Neerlandia. Jaargang 27

Nederland.

Van de Afdeelingen.

Groningen.

De Secr. meldt ons:

De afdeeling ‘Groningen en omstreken’ kan met tevredenheid terugzien op haren eersten Dietschen kunstavond, den 6den November in het Concerthuis te Groningen gehouden. - Toen de voorzitter, luit.-kol. b.d.J. Gualtherie van Weezel, om acht uur, met een kort woord, de bijeenkomst opende, was de groote zaal tot achterin gevuld. - Voor de rustpoos zette de heer W.J. Lugard de beteekenis der Grootnederlandsche gedachte en de bedoelingen van het A.N.V. uiteen; daarna trad de zanger van het Nederlandsche, van het Grootnederlandsche lied, Q.J. van Trigt op, die nog eens waarschuwde voor het laten verdringen van eigen kunst en kunstenaars, door vreemdelingen, vooral Duitschers. Hij oogstte telkens uitbundigen bijval bij de liederen van onze toonkunstenaars zooals: F. van Duyse, Peter Benoit, Hullebroeck, Dr. Pijzel, Coers, Frieso Moolenaar, Lieven Duvosel, Kor Kuiler, en een liedje uit Fransch-Vlaanderen, van De Coussemaker. - De zaal was diep-ontroerd bij het wondermooie ‘De Wiedsters’, gedicht van René de Clercq, in de schitterende bewerking van den Vlaming Duvosel; en het publiek raakte zelfs opgewonden bij het prikkelende, middeleeuwsche straatliedje, ‘Het wuf die spon’, uit Coers' liederenboeken! - Mejuffrouw Gerda Boer was een voortreffelijk pianobegeleidster en verdiende volop de bloementuil, haar, namens het bestuur, aangeboden, door door de penningmeesteres, mej. A. Nijhoff.

Wij kunnen zanger en begeleidster, beiden, warm aanbevelen voor avonden elders.

Uit Zeeland.

In ons vorig nummer konden wij slechts met enkele regels melding maken van de voodracht door het Hoofdbestuurslid Majoor Oudendijk voor de drie Zeeuwsche Afdeelingen gehouden.

Uit de ons toegezonden uitvoerige verslagen stippen wij nog het een en ander aan:

‘Uitgaande van een gedicht van Maerlandt heeft spreker den drang naar liefde tot het vaderland uiteengezet, die haar uiting door alle eeuwen heen heeft gevonden in de werken van al onze dichters, van welke hij eenige voordroeg.

Spr. herinnerde aan de pas gevierde jubileumfeesten, bracht het volkslied bij uitnemendheid ter sprake: het Wilhelmus, het lied uit den drang der omstandigheden geboren, dat in onzen tijd nog niets van zijn innerlijke waarde verloren heeft, daar het als in de tijden, toen het ontstaan is, het rustige ernstige vertrouwen ademt, het geloof in eigen kracht. Van die eigen kracht, die maakt dat ons volk hoewel staatkundig klein, een groot geestesrijk heeft, gaf spreker in het tweede deel van zijn rede tal van voorbeelden.’

Te Vlisingen opende de burgemeester, de heer Van Woelderen, den avond, welke nog opgeluisterd werd door zang en muziek van de dames Bor - Rovers, Brand-Bekker en den heer Popma.

West-Zeeuwsch-Vlaanderen.

2 November sprak de dichter René de Clercq voor de leden dezer Afdeeling en de H.B.S.-vereeniging. De bijval was groot.

Commissie van Overleg.

De secretaris dezer commissie van overleg voor afdeelngsavonden, de heer W.A. Heynings te Soestdijk, is door droevige familie-omstandigheid de laatste maand verhinderd geweest de hem toevertrouwde A.N.V.-belangen geregeld te behartigen.