsche markten, maar meer en meer gaan leveren aan hun eigen klanten, zelfs op de Parijsche markt. Bloemen 's morgens te Aalsmeer, Haarlem, Boskoop gesneden, worden eenige uren later met een vliegtuig te Parijs frisch bezorgd.
Men mag hier zonder zelfverheffing van een nieuwe overwinning van ons land spreken.