Neerlandia. Jaargang 30
(1926)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd[p. 73] | |
Hendrik van Veldeke, onze oudste Dichter.Het voorloopige comité tot viering van de 800ste verjaring der geboorte van Hendrik van Veldeke (zie Neerlandia van Juni 1926, bl. 88) heeft een oproep verspreid, waarin het in herinnering brengt, van welke beteekenis Veldekes werk was voor de Nederlandsche letterkunde. Meer dan Maerlant was hij de vader der Dietsche dichters, de eerste die de nog niet op schrift bestaande Nederlandsche taal uit den volksmond opstelde. Hendrik van Veldeke was een merkwaardig man. Wat hij ook als Limburger - d.i. als bewoner van het Duitsche hertogdom Lotharingen - voor deHendrik van Veldeke, naar een miniatuur.
Duitsche taal en den Duitschen zang moge zijn geweest - als eerste schrijver in de Nederlandsche taal rekenen wij hem tot de onzen. Deze schijnbare tweeslachtigheid behoeft geen aanleiding te geven tot een tamelijk nutteloozen strijd: niet minder dan wij kan Duitschland hem eeren als vader der hoogduitsche hoofsche epiek. Ja zelfs de Servatiuslegende, in Nederfrankische streektaal geschreven, is voor de Duitschers van niet gering geschiedkundig belang als strijdschrift voor de toenmalige keizerspartij tegen het Pausdom.1) In de oudste letterkunde was er eigenlijk geen Hollandsch-Duitsche grens2). Een zelfstandige natie was in wording in de ‘lage landen bi der see’ en de stroom der beschaving was oostwaarts, niet westwaarts gericht. Hendrik van Veldeke werd minder door zijn letterkundig talent dan door de keus zijner stof en door zijn maatschappelijke en politieke betrekkingen in alle Duitsche landen tusschen Rijn en Donau beroemd. De inhoud van zijn Servatius voldeed aan de verlangens van machtige partijgroepen van zijn tijd en zijn in het Hoogduitsch geschreven. Eneide en lyrische gedichten waren naar den smaak der geestelijk weinig ontwikkelde, maar machtige ‘welgeborenen’. Dat de dichter van de eerste NederlandscheGedeelte uit de Servatius-legende.
heiligenlegende, den eersten Nederlandschen ridderroman en het eerste Nederlandsche minnelied, een der grondvesters van de Nederlandsche taal, in de Middeleeuwen Europeesche vermaardheid bezat, is voor ieder, die Nederlandsch voelt, een reden om met geestdrift deel te nemen aan deze hulde. Er wordt thans een lijst van beschermheeren. eere-comité en comité-leden opgesteld, waarna een uitgewerkt plan voor de Veldekeherdenking bekend gemaakt zal worden. Het voorloopig dagelijksch bestuur van het Veldekecomité te Maastricht bestaat uit: dr. E.J.H. Jaspar, voorzitter; dr. H.J.E. Endepols, ondervoorzitter; Jhr. J.A.I.H. Graafland, eerste en mr. E.M.E.B. Franquinet, tweede secretaris; J.H. Schöpping, penningmeester, en Mevrouw D. Bogaert - geb. Jkvr. de Stürler de Frienisberg, dr. W.G.M. Indemans en mr. F.I.J. Janssen, leden. |