De ontvangst van Dr. Viljoen.
Zij, die twijfelen aan de waarde der Grootnederlandsche beweging en de practische uitvoerbaarheid harer doeleinden, beweren wel eens dat karakter en levensopvatting van Afrikaners, Vlamingen en Nederlanders te zeer uiteenloopen om ze ooit tot een drieëenheid aaneen te smeden.
Wij zijn nooit blind geweest voor de verschillende geestesgesteldheden en behoeften der drie groote groepen van onzen stam, maar ook weten wij, dat hun afkomst en geschiedenis, hun taal en zeden zooveel overeenkomst en punten van aanraking hebben, dat men niet behoeft te zoeken naar wat ons vereenigt; en hun gemeenschappelijke belangen zijn zoo groot, dat het de moeite waard is daarvoor te ijveren. Daarvoor is het echter noodig, dat Afrikaners, Vlamingen en Nederlanders elkaar beter leeren kennen. En op welke wijze kan dit beter geschieden dan door onderlinge kennismaking, die zooveel vooroordeelen met één slag kan wegvagen, vooral als de beste elementen der bevolking van onze stamgebieden hun stambroeders komen bezoeken en kennis nemen van het peil hunner beschaving.
De onschatbare waarde daarvan heeft onze voorzitter, de eerste tafelredenaar bij den eeremaaltijd, Dr. Viljoen, de superintendent van onderwijs in de Kaapprovincie, 2 Oct. in Trianon te Amsterdam door het A.N.V. en de N.Z.A.V. aangeboden, welsprekend doen uitkomen. Hij wees erop, hoe mannen als Dr. Kiewiet de Jonge, prof. Pont, prof. Molengraaff, prof. Casimir door hun bezoeken aan Zuid-Afrika de middelaars zijn geweest om de geestelijke en economische banden tusschen Nederland en Zuid-Afrika te versterken.
Daar waren dien avond behalve verscheidene bestuurders der ontvangende vereenigingen, vertegenwoordigers van verschillende onderwijskringen en ook de handel had er zijn afgevaardigden; oud-minister Van IJsselsteijn zat mee aan en voerde het woord. Wat vooral beteekenis had, onze Regeering was vertegenwoordigd door Jhr. Mr. Ruys de Beerenbrouck en Dr. De Visser. Eerstgenoemde uitte, mede namens zijn ambtgenoot waardeering voor de wijze, waarop het A.N.V. en de N.Z.V.A. ijveren voor de bevordering der stamverwantschap tusschen de deelen van den Ned. Stam. Prof. Pont, de heer Wibaut (namens het gemeentebestuur van Amsterdam) en prof. Casimir voerden nog het woord. En toen antwoordde Dr. Viljoen, wedijverend in welsprekendheid met al zijn huldigers, als volbloed Afrikaner een breed patriottisme openbarend en zijn rashumor niet verloochenend.
Een week lang heeft deze stoere stamgenoot door ons land gereisd, verschillende inrichtingen van onderwijs bezocht, ook de Wageningsche Landbouwhoogeschool, en een hoogen dunk meegenomen van het peil, waarop het Nederlandsch onderwijs staat.
De wisselwerking van zulke bezoeken en ontvangsten over en weer kan niet anders dan de beste gevolgen hebben voor de drieëenheid van onzen Stam.