Neerlandia. Jaargang 29
(1925)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdJaarverslag van het Hoofdbestuur over 1924.Bij het overzien van den toestand van het Alg. Ned. Verbond, zooals die zich in 1924 heeft ontwikkeld, komt de verslaggever onwillekeurig tot een vergelijking met het voorafgaand jubileumjaar, dat alleen reeds belangrijk was door de welgeslaagde herdenking van het officieel 25-jarig bestaan van ons Verbond. Het jaar 1924 kon niet op zulk een belangrijkheid bogen, had echter tot plicht de herwekte belangstelling in het bestaan en de welvaart van onzen stam levendig te houden en voort te werken aan den herbouw van wat in de moeilijke jaren gedurende en na den oorlog verloren was gegaan, en naar nieuwe uitbreiding te streven. Dat is geschied, al ging en gaat 't nog langzaam. Maar de teruggang in ledental is tot stilstand gekomen, de vooruitgang weer merkbaar, de belangstelling in ons stamleven groeiend. Dat stemt dankbaar en geeft hoop voor de toekomst. Toch moet dit jaarverslag allereerst een treurtoon doen hooren. De dood ontnam ons Hippoliet Meert, den grondlegger van het A.N.V., onder omstandigheden, die deze onverdroten, onbaatzuchtige pionier der Dietsche beschaving allerminst had verdiend. Het Hoofdbestuur was bij de uitvaart te Gent vertegenwoordigd. Wij behoeven hier niet in den breede uit te weiden over zijn groote verdiensten voor onzen stam; die zijn in Neerlandia, na zijn overlijden te Middelburg in November, in het licht gesteld en vastgelegd voor het nageslacht in ons Gedenkboek, waarin hij vooraan treedt onder degenen, die een belangrijke rol in de wording en ontwikkeling van ons Verbond hebben gespeeld. Zijn naam zal een eereplaats blijven bekleeden in de geschiedenis van den Dietschen Stam. | |
Hoofdbestuur.Het Hoofdbestuur vergaderde in 1924 driemaal, telkens met omvangrijke dagorden, die op zich zelf reeds een bewijs gaven van de velerlei bemoeiingen van het Dagelijksch Bestuur, dat in Dordrecht of Den Haag wekelijks bijeen kwam. Het Hoofdbestuur leed een gevoelig verlies door het overlijden van den Vlaamschen afgevaardigde, den heer Johan Kesler, een veteraan in de beweging, die tot de pioniers behoorde, welke te Brussel den eersten steen legden. De heer Dr. N. van Ouderaa (Antwerpen) werd als afgevaardigde der Groep Vlaanderen vervangen door den heer G. van Driessche (Lokeren). Voor het overige bleef de samenstelling van het Hoofdbestuur onveranderd. Het is thans samengesteld als volgt: Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, Eerevoorzitter. Voor Groep Nederland hebben zitting: P.J. de Kanter, Voorzitter, Mr. B. de Gaay Fortman, Secretaris-Penningmeester, Dr. H.W.E. Moller, Overste K.E. Oudendijk, Mr. K.M. Phaff, Prof. Dr. A.A. van Schelven. Voor Groep Nederlandsch-Indië hebben zitting: J.E. Bijlo, J.S.C. Kasteleyn, Dr. W. van Lingen, Th. G.G. Valette. Voor Groep Suriname hebben zitting: Mr. P. Hofstede Crull, Jhr. Mr. J.L.W.C. von Weiler, Ondervoorzitter. Voor Groep Nederlandsche Antillen hebben zitting: Dr. H. Ferguson, O.L. Helfrich, Dr. Th. Lens. Voor Groep Noord-Amerika hebben zitting: Jhr. C.M.E.R.C. von Bose, S.G.L.F. Baron van Fridagh. Voor Groep Vlaanderen hebben zitting: G. van Driessche, M.J. Liesenborghs. Mr. W. Thelen, Omer Wattez, Mr. J. van Winckel. Raadgevende leden: Mr. Ph. R. Botha voor Zuid-Afrika, L.L.W. van Soest, voor het Dietsch Studenten Verbond, Jhr. E.J.M. Wittert, voor den Nederlandschen Bond in Duitschland. | |
[pagina 67]
| |
Werkzaamheden.Als blijvend teeken der werkzaamheid van het A.N.V. dient in de eerste plaats gemeld te worden de uitgave van ons Gedenkboek, dat door bizondere omstandigheden niet in het jubileumjaar kon verschijnen, hetgeen echter op de waardeering geen invloed had. De beoordeelingen in de pers en van koopers waren onverdeeld gunstig en de verkoop gaat nog geregeld door, dank zij de blijvende waarde. Een uitgaaf van gelijksoortige strekking, zij het uit den aard der zaak van voorbijgaand belang, was de kalender 1925, waarvan de samenstelling een omvangrijken arbeid vertegenwoordigt. In woord en beeld, dicht en ondicht, geschiedkundige bizonderheden en wetenswaardigheden geeft hij een opwekkelijken kijk op het breede veld van het grootnederlandsch stamleven. Ook deze uitgaaf had een prachtige pers, maar... de leden van het A.N.V. hebben ze niet loonend gemaakt; integendeel, hoewel slechts de inkoopsprijs werd gevraagd. Besloten werd dan ook met dit toch zoo dagelijks werkende propagandamiddel niet door te gaan, zoolang de leden er niet meer belangstelling voor toonen. Tot stand kwam de Verbondsstandaard, Brugsch kunstnaaldwerk, naar een ontwerp van den Dordtschen bouwmeester H.A. Reus, die ook het ontwerp voor de groote vlag vervaardigde, welke thans in bewerking is en eveneens in onderdeelen en kleuren de drieëenheid van het grootnederlandsch stamgebied verzinnebeeldt. Een der voornaamste motieven is ook hier ‘de drie barken’, de teekening van den Vlaamschen kunstenaar Em. Jacques, welke ook ons draagteeken siert; en die eveneens zijn aangebracht op den in 1924 ingestelden A.N.V.-eerepenning, welke kan worden uitgereikt aan personen, die zich voor den Nederlandschen stam bizonder verdienstelijk hebben gemaakt. Aan deze uiterlijke teekenen kan nog worden toegevoegd de samenstelling van een nieuwe naamplaat voor de vertegenwoordigers van het A.N.V., waarvan de aflevering spoedig kan worden tegemoet gezien. Deze uiterlijke verschijnselen hebben alle haar waarde voor de propaganda, welke met het levende woord sedert September weder gevoerd wordt door den heer Jac. Post, die vroeger reeds zijn sporen op dat gebied verdiend had en thans weder goed werk verricht binnen de landpalen, terwijl het Hoofdbestuur voortdurend er op bedacht is land te bezeilen in den vreemde. En het is verheugend te zien, hoe het werken ook weder doordringt tot de Nederlanders en stamverwanten in de verstrooiing, Zoo kregen we in het afgeloopen jaar voeling met Nederlandsche nederzettingen in Noord-Amerika (de kolonie Neerlandia in Canada) en Zuid-Amerika (Carambehy, staat Parana, Brazilië) en we mochten de voldoening smaken door het zenden van geestelijk voedsel, dank zij de medewerking van den boekhandel, den band met het oude vaderland te versterken. Een uitstekend middel daartoe blijken ook rolprenten betreffende onze stamgebieden. Het Verbond beschikt thans reeds over: een exemplaar van de bekende film Nederland in vijf afdeelingen (waarvoor ook Afrikaansche opschriften beschikbaar zijn om in Z.-Afrika dienst te kunnen doen) en over een kleinere met betrekking tot Ned. Indië, terwijl ook eenige rolprenten werden aangeschaft van jubileumfeesten ter eere van Koningin Wilhelmina, welke in de West met grooten bijval werden vertoond. In binnen- en buitenland bewijzen deze films uitstekende diensten. Reeds hadden vertooningen plaats te Brussel, Kaapstad, San Francisco, Paramaribo, Willemstad, (Curaçao) Duisburg, Delft, Goes, Gouda, Middelburg. Ook beschikt het Verbond over de volgende reeksen lantaarnplaatjes: Groot-Nederland, Zuid Afrika (Boerenoorlog), 's Lands Plantentuin te Buitenzorg, Geschiedkundige verzameling, Zaanstreek, Allerlei. Om oude beproefde middelen ter verbroedering van de stamdeelen weer in eere te herstellen, zijn pogingen aangewend om de Ned. Taal- en Letterkundige Congressen, die na 1912 niet meer gehouden werden, en de Vacantieleergangen voor Vlaamsche en Afrikaansche studenten, sedert 1909 stilliggend, weer in gang te zetten. Ten opzichte der laatste zal de poging gelukken, voor de eerste is nieuwe levensvatbaarheid nog niet gebleken. Een voorloopige commissie, bestaande uit de heeren P.J. de Kanter, Mr. H. de Hoon (te' Brussel), K.J.L. Alberdingk Thijm (Van Deijssel), Prof. dr. G. Brom, Dr. J.B. Schepers, G.G. van As, D. Hans en C. van Son kwam na rijp beraad tot het besluit dat de tijd voor herstel nog niet gekomen is. Vooral de in België en Nederland sterk uitloopende valuta is een belemmering. De Grootnederlandsche beweging zal zich voorloopig met Stamdagen en vakcongressen tevreden moeten stellen. De Grootnederlandsche Studentencongressen kunnen als gangmakers voor herstel der Ned. Taal- en Letterkundige Congressen eveneens goede diensten bewijzen. Het Hoofdbestuur vond daarin aanleiding om in navolging van den bij de jubileumfeesten zoo welgeslaagden stamdag, een tweeden voor 1925 voor te bereiden en zijn medewerking te blijven verleenen aan de Zuidafrikaansche Studentendagen, die de laatste jaren in samenwerking met de Ned. Zuid-Afrikaansche Vereeniging worden gehouden. In 1924 was Rotterdam de ontvangende stad en werd een uitstapje naar Dordrecht aan de reis verbonden. Voor Afrikaners, die in Nederland wenschen te komen studeeren heeft het Hoofdbestuur een geillustreerden gids doen samenstellen, welke binnenkort zal verschijnen. Voor zoover het Hoofdbestuur zelf niet persoonlijk mede kan werken, verleent het zedelijken en stoffelijken steun. O.m. getuigde het daarvan bij het Grootnederlandsch Studentencongres te Leuven, en voor de Vlaamsche studenten daar hoopt het een boekerij beschikbaar te stellen, onder voorwaarden, die een goede verzorging en een zoo nuttig mogelijk gebruik ervan waarborgen. Aan het Vlaamsche Kankercongres schonk het een bijdrage, evenals aan de nieuwe Nederlandsche stichtingen Kapteynfonds en Oranje Nassau Museum. Het comité New-York 1926, opgericht op aanstichting van het A.N.V. en waarin onze voorzitter en secretaris ziting hebben, ontving van het Verbond een bijdrage en. aan de Wereldbibliotheek werd steun toegezegd voor een nieuwe Vondeluitgaaf. Waar in het buitenland grootnederlandsche gedenkdagen worden ingericht, helpt het Verbond naar vermogen. Voor de stambibliotheek werd een partij Afrikaansche leer- en leesboeken aangekocht, die op de Jaarbeurs te Utrecht dienst hadden gedaan om er een beeld te geven van den Afrikaanschen boekhandel; voor de stamgebieden werd medewerking verleend aan het onderzoek, door de zustervereeniging Nederland in den Vreemde ingesteld naar de plaats, die de Nederlandsche geschiedenis en aardrijkskunde bij het onderwijs in verschillende landen inneemt. Op verzoek trad het Hoofdbestuur bemiddelend op voor herstel van een Nederlandsch gezantschap te Teheran. De Minister van Buitenlandsche Zaken droeg sedert aan Mr. A. van de Sande Bakhuyzen op ter plaatse een onderzoek in te stellen naar de wenschelijkheid eener nieuwe diplomatieke vertegenwoordiging in Perzië. Door adressen aan de bevoegde macht steunden we de beweging voor het verkrijgen van een verlaagd tarief voor verzending van drukwerken naar het buitenland, drongen we aan op gelijkstelling van diploma's in de verschillende stamgebieden althans vergemakkelijking van 't verkrijgen van graden en bevalen 't Nederlandsch aan als aangewezen voor het ambtelijk verkeer tusschen Nederland en België, waar onze taal wettelijk gelijkgerechtigd is met het Fransch, al wordt aan de naleving der taalwetten vaak slecht de hand gehouden. Ook het onverkort handhaven der rechten van Nederland in Nieuw Guinea, toen Duitsch kapitaal er wilde gaan exploreeren, werd door middel van een adres aan de Nederlandsche regeering bepleit. Een verkenning van het Oost-Friezen-terrein om zuiver | |
[pagina 68]
| |
geestelijke belangen, veroorzaakte in de buitenlandsche pers gevolgtrekkingen, die een openlijke verklaring van het Hoofdbestuur noodzakelijk maakten, dat alle gedachte aan imperialisme ons vreemd is en het Verbond niet buiten zijn boekje gaat als het de cultureele stambelangen tracht te bevorderen, overal waar dat noodig blijkt. Overtuigd van de waarde eener vriendschappelijke verhouding met zustervereenigingen of instellingen, die den Nederlandschen stam tot eer en voordeel strekken, gaf het Hoofdbestuur blijk van belangstelling bij jubilea als het 100-jarig bestaan der Nederlandsche Handel-Maatschappij, het 40-jarig bestaan van den Nederlandschen Journalistenkring, het 25-jarig bestaan van Oost en West en liet het zich vertegenwoordigen bij de Dr. Herman-Costerherdenking te Leiden en de onthulling van het gedenkteeken voor den samensteller van het meest gebruikte Nederlandsch Woordenboek, Van Dale, te Sluis, nam het deel aan huldigingen van kunstenaars als Lod. van Deijssel en Albert Vogel. En tot slot van dit zeer vluchtig overzicht der bemoeiingen van het Hoofdbestuur, die zich verder in de andere rubrieken van dit verslag afspiegelen, moge als een der gewichtigste en omvangrijkste worden vermeld de voorbereiding der nieuwe Verbondswet, die kortelings haar beslag kreeg en moge worden beschouwd als een bewijs van goede zeemanschap, die de bakens verzet als het getij verloopt en die een open oog toont voor de toekomst. | |
Groep Nederland.Het Dagelijksch Bestuur bestaat uit de heeren: Prof. Dr. A.A. van Schelven, Voorzitter; Mr. Ch. M. Herckenrath Jr., Secretaris; S. van Lier Ez., penningmeester; J. Daman Willems, Pater Fr. B. Kruitwagen; W.J. Lugard; J.N. Pattist; Mr. K.M. Phaff, Dr. Felix Rutten. De taak van dit Groepsbestuur en van het Hoofdbestuur is niet altijd nauwkeurig uit elkaar te houden. Toch wordt zooveel mogelijk gewaakt voor bemoeiing op wederzijdsch terrein en waar mogelijk samenwerking gezocht. Het nieuwe bestuur ontwierp voor de Afdeelingen een gelijkvormig reglement, trachtte de Afdeelingen (voorloopig met niet bevredigend resultaat) te bewegen tot het inrichten van nationale vertelmiddagen voor de jeugd en vond den heer W.J. Goslinga te Haarlem bereid een poging te doen om door middel van de Volksuniversiteiten het streven van het A.N.V. meer bekend te maken. Deze heeft een lezing in de Amsterdamsche Volksuniversiteit gehouden met lichtbeelden uit onze verzameling, voor dat doel vermeerderd met verscheiden nieuwe plaatjes, betrekking hebbend op de geschiedenis van het A.N.V. Moge deze geslaagde proef door verdere gevolgd worden. Om te voorkomen dat Nederlandsche landverhuizers bij het voor goed verlaten van den vaderlandschen bodem hun afkomst vergeten, wordt hun door bemiddeling van de vereeniging Landverhuizing (directeur Jhr. J.C.C. Sandberg, Bezuidenhout 30 Den Haag) een rondzendbrief gegeven, waarin het Groepsbestuur aandringt op trouw aan onzen stam. En om de broederschap met de Vlamingen te bevorderen is het nog pas ingegaan op het uit Brussel gekomen voorstel in Nederland een staf van peters en meters te kweeken voor Vlamingen, die zich door Nederlandsche geestelijke hulp willen ontwikkelen. Ter algemeene verhooging van het stambewustzijn in ons land ontwierp het voorts het plan om, in samenwerking met de Wereldbibliotheek, in den loop van het jaar 1925 een bundel beschrijvingen van persoon en werk van een aantal Voortrekkers van den Nederlandschen Stam - Noord-Nederlanders, Vlamingen en Zuid-Afrikaners - uit te geven, met den druk waarvan spoedig een aanvang zal worden gemaakt. Als bewijs voor de verlevendigde belangstelling in ons streven, kan gelden dat met hulp van den administrateur en den propagandist verloren terrein werd herwonnen: zoo werden de Afdeelingen Alkmaar, Gouda en Maastricht tot nieuw leven gewekt en verschillende andere afdeelingen gaven meer teekenen van leven, ook door geldelijken steun van het Groepsbestuur. De Groep telt thans 32 afdeelingen, gevestigd te: Alkmaar, Amsterdam, Arnhem, Assen, Breda, Brielle, Delft, Deventer, Doesburg, Dordrecht, Enschedé, Gouda, 's-Gravenhage, Groningen, Haarlem, Harderwijk, 's-Hertogenbosch, Hoorn, Leeuwarden, Leiden, Maastricht, Middelburg, Rotterdam, Schiedam, Utrecht, Vlissingen, Wageningen, West-Zeeuwsch Vlaanderen, Zaanstreek, Zutphen, Zwolle. De afdeeling 's-Gravenhage, onder aanvoering van haren geestdriftigen en toegewijden voorzitter, Overste Oudendijk, richtte in 1924 een Stamcongres in, dat beoogde bevordering der volkskracht en sterking van het stambewustzijn der Nederlanders.Ga naar voetnoot1) | |
Groep Vlaanderen.Met deze Groep wil het nog niet zooals wij en allen, die het wel meenen met onzen stam en zijn vertakkingen, het zouden wenschen. Het Verbond in Vlaanderen, waar het eenmaal ontstond en een mooi aantal afdeelingen had, lijdt onder dezelfde verdeeldheid, die gansch het Vlaamsche volk, ondanks zijn getalsterkte, zwak doet staan tegenover zijn vijanden. Wij danken onze mannen in Brussel en Lokeren voor de wijze, waarop zij de Verbondsgedachte door geestelijk verkeer levendig houden, maar wij mogen niet rusten voordat in de voornaamste Vlaamsche steden weer takken zijn ontsproten aan den alouden stam. En dat kan als Vlamingen van allerlei slag, mits zij het gemeenschappelijk stambelang voor oogen houden, zich weer in onze gelederen scharen. De Vlaamsche belangen zullen er des te veelzijdiger door tot hun recht komen. Voor den bloei van het Verbond in Vlaanderen is het noodzakelijk, dat de Vlamingen het Verbond buiten de binnenlandsche politiek laten, het hoog en zuiver houden als terrein van samenkomst voor allen, onverschillig tot welke partij behoorend, die willen samenwerken aan de verhooging van het beschavingspeil naar Vlaamsche behoefte. De heer M.J. Liesenborghs lichtte de lezers van Neerlandia geregeld in over de stroomingen in de Vlaamsche beweging, zoodat men zonder partij te kiezen, kennis kon nemen van wat er woelt en werkt in Vlaanderen. De ziel onzer herboren Groep is en blijft, ofschoon Lokeren zich ook krachtig weert, voorloopig Brussel, waar het Kunstgenootschap De Distel weer onder de vleugelen van het A.N.V. tot nieuw leven kwam en voor de Nederlandsche cultuur een belangrijke factor is, evenals de Vlaamsche Club en het Holland Huis, die zelfstandig werkend, toch ook onze belangen zijdelings behartigen en veel kunnen bijdragen tot verbreiding der Nederlandsche beschaving en tot een betere verhouding tusschen Nederland en België. Daar het den afgevaardigden van Groep Vlaanderen in het Hoofdbestuur vaak moeilijk blijkt de vergaderingen in Den Haag bij te wonen, werd overeengekomen, dat het Dag. Bestuur van het Hoofdbestuur nu en dan naar Antwerpen zou komen om de bizondere Vlaamsche belangen, waaronder ook die van Fransch Vlaanderen, waar de Stambeweging eveneens opleeft, beter te behartigen. Het verlies, dat ook de Groep leed door het overlijden van den heer Johan Kesler, vermeldden wij reeds. Hem kon bij de groeve, die zijn stoffelijk omhulsel zou bevatten, rustig de eer gegeven worden, die hem toekwam. Niet aldus bij den in ballingschap gestorven grondlegger van het A.N.V., den onvergetelijken, bescheiden heer Meert, bij wiens begrafenis zich zulke onverkwikkelijke tooneelen afspeelden. Ook Groep Vlaanderen is zich bewust wat ze verloren heeft aan dezen Grootnederlander. Het Bestuur der Groep is thans als volgt samen- | |
[pagina 69]
| |
gesteld: Voorzitter: Omer Wattez; Ondervoorzitter: Mr. J. van Winckel; Secretaris-Penningmeester: M. Stijns; leden: Mr. W. Thelen, Dr. W. van Eeghem, M.J. Liesenborghs en G. van Driessche. Moge dit bestuur er spoedig in slagen het getal takken te vermeerderen ten spijt van mislukte pogingen. Groep Vlaanderen heeft thans 317 leden, zoolang haar ledental niet wederom duizenden telt, is er geen reden tot voldoening. | |
Zuid-Afrika.Ofschoon Zuid-Afrika nog niet als Groep weer meetelt, laten wij hier toch dit gebied volgen als gelijkgerechtigd in den driebond. De laatste jaren scheen het of door misverstand verwijdering zou ontstaan tusschen Nederlanders en Afrikaners. De groote afstand en onbekendheid hier met de ontwikkeling van het jonge Afrikanerdom werkte haar in de hand. De noodzakelijkheid van samenspreking werd gevoeld en na het bezoek van Dr. Viljoen, den superintendent van onderwijs in de Kaap, werd eveneens in samenwerking met de Ned. Z.A.V. de komst van Prof. J.J. Smith, hoogleeraar te Stellenbosch voorbereid. Die persoonlijke kennismakingen en studiereizen brengen heel wat klaarheid. Wij weten nu, dat de Afrikaners het ouderlijke stamhuis verlaten hebben, omdat zij zich zelfstandig en krachtig genoeg voelden een eigen huishouden op te zetten, maar ook dat zij hun afstamming niet vergeten zullen en als belangrijk deel van den Dietschen stam blijven meewerken aan zijn groei. Wij verheugen er ons over dat de Vlamingen naar het beschaafd Nederlandsch streven (dat is zoo vlak aan onze deur ook van het grootste belang), maar kunnen begrijpen dat het Afrikaansch, dat zich langzamerhand ontwikkeld heeft tot een zelfstandige taal, het best de dreigende overheersching van het Engelsch kan tegengaan en dat de Dietsche cultuur er het best in Zuid-Afrika door bevorderd wordt. Een gelijken geest ademde de nota, op verzoek van het Dag. Bestuur door den heer Ph. Botha, over de toekomst van het A.N.V. in Zuid-Afrika opgesteld, die wel bestrijding vond bij onze vertegenwoordigers in Zuid-Afrika, maar ook waardeering. De gedachtenwisseling over dit belangrijk vraagstuk biedt het Hoofdbestuur een richtsnoer voor zijn houding ten opzichte van Zuid-Afrika, waar het van het grootste belang is - dat heeft ook de door Afd. Kaapstad ontvangen Synode bewezen -, dat Afrikaners en Hollanders als goede Dietschen samengaan voor het gemeenschappelijk stamideaal. Het Nederlandsch zal in Zuid-Afrika niet verloren gaan. Dat het Nederlandsche boek er den laatsten tijd weer meer gevraagd wordt, bewijst dat het voor den Afrikaner zijn cultureele waarde behoudt. En de Afrikaansche studenten, die in Nederland komen studeeren en het gepromoveerd verlaten, zullen een levend getuigenis zijn van de waarde der Nederlandsche beschaving ook voor jong Zuid-Afrika. Dat het Verbond er nog zoo zwakken voet heeft, geeft een gevoel van onvoldaanheid. Buiten Kaapstad is er weinig leven. Mogen de afgezanten van Zuid-Afrika, in hun vaderland teruggekeerd, hun land- en stamgenooten overtuigen van den plicht tot eendrachtige scharing om de Dietsche banier. Een uitnemend middel tot uitbreiding onzer beweging daar, zou zijn het tegenbezoek van welsprekende Nederlanders op het voetspoor van prof. Casimir. Tot de naaste propagandistische wenschen van het Hoofdbestuur behoort ook een bezoek van een of meer Verbondsleiders aan het land, dat nog altijd uitloopt in ‘De Goede Hoop,’ | |
Groep Ned. Oost-Indië.Een zelfde wensch hebben we ten opzichte van Insulinde, omdat ook daar de groote afstanden, naast andere onvermijdelijke oorzaken, belemmerend werken op den groei der Groep. Persoonlijke kennismaking en besprekingen leiden zooveel sneller tot eenswillende samenwerking. Het Groepsbestuur te Batavia is thans samengesteld als volgt: H.E. Steinmetz, Eere-Voorzitter; Ch. J.I.M. Weiter, Voorzitter; J. W Roessingh van Iterson J. Azn., Secretaris-Penningmeester; J.A. Deknatel, Mej. C.E. Draayer, F.G.J. van Emden, P.J. Gerke, J. Hardeman, Raden Aria Prof. Dr. Hoesein Djajadiningrat. P.A. Mandagie, W. Muurling, R.P. de Queljoe, Dr. A.A.L. Rutgers, Mr. L.J.A. Trip, Ir. M.H.C. Vreede, Leden; C. Hillebron, Administrateur, Het doet wat het kan om belangstelling te wekken en nuttig werk te verrichten in het bizonder door de leergangen, waarmede de Groep, ondanks de om geldelijke redenen noodzakelijk gebleken inkrimping, op zoo gelukkige wijze de Nederlandsche beschaving mede in Insulinde helpt verspreiden. Dat in het Groepsbestuur ook zitting heeft een zoo hoogstaand Indonesiër als de hoogleeraar. Dr. Hoesein Djajadiningrat, wijst op het streven naar de zoo gewenschte samenwerking tusschen Nederlanders en Indiërs, welke hier te lande o.m. bevorderd wordt door den Javaanschen dichter Raden Mas Noto Soeroto, wiens tijdschrift ‘Oedaya’ (Opgang) door het Hoofdbestuur wordt gesteund. Voor de beoefening van het Nederlandsch schijnt het gewenscht voor N.O.I. een vereenvoudigde spelling toe te passen. De Nederlandsche Regeering moge dit in het oog houden. De Groep heeft nog maar 6 afdeelingen, van welke Oostkust van Sumatra (Medan) weer meer teekenen van leven geeft. Semarang werd heropgericht door de krachtige bemoeiingen van den heer H.A. Kooy, een beproefd vriend van het A.N.V., gelijk dat zich ook toonde de heer Roesingh van Iterson. | |
Groep Suriname.Dank vooral de onverdroten werkzaamheid van den Secretaris, den heer Oudschans Dentz, handhaafde deze Groep zich in het verband onzer organisatie. Bijeenkomsten als die, waarop de rolprent Nederland met grooten bijval werd vertoond, zijn echter te zeldzaam; Dietsche kunstavonden zijn ook voor onze overzeesche bezittingen een uitnemend middel om de saamhoorigheid en belangstelling in het wel en wee der deelen van onzen stam te onderhouden. De Groep had het verlies te betreuren van haar bemind bestuurslid Mr. L.J. Rietberg, die gedurende de waarneming van het gouverneurschap overleed. | |
Groep Ned. Antillen.Ook voor deze Westindische Groep geldt de zooeven geuite wensch. Zij trachtte den band met het moederland hoofdzakelijk te versterken door het vertoonen van de jubileumrolprenten der de laatste jaren gehouden Koninginnefeesten. De bevolking van Willemstad bleek zeer ingenomen met dit Koninklijk bezoek in bewegende beelden en de ‘Hollandsche zangers’ namen deze gelegenheid te baat om het Nederlandsch lied te bevorderen. Ook deze Groep had het verlies te betreuren van een warm Verbondslid, den heer H. Meerdink, die drie jaren haar voorzitter was geweest. | |
Groep Noord-Amerika.Deze Groep, nog jong en dus in haar ontwikkelingstijdperk, zal wel een krachtige tak aan onzen stam worden. Ondanks de pogingen, vooral van den Groepssecretaris, den heer F.E.H. Gebhardt van Roonburgh, om de verbinding tusschen de 6 Afdeelingen (Boston, Chicago, Chicago-Roseland, Minneapolis, Nieuw-Nederland, Paterson) te onderhouden, zijn de groote afstanden in het land oorzaak, dat men daarmede slechts langzaam vordert. Door gebrek aan contact is de band onder de leden nu nog niet sterk genoeg. Het Groepsbestuur heeft ter versteviging van dien band een ledenlijst doen verschijnen, voorafgegaan door een opwekking van den voorzitter, den heer A.v.C.P. Huizinga, die in 1924 een paar maal in Europa vertoefde, waardoor het Dag. Bestuur in de gelegenheid was de belangen der Groep | |
[pagina 70]
| |
Noord-Amerika met hem te bespreken. Een eerste voorwaarde voor haar bloei wordt geacht dat de Nederlanders en stamverwanten in Amerika doordrongen worden voor zich zelf en de verschillende Dietsche stamgebieden van de noodzakelijkheid der bevordering van de Nederlandsche cultuur en het onderhouden der historische banden van bloedverwantschap en geestesgemeenschap. | |
Zelfstandige Afdeelingen.Haar aantal bedraagt 10. Dat wijst op verhoogde belangstelling in het buitenland. Zoo herleefde Leipzig, dank zij medewerking van Consul Knobel, die in verscheiden oorden van de wereld, waar hij een consulair of gezantsambt bekleedde, zich steeds een goed vriend van het A.N.V. toonde, evenals Dr. Hendrik Muller, die eerst de voorganger was in Roemenië en in 1924 na zijn overplaatsing naar Praag als gezant den stoot gaf voor de oprichting van een Afd. Tsjecho Slowakije. De Nederlandsche Gezant te Londen, Jhr. Mr. R. de Marees van Swinderen, toonde ook zijn belangstelling, toen de algemeene voorzitter en de administrateur zich in het najaar naar Londen begaven om met het bestuur der vereeniging Winteravondlezingen te beraadslagen over de stichting van een Zelfstandige Afdeeling, welke poging met gunstigen uitslag werd bekroond. Het Hoofdbestuur waardeert zeer de medewerking en belangstelling van Nederlands officieele vertegenwoordigers in het buitenland en hoopt dat ook andere hoofdsteden zullen volgen in de wassende rij der Afdeelingen. Afd. Parijs wordt voorbereid. Berlijn zou van veel grooter belang voor ons kunnen worden als de daar bestaande Nederlandsche Vereenigingen een belangengemeenschap vormden binnen het kader van het A.N.V. Die gemeenschap behoort zich trouwens ook over andere gebieden uit te breiden, waar nog onontgonnen terreinen op bearbeiding wachten. Zij vragen naar de middelen: geld, werkkracht, tijd, die in onvoldoende mate aanwezig zijn. Toch doet het Dag, Bestuur naar vermogen, wat het in dezen kan doen en het zou meer en sneller zijn doel bereiken als de over heel de wereld verspreide Nederlanders, Vlamingen, Afrikaners en afstammelingen in hun gebied de harten warm en de geesten vaardig maakten voor de Dietsche gedachte. Door zijn Zelfstandige Afdeelingen heeft het Hoofdbestuur buiten zijn groepen verbinding met: Berlijn, Bloemfontein, Bremen, Kaapstad, Keulen, Leipzig, Londen, Roemenië, Tsjecho-Slowakije; door zijn vertegenwoordigers met Ahwaz, Bangkok, Baranquilla, Barcelona, Barquisimeto, Budapest, Cairo, Caracas, Colombo, Constantinopel, Colon, Duinkerke, Durban, Emden, Frankfort a.M., Genua, Hamburg, Havana, Hongkong, Ismalia, La Guaira, Manaos, Maracaibo, Melbourne, Mexico, Nice, Nijlstroom, Panama, Potchefstroom, Puerto-Cabello, Rio de Janeiro, Rome, Rosario, Santa Fé, Shanghai, Singapore, Stockholm, Sydney. | |
Boekencommisie.De ontvangsten bedroegen f 4505,18, de uitgaven f 3913,48. In het geheel werden 38 kisten boeken verzonden, sedert de oprichting in 1902: 2113. De verzendingen hadden plaats naar: Philipsburg (St. Maitijn) W.L. Mechelen, Emden, Sydney (Can.), Kaapstad, Lichtschip Maas, (Nieuwe Waterweg), Hr. Ms. Schorpioen, Gorcum, Duisburg, Recklinghausen, Berlijn, Carambehy (Brazilië), Garoet, Ganda (Port. West-Afr.), Iserlohn, Elten, Ternate (O.I.). Het aantal adressen over de wereld, waarmee de Boekencommissie verbinding heeft is: 385. Zij heeft vooral behoefte aan meer geldmiddelen en bladen ter wekelijksche verzending. | |
Taalcommissie.Deze Commissie, die sommigen liever Taalwacht zagen gedoopt, omdat er nog meer haar streven door zou tot uiting komen, werd in 1924 onder het Hoofdbestuur gebracht, omdat haar bemoeiingen langzamerhand de Nederlandsche grens overschreden. Wie met haar kritische bemoeiing voor de eerste maal in aanraking komt, erkent meestal niet dadelijk haar goed recht van bestaan, maar komt bij nadere kennismaking tot de erkenning, dat er in boek, krant, tijdschrift en ambtelijke stukken heel wat gezondigd wordt tegen onze schoone taal en eindigt vaak met bekeerling te worden. De thans afgetreden Commissaris der Koningin in het gewest Gelderland bewees het streven der Taalcommissie en haar aanzien een grooten dienst door de gemeenten in zijn gebied aan te schrijven zich ten dienste der zuivere opstelling van ambtelijke stukken de bekende Woordenlijst der Taalcommissie aan te schaffen, waarvan thans een vierde druk ter perse is. Zijn voorbeeld werd door verschillende ambtgenooten nagevolgd. Het Hoofdbestuur heeft in den geest der Taalcommissie bij de Nederlandsche Regeering aangedrongen om een belasting te heffen op vreemde opschriften. Door maandelijks in Neerlandia op ‘alledaagsche bokken in het gesprek’, taalslordigheden en fouten, op het noodeloos gebruik van vreemde woorden en ongerechtigheden te wijzen, onderhoudt zij den strijd tegen verbastering onzer taal. De wedstrijden, die zij nu en dan uitschrijft, vinden zelfs bijval in Zuid-Afrika. Zij vervult dus met eere haar nederige taak in de veelzijdige werking van ons Verbond en dat dankt zij in de eerste plaats aan haar voorzitter, Dr. M.A. van Weel, ter zijde gestaan door de heeren Mr. C. Bake, D. Hans, Mr. F. Heuvelmans en J.W. Oosterveen. | |
Neerlandia.Ons maandblad voltooide zijn 27sten jaargang. De redacteursproef werd na het vertrek van den heer J.J. Bruna, wiens Dietsche Kantteekeningen de veelzijdigheid van het orgaan ten goede kwamen, niet vernieuwd. Het kwam onder leiding van een Redactiecommissie, waarin elke Groep vertegenwoordigd is. Voor een vereenigingsorgaan is dat ook een eisch van rechtvaardigheid en zijn aard wordt miskend als men er een strijdschrift van wil maken van een bepaalde partij. Het moet ‘van heinde en ver een wereldkoor’ doen hooren, waarin de verschillende stemmen in de stamgebieden zelf aangeheven, zoo zuiver mogelijk weerklinken. De redactie streeft dan ook naar de leden van het Verbond door goede briefschrijvers uit die gebieden onpartijdig te doen inlichten over hetgeen er met betrekking tot ons stamleven gebeurt, getuige o.m. de reeks artikelen over Vlaamsche Toestanden van het redactiecommissielid Liesenborghs. Ons tijdschrift zou, indien de middelen het toelieten, een veel grooter omvang moeten hebben, maar de Redactie moet binnen het bescheiden budget roeien met de riemen, die ze heeft. Zij tracht met woord en beeld een overzicht van het Verbonds- en stamleven te geven. Ieder lid, waar ter wereld zich ook ophoudend, kan nu en dan gegevens verstrekken, die den inhoud van Neerlandia belangrijker kunnen maken en ieder die meent iets in het belang van ons streven in het midden te moeten brengen, vindt een beperkte plaatsruimte, mits die meening op niet voor anderen krenkende wijze wordt onder woorden gebracht. | |
Geldmiddelen.De begrooting beweegt zich de laatste jaren om het eindcijfer f 30,000.- en spiegelt daarin de begrensdheid af van ons kunnen. Gelukkig zijn er verscheiden leden, die meenen met niet minder dan f 5.- als jaarbijdrage te kunnen volstaan. Ons vast Steunfonds en ons zeer bescheiden los fonds brengt 's jaar s ruim 5000 gulden op. De Nederlandsche Regeering verminderde bij de algemeene bezuiniging de rijkssubsidie met 1000 gulden, hoewel verhooging met tienduizenden voor het behartigen der taal- en stambelangen over heel de wereld geen overbodige weelde ware geweest. Gelijksoortige verbonden in andere landen worden met ruime hand gesteund | |
[pagina 71]
| |
in hun nationale propaganda in het buitenland. Dat mogen allen bedenken, die er van overtuigd zijn, dat het A.N.V. een grootsche taak te vervullen heeft in de bevordering der Nederlandsche cultuur. Het Hoofdbestuur zou daarom zeer goed groote giften van kapitaalkrachtige Nederlanders in binnen- en builand kunnen gebruiken en ook zeer gebaat zijn met legaten, die het veel te schaars ten deel vallen. In 1924 kwam het legaat van wijlen Mej. A. Sjoers, groot f 1000.-, vrij. De verspreide leden in het buitenland, vroeger tot Groep Nederland behoorend, vallen sedert 1924 onder het Hoofdbestuur, welks inkomsten daardoor vermeerderden. De schade, die de Groep er door leed, werd door een subsidie vergoed. Het Hoofdbestuur steunt trouwens, voorzoover het in zijn vermogen ligt, gaarne alle Groepen en Afdeelingen voor een bepaalde werkzaamheid. Wie het jaarlijksch budget mee wil opvoeren, gedenke de kas bij wijlen of brenge nieuwe leden aan. Alle beetjes helpen! | |
Het Kantoor.Na 27 jaar in de oude Merwestad gevestigd te zijn geweest, wordt het kantoor weldra naar de Hofstad verplaatst. De vestiging van den Algemeenen Secretaris-Penningmeester te Amsterdam, nadat reeds geruimen tijd de Algemeene Voorzitter door vestiging te 's-Gravenhage voor dagelijksche raadpleging over de loopende zaken te Dordrecht niet meer beschikbaar was, heeft den doorslag gegeven bij het desbetreffend besluit van het Hoofdbestuur. Wij kunnen ons voorstellen, dat in het bijzonder Dordtenaars die verplaatsing betreuren. De woning van Dr. Kiewiet de Jonge en later een noodig gebleken zelfstandig kantoor zijn getuige geweest van vestiging, ontwikkeling, groei en bloei, voor- en tegenspoed en Dordrecht was als tusschenstation tusschen Noord en Zuid de aangewezen plaats voor de hoofdbestuursvergaderingen, Dordt had dus wel historische rechten. Het Hoofdbestuur heeft deze rechten, waarvoor het zelf zooveel gevoelt, geëerbiedigd tot deze het tegenover den drang der noodzakelijkheid moesten afleggen. Bovendien moet erkend worden, dat 's-Gravenhage voor de uitbreiding van den Verbondsinvloed nieuwe mogelijkheden opent. Tevens wordt nu de noodige plaatsruimte verkregen voor de inrichting van een Stammuseum en Stamboekerij. En gelukkig gaan de beproefde krachten, die jaren lang het omvangrijke en zich steeds uitbreidende administratieve werk verrichtten, mede. Laat ons hopen, dat de verplaatsing van het kantoor, welke samenvalt met een nieuwe ontwikkeling, een tijdperk van nieuwen bloei zal inluiden. Het zal te sneller aanbreken naarmate de verschillende stroomingen in onze beweging er in slagen dezelfde bedding te bereiken om te zamen den grooten stroom te vormen, die alle hindernissen zal kunnen overwinnen, welke de bereiking van het doel in den weg staan. |