Geen politiek in het A.N.V.
Over de werking van ons Verbond heerscht in vele kringen groot misverstand. Als ik zoo met dezen en genen over het A.N.V. praat, krijg ik vaak opmerkingen te hooren, die kant noch wal raken. Sommigen noemen het een troepje toekomstmenschen, verkapte al-Duitschers (omdat ze het woord Dietsch niet begrijpen), anderen weer spreken van reaktionairen. Weer anderen betitelen ons met den naam militairisten, die met de Tuchtunie ‘Ons Leger’ en ‘Onze Vloot’ ons volk tot kanonvleesch drillen. Ik heb het altijd voor ons A.N.V. opgenomen en dezen onzin trachten te ontzenuwen, totdat... ik in het Neerlandianummer van Augustus j.l. het bericht las over het Kongres in zake Neerlands Volkskracht, dat ‘onder den rook der regeeringsgebouwen’ zal worden gehouden. Daar komt onder de punten van de dagorde voor een rede over Neerlands Weermacht. Dit deed mij begrijpen, dat de rubriek ‘weer anderen’ toch niet geheel ongelijk gehad heeft.
Dit onderwerp past niet op de dagorde van een bijeenkomst van het A.N.V., dat zich van politiek onthouden wil. Wanneer de Vlaamsche kwestie op de proppen komt, wordt door de A.N. V.-autoriteiten tot uit den treure herhaald, dat wij ons buiten allen schijn van politieke actie dienen te houden. Maar ik vraag hier ook konsekwentie. In welke mate onze weermacht een politieke kwestie is, blijkt zeker wel uit de Vlootwet, die zelfs de zoo homogene R.K. Staatspartij in twee groepen splitste.
En dit is nog maar een begin geweest. Dat zullen we het volgende jaar met de verkiezingen wel merken.
Goed volksonderwijs is een zeer belangrijke factor in de ontwikkeling van onze volkskracht. Maar niemand zal in zijn hoofd halen in het midden van het A.N.V. de kwestie: Openbaar of Bijzonder Onderwijs op te rakelen. Zoo ook niet het teere onderwerp van onze weermacht.
De heer C.K. Elout acht ik een onzer allerbeste A.N. V.-krachten. Ik ben hem ontzettend dankbaar voor zijn artikelenreeks in het Hbl. over ‘In bezet gebied’ (Vlaanderen) en ‘Tusschen twee Zeeën’ (Hollandsch Noorderkwartier) en ik hoop van harte dat we in het Hbl. nog vele dergelijke bijdragen van hem zullen lezen.
Doch inzake het militaire vraagstuk is de heer E. een partijman voor bewapening. En dit past nu niet in het A.N.V. Tenzij men later iemand als Prof. Heering of Prof. van Embden in de gelegenheid stelt het vraagstuk van de andere zijde toe te lichten. Beter ware het m.i. het maar geheel te laten rusten.
De ééne lezing van den heer Elout zal ons Verbond niet veel kwaad doen. Maar late het hier dan bij blijven: tot hiertoe en niet verder. En late de heer Elout verder over onze weermacht zijn hart uitstorten op een bijeenkomst van de Vereeniging ‘Ons Leger’. Geen politiek in het A.N.V.
Met dank voor de plaatsing
P. VAN OVERZEE.
Amsterdam, September 1924.
Ons dunkt dat de geachte inzender eenigszins te haastig gebakerd is. Hij had de voordracht van den heer Elout, die zal zijn gehouden, wanneer dit artikel in Neerlandia verschijnt, kunnen afwachten. Eerst dan kan ieder voor zich uitmaken, of die voordracht in het Verbond uit den toon is gevallen.
Het A.N.V. mag zich zeker niet partij stellen in de vraag hoe de verdediging van Nederland moet worden ingericht, maar dat deze verdediging zoo goed mogelijk moet zijn, kan voor ieder, die zijn vaderland lief heeft en het ongeschonden wenscht te behouden geen vraag zijn, zoolang niet het scheidsgerecht algemeen is aanvaard als het middel om de geschillen tusschen de natiën, ook de allerbelangrijkste, te beslechten.
Ten slotte merken wij op, dat tot de sprekers ook de heer Van der Mandere behoort, die, te oordeelen naar hetgeen hij vóór het congres in het openbaar heeft gezegd en geschreven, allerminst tot de militairisten behoort.