De stip op de wereldkaart.
Bij het bezoek der Amerikaansche spoorwegmannen aan Amsterdam, werd in Tuschinsky de rolprent Nederland van de Vereen. ‘Nederland in den Vreemde’ afgedraaid, die ons buitengewoon trof. Misschien was het de aanwezigheid van zooveel vreemdelingen, in wier gedachtengang bij het zien van zulk een nationale voorstelling gij u onwillekeurig verplaatst, die maakt dat gij het vertoonde met geheel andere oogen bekijkt, dan wanneer gij temidden van gewone bioscoopgangers zit. Misschien is het ook de bijzonder gelukkige wijze waarop de samenstellers dezer rolprent 's lands grootheid hebben doen uitkomen in het kleine, dat den toeschouwer oogenblikken geeft van ware ontroering.
Eerst ziet men het uitspansel, dan verschijnt de aarde alleen. De werelddeelen teekenen zich op den aardbol af. Nederland ontwaart gij nu tusschen al die groote wereldrijken als een stip. Er schiet ergens uit den Oceaan een pijl naar voren om die stip aan te wijzen: de vreemdeling zou ze anders niet vinden. Wat een kracht is er de eeuwen door van die stip uitgegaan! Verbeeld u, dat naar evenredigheid al die groote landen zooveel hadden uitgericht. - De aardbol draait en Indië wordt zichtbaar. En nu beginnen van daar naar alle landen blokjes zich te bewegen, voorstellende de scheepvaartbeweging, die nog, gelijk vroeger, de Nederlandsche vlag naar alle oceanen voert.
Van de stip gaat nog kracht uit; het hoofd is machtiger dan de handen. Wat een kloekheid en durf verrieden onze leiders van handel en bedrijf in den wereldoorlog! Het schip bleef vlot. En daarna? Meer dan één land vraagt ons thans voor dat land te denken.
Mr. Zimmerman moest den Oostenrijkschen boedel redderen. Professor Bruins trad ingevolge het Dawes-plan als algemeen afgevaardigde in den Raad van Toezicht van de Duitsche Rijksbank. Voor den dienst der Hongaarsche herbouw-leening riep men de hulp van den heer Ter Meulen in. Professor van Gijn werd adviseur van de Oostenrijksche Nationale Bank. Mr. Vissering, voorheen reeds opgetreden als adviseur van de Chineesche regeering voor geldzaken, is naar Zuid Afrika vertrokken om bijstand te verleenen bij een belangrijk economisch werk: het herstel van den gouden standaard. En ten slotte - voorshands - eerde men de bekwaamheid onzer financiers door den heer Patijn te benoemen tot lid van den Raad van Toezicht van de bank van Duitsche Industrie-obligaties.
In den Volkenbond heeft de stem van Nederlanders gezag, en in verschillende van hare commissies zijn Nederlanders benoemd: prof. Lorentz in die voor intellectueele samenwerking, dr. Kröller in de Memel-commissie, prof. Swellengrebel in de Malaria-commissie.
Al zulke onderscheidingen zijn buitengewoon bemoedigend voor een klein volk. De stip op de wereldkaart is nog groot genoeg om groote mannen voort te brengen. Er is een plek in Leiden, besloten tusschen Steenschuur, Langebrug, Zonneveldstraat en Nieuwsteeg, die (zei dezer dagen het ‘Vaderland’) het beroemdste plekje grond van de wereld mag worden genoemd. Daar bevinden zich het cryogeen laboratorium en het laboratorium van prof. Einthoven en die plek heeft nu vier Nobelprijswinners opgeleverd: de hoogleeraren Lorentz, Kamerlingh Onnes, Zeeman en Einthoven. Welk land doet het ons na?
Wij kunnen, mits het ook ons tot daden prikkelt, trotsch zijn, op de stip te wonen!