De Distel.
Zaterdag 10 Mei hield De Distel, letterkundige afdeeling van tak Brussel A.N.V., een goed geslaagde bijeenkomst in het lokaal Taverne des Allié's, Vroendestraat 19 Brussel. De heer Cypriaan Verhavert, schrijver van het geestige boek: ‘De Brusselsche Typen,’ sprak namelijk over: ‘De Ketjes van Brussel in hun verschillende soorten’, een lezing vol typische zetten en rake opmerkingen. Af en toe droeg hij een stukje voor in de sappigste Brusselsche gewesttaal, waarvan de aanwezigen en niet het minst de letterkundigen onder hen, zeer genoten. Spreker wekte de Vlamingen en vooral de leden van het A.N.V. op, het lagere volk te Brussel, dat zoo echt-Vlaamsch is gebleven als het volk te Antwerpen of te Gent, te helpen beschaven en het niet van zich af te stooten door het voor Beulemansen of Koekebroeks te verslijten. Dankbare toejuichingen vielen hem dan ook ten deel.
Eenige leden hadden er zorg voor gedragen deze bijeenkomst geheel in den Brusselschen trant te houden. Werd spr. bij zijn intrede vergast op het hartverheffende lied: ‘Wij-len zijn van Meulebeek’ (Molenbeek, de meest Vlaamsche der Brusselsche voorsteden), aan het slot zong de vergadering hem toe: ‘Vivat Cypriaan en hij mag er wezen’, waarna hij, niet alleen door den heer Paul Kenis, die deze gezellige bijeenkomst voorzat, in het Nederlansch werd toegesproken, maar ook den door den heer M. Liesenborghs, namens de leden, in het Brusselsch geuiten dank en een verrassend geschenk, dat groote vreugde bracht, in ontvangst mocht nemen.
Na afloop begaven de Distelieren zich, in groep, naar het huis op de Hoogstraat waar Pieter Breughel, wiens derde eeuwfeest dezer dagen wordt gevierd, de laatste jaren van zijn vruchtbaar leven doorbracht en thans... een mosselen-en-frites-eethuis is gevestigd. Ook daar, in dit echte volksmidden, heerschte spoedig een gulle, Vlaamsche stemming en verbroederden burgers en arbeiders, Brusselaars en niet-Brusselaars rondom de Breugheliaansche schotels met dampende mosselen uit Zeeland.