Neerlandia. Jaargang 27
(1923)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVan de Afdeelingen.Jongel. afd. 's-Gravenhage en Omstreken.De Secretaris schrijft: 30 Mei j.l. hield Mr. J.v.d. Broeck voor ons het 2de deel van zijn lezing over ‘De strijd der Vlamingen om hun Nationaal bestaan’, waarin hij de Taalwetten en de Zelfstandigheidsgedachte behandelde. Spr., die door een 40-tal personen, w.o. eenige Bestuursleden der Burgerafd. en eenige onzer Eereleden, aandachtig gevolgd werd, zette eerst uiteen, hoe de huidige taalwetten niet alleen ten eenenmale onvoldoende zijn, maar dat de regeering zelf ze ook niet naleeft. Daarna staat hij uitvoerig stil bij het stelsel van verfransching door de Belgische Regeering toegepast, de Vlamingen strijden er wel tegen, maar op den duur zullen zij het zonder steun niet volhouden. Spr. behandelt dan de eisch van Bestuurlijke Scheiding en daarna het Activisme. Hierop gaf Spr. in korte trekken de geheele Vl. bew. tijdens den oorlog weer; hoe de Belgische Regeering in niets toeschietelijk was geweest en de Activisten zich ten slotte tot de Bezettingsoverheid gewend hadden. Daarop behandelde spr. dat naast de activisten ook nog de groote partij der z.g. Passieven bestaat, welke in den laatsten tijd eenige nieuwe taalwetten en een Bestuurswet hebben doorgevoerd. Spr. meent echter, dat de Vl. strijd thans niet meer alleen taalstrijd is, maar een nationalistische bew. is geworden. Het tegenwoordige radicale element zijn dan ook de Nationalisten, ontstaan uit de vroegere activisten. Vooral de jeugd (studenten) behoort tot die groep. Spr. eindigt met de hoop uit te spreken, dat Passieven en Nationalisten eens tot elkaar zullen komen in het belang der Vl. zaak. | |
Ontslagneming.De Heer Frans van Laar schreef aan het Hoofdbestuur: Door verschillende omstandigheden van streng persoonlijken aard, zie ik er mij toe verplicht U mijn ontslag te laten geworden als lid van het Hoofdbestuur van het A.N.V. - Ik deel U tevens mede, dat ik eveneens ontslag nam als Groepssecretaris, als lid van het Groepsbestuur van Vlaanderen en als secretaris-penningmeester van den Antwerpschen Tak van het A.N.V. Ik hecht er aan te verklaren, dat dit besluit in geen enkel opzicht verband houdt met gebeurtenissen of besluiten, welke in den schoot van het A.N.V. geschied zijn of genomen werden. |
|