De Compagnie.
In een bespreking van de Geschiedenis van Nederlandsch-Oost-Indië, door G. van Duinen, leeraar aan de Kweekschool van het I.E.V., schrijft A. de G. de volgende woorden, die weerklank zullen vinden bij vele Verbondsleden: ‘Het heeft me veel genoegen gedaan, dat de schrijver gebroken heeft met de modezucht om vooral de misbruiken waaraan de Companie te gronde ging, breed uit te meten. Vooral bij onze Inlandsche medeburgers is de indruk gewekt, dat de V.O.C. zoo ongeveer de samenvatting was van alle uitzuiging, knevelarij en verdrukking, terwijl het verschijnsel over de geheele wereld waar te nemen viel.’