hun leven smeekende boomen en pleitte om genade voor hen:
Maar zie - de boomen breiden smeekende armen,
Maar luister - ik versta hun stille taal
‘O wreede mensch! wij roepen om erbarmen!
Vermoord ons niet, eer zingt de nachtegaal!’
Anderen komen op voor het behoud van de molens, die oud-Hollandsche stoffeering van het landschap waarin de laatste jaren ook danig gehakt is. Gelukkig werd de molen ‘De Rood’ te Delft - trouwens ook andere - gered, waartoe een gedicht van Edw. B. Koster, mede in de Kampioen opgenomen, het zijne kan hebben bijgedragen. Maar hoe vele zijn er in den laatsten tijd niet onherroepelijk verdwenen?
Kent gij het land, dat gij zoo gedachtenloos schendt? zou men den sloopers willen toeroepen.
‘Kent gij het land?’ vroeg hetzelfde blad in zijn nr. van 28 Januari. Slechts weinigen kennen het. Nog eens een steekproef genomen! Kent men bijv. deze bijzonderheid, dat tal van plaatsen denzelfden naam dragen; dat er acht gemeenten Den Haag heeten, vier Zandvoort, zes Vogelenzang, twaalf Den Bosch, 24 Broek, 43 Molenbuurt, Molendijk, Moleneind, Molengat, Molenpolder of Molenstraat enzoovoort? Kent gij het land; weet gij, die tevreden over de wegen peddelt of tuft, bijv. welk een geld en moeite de verbetering en het onderhoud van ons wegennet kosten? Dat millioenen mee gemoeid zijn met het wegenvraagstuk?
En dan de geschiedkundige herinneringen!
In een paar opstellen over Engelsche logementen maakte Maurits Wagenvoort een opmerking over de herinneringen ook aan Nederlandsche logementen verbonden. ‘De Nederlander, schreef hij, loopt meestal in eigen land rond en vindt - wat al véél is, goddank! - het een lief land en zelfs een schoon land, maar hij beseft niet, dat ook hier straatwegen en landwegen “geplaveid” zijn met geschiedkundige feiten. Want zoowel als zijn eigenlandsche letterkunde is veelal zijn eigenlandsche geschiedenis hem onbekend.
In Engeland is dit juist het tegengestelde’.
Wanneer de Kampioen door zulke opmerkingen te plaatsen en door eenvoudige bijzonderheden mee te deelen over ons land de belangstelling poogt op te wekken en te verlevendigen, vindt zij onze hartelijke instemming. Een land goed kennen is de eerste voorwaarde om het lief te krijgen. De gemiddelde Nederlander houdt veel te weinig van zijn land in vergelijking met andere volken.