De Statutenwijziging.
Het Hoofdbestuur deelt mee, dat in het Ontwerp-Wet opgenomen in Neerlandia van September 1924, door de algemeene vergadering van 28 Maart l.l. de volgende wijzigingen zijn aangebracht:
Art. 2, lid 1 wordt gelezen:
Het Verbond beoogt verhooging van de geestelijke, zedelijke en stoffelijke kracht van de volken en volksgroepen, die tot den Nederlandschen of Dietschen stam behooren, en versterking van hun bewustzijn van onderlinge verwantschap.
lid 3:
Tot den Nederlandschen of Dietschen stam worden geacht te behooren de volksgroepen van de Nederlanders, de Vlamingen en de Dietsch sprekende Zuid-Afrikaners, voorts de verspreid wonende leden van die volksgroepen, alsmede de afstammelingen van alle bovengenoemden; wat die afstammelingen betreft: voor zoover zij niet het stambewustzijn verloren hebben.
lid 4:
Tot bevordering van een voortdurend goede verstandhouding tusschen hen, die geacht worden tot den Nederlandschen of Dietschen stam te behooren, en de hierna bedoelde volken en volksgroepen, wijdt het Verbond tevens in den geest van het eerste lid van dit artikel zijn belangstelling aan de volken en volksgroepen van niet Europeesche afkomst, welke een gebied bewonen, waar het Nederlandsch of een andere Dietsche taal als landstaal erkend wordt.
Art. 3, lid 1, 1ste wordt gelezen;
handhaving en verbreiding van de Nederlandsche taal en de andere Dietsche talen, waaronder mede verstaan worden de streektalen, alsmede vergemakkelijking van het aanleeren en het gebruik van deze talen.
en 4de: bij die volken en volksgroepen het bewustzijn te verlevendigen, dat handhaving en versterking van het Nederlandsche volkskarakter en de Nederlandsche beschaving mede in hun belang zijn; een en ander met inachtneming van de schakeeringen, welke in den loop der tijden zijn ontstaan en verder nog zullen ontstaan door het gescheiden leven in verschillend staatsverband en te midden van andere volken.
Art. 4, 12de wordt gelezen: het doen opvoeren en het steunen van de opvoering van tooneelstukken, geschreven in het Nederlandsch of in een andere Dietsche taal;
voorts 22ste:
samenwerking zoeken:
a. | met andere instellingen, min of meer een overeenkomstig doel nastrevend als het Verbond, zonder te nauw toe te zien op het blijven binnen eigen grenzen; |
b. | met gezaghebbende belangstellenden op verschillend gebied. |
en 23ste:
alle andere wettige middelen, welke bevorderlijk kunnen zijn aan het doel van het Verbond.
Artikel 7, lid 2 wordt gelezen:
Om als lid van het Verbond te worden toegelaten, moeten natuurlijke personen den leeftijd van 15 jaren hebben bereikt.
Aan art. 11 zijn toegevoegd:
lid. 3. Men kan ook lid zijn voor het leven tegen een bijdrage ineens van ten minste f 100.- Nederlandsch. lid 4. In de reglementen der groepen en zelfstandige afdeelingen kunnen de genoemde grensbedragen hooger gesteld worden.
Art. 13, lid 2 wordt gelezen:
Het aantal afgevaardigden van elke groep bedraagt: twee, wanneer de Groep ten hoogste 500 leden telt; vier, wanneer de Groep telt meer dan 500, doch niet meer dan 1500 leden;
zes, wanneer de Groep meer dan 1500 leden telt.
In Artikel 27 wordt gelezen;
4: De aanwijzing van de afgevaardigden der Groep in het Hoofdbestuur;
6: de bijdrage der Groep of Zelfstandige Afdeeling aan de Algemeene Kas van het Hoofdbestuur, welke bijdrage in den regel niet minder dan 40% van de jaarbijdragen en van de bijdragen ineens, bedoeld in het derde lid van artikel 11 der leden en begunstigers van die Groep of Zelfstandige Afdeeling zal bedragen, en het tijdstip der storting;
In de Overgangsbepalingen III, lid 2 en IV lid 2 wordt gelezen in plaats van ‘zes maanden’ ‘één jaar.’