Courtray.
Wat hoore ik voor vreemde
‘Courtrai!’ 't Is al schuiflen
schreef Gezelle dertig jaar geleden. ‘Courtrai’ klonk het toen spottend in den mond van Vlaanderen's grootsten dichter. ‘Courtray’ leest men nu nog in sommige Nederlandsche bladen, die het nochtans goed meenen met onze stambeweging en ‘Courtray’ vermoedelijk voor iets anders nemen dan Kortrijk, de stad waar de Gulden-Sporenzege werd bevochten. Hoe zou men het anders kunnen verklaren dat een groote Rotterdamsche krant in haar avondblad van 16 Augustus, van den afstandsrit Oostende-Spa gewagend, tot tweemaal toe Oostende-Courtray en Courtray-Boitsfort schrijft, waar het Kortrijk en Boschvoorde diende te zijn? Een ander blad had het dezer dagen over La Hulpe in plaats van Ter Hulpen en een derde over Saint-Amand-lez-Gand, het door-en-door Vlaamsche Sint Amandsberg-bij-Gent!
Weinig heeft dit alles, op zich zelf, misschien te beteekenen.
Veel echter waar het wijst op een gemis aan belangstelling, een schier onbegrijpelijke onverschilligheid ten opzichte van het Vlaamsche volk, dat aan de Zuidelijke grens van ons taalgebied in Europa, niet alleen strijdt voor zijn eigen behoud, maar ook voor de handhaving, in de wereld, van de plaats, die den geheelen Nederlandschen stam toekomt.