Het werk bevat zeer vele gegevens, die een voortreffelijke aanvulling vormen bij de lessen in de vaderlandsche geschiedenis, op onze Muloscholen, gymnasia, en H.B.S. en.
We willen hier slechts enkele critische opmerkingen maken.
De schrijver stelt zich blijkbaar nog op het, thans vrijwel verlaten, standpunt van de belangrijke rol die het Kolenwoud heeft gevoerd, bij de totstandkoming van onze taalgrens. Ik verwijs de belangstellenden naar het opstel van H. van Houtte in de ‘Revue belge de Philologie et d'Histoire’, t. III, No. 1, ‘L'origine de la frontière linguistique en Belgique’.
Bij de beschrijving van den oorlog van 1302, missen wij den naam van den Gentschen aanvoerder, Jan Borluut; dit lijkt ons een groote tekortkoming. Het Veertiende hoofdstuk, over de eerste Habsburgers, is stellig veel te beknopt, en we missen er de namen, hier of in het volgende hoofdstuk, van onze eerste, groote, Nederlandsche, juristen, zooals: Philips Wielant, Nikolaas Evertszoon, Lambert van Briaerde, Joost de Damhoudere, Wigele van Aytta.
Maar overigens wenschen wij het werk in handen van vele onderwijsmannen en van vele ‘Neerlandia’-lezers.
Mr. H.P. SCHAAP.
's-Gravenhage, Oogstmaand '24.