Neerlandia. Jaargang 28
(1924)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdHet Vlaamsche Volkstooneel.Met groote belangstelling hebben wij kennis gemaakt met het Vlaamsche Volkstooneel, dat in Den Haag Marijken van Nijmegen is komen spelen. Ziehier een nieuwe uiting van het streven naar verjonging van ons Tooneel. Het gezelschap, dat deze bloedrijke vertooning gaf van een wat verzwakt laat-middeleeuwsch spel, heeft zijn weg scherp afgebakend. Het wil, naar Wies Moens in het R.K. Weekblad ‘Roeping’ heeft geschreven: ‘den draad van onze meest-levenskrachtige kunsttraditie: de gothiek en het middeleeuwstheater, vastknoopen aan de schoonheidsdroom van de levende generatie.’ Wie de voorstelling van 14 November bijwoonde, zal aanstonds toegeven dat ten eerste het oude spel een volkomen gedaanteverwisseling had ondergaan; ten tweede het aldus diepe ontroering vermocht teweeg te brengen. Wanneer een stampvolle zaal tot ademloos toezien wordt gedwongen op het onwaarschijnlijkste oogenblik van 't verhaal (Marijken uit den hemel gevallen), dan moet wel groote kunst aan het werk zijn. Of deze jongeren bij de aankleeding van dit stuk den juisten weg al gevonden hebben, behoeven wij hier niet te beoordeelen. Onze tijd verlangt minder goed en af dan: iets eigens. Dat was er, en aan de bedoeling ‘het primitieve spel in een moderne atmosfeer over te brengen’ werd voldaan. Er is overtuiging en bezieling in het Vlaamsch-Nederlandsche drietal leiders - Joh. de Meester Jr., Ger. Rutten, Karel Albert, van wie de laatste de pittige muziek gaf - en in de voortreffelijke spelers die de hoofdrollen vervulden.Ga naar voetnoot*) Het Vlaamsche Volkstooneel stelt zich ten doel ‘het eigen nationaal karakter op de planken te brengen’. Deze geslaagde poging was een nieuw, verblijdend teeken van geestelijke levenskracht uit het Zuiden. |
|