Zelfvernedering.
Onder de commissarissen der Koningin, die het mooie voorbeeld van hun Gelderschen ambtgenoot hebben gevolgd en de bekende Woordenlijst onzer Taalcommissie aan de gemeentebesturen in hun gebied hebben aanbevolen, behoort ook die van Noord-Brabant, baron Van Voorst tot Voorst. Hij heeft in zijn desbetreffende aanschrijving o.m. gezegd, dat ‘het een vaderlandsch belang is de taal ongerept te behouden en tegen verbastering te beveiligen.’
Mooie woorden, die Zijne Excellentie heeft doen volgen door een daad van.... zelfvernedering, door in Gent, de overwegend Vlaamsche stad, tegenover den Koning van het land, waar het Nederlandsch en Fransch beide gelijkgerechtigd zijn, de voorkeur te geven aan de vreemde taal.
Wij willen en kunnen in verband met de bovenstaande aanschrijving niet aan onwil gelooven noch aan opzet om Vlamingen en Nederlanders te grieven en het is ook best mogelijk, dat Z. Exc. niet persoonlijk verantwoordelijk is voor deze daad van verloochening onzer eigen taal, maar ons ernstig protest is er niet minder om.
We willen er alle regeeringspersonen in ons land met klem op wijzen, hoe de zelfeerbied van een volk zijn openbaren woordvoerders den plicht oplegt, onze taal te gebruiken overal waar dit zonder zelfoverschatting kan geschieden, zooals onze eerste voorzitter, de kloeke wereldvermaarde Prof. Kern, het eens uitdrukte.
Het Hoofdbestuur heeft reeds tweemalen er bij onze Regeering op aangedrongen in het ambtelijk verkeer met België, waar onze taal burgerrecht heeft en door vier millioen onderdanen gesproken wordt, Nederlandsch te gebruiken.
Toch blijven de hoogwaardigheidsbekleeders maar op hun verouderd diplomatiek stuk staan met volkomen miskenning van den tijdgeest.
Een enkele daad van waardigheidsbesef op dit gebied