Neerlandia. Jaargang 27
(1923)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 96]
| |
Jaarverslag van het Hoofdbestuur van het Alg. Ned. Verbond over 1922.De voorbereiding onzer herdenkingsdagen moge eene gegronde verontschuldiging worden geacht voor de late verschijning van dit verslag, die op haar beurt tot beperking in den omvang noopt. Deze omstandigheden worden aangegrepen om dit jaaroverzicht te bepalen tot de gebeurtenissen van het verslagjaar, en, in afwijking van de tot nu toe gevolgde gewoonte, slechts ingeval van noodzaak, zich te begeven in het reeds bijna weer half verstreken jaar 1923. | |
Hoofdbestuur.Is de toetreding van den heer Mr. P. Hofstede Crull voor Groep Suriname ter vervanging van den heer Mr. Dr. C.F. Schoch tot het verslagjaar behoorende, reeds in het vorige jaarverslag vermeld, thans moet ten aanzien van de samenstelling van het Hoofdbestuur gewag gemaakt worden van het heengaan van den heer Jhr. Mr. G.A.K. Michiels van Kessenich, die voor Groep Nederland werd vervangen door Dr. H.W.E. Moller, en van den heer Dr. M. Alvares Correa voor Groep Antillen, wiens plaats nog niet vervuld werd. Aan de uitgetreden Hoofdbestuursleden werd dank betuigd voor hetgeen zij voor het Verbond deden. Als voorzitter van Groep Nederland nam Prof. Dr. A.A. van Schelven zitting.Ga naar voetnoot1) Aan de dringende noodzakelijkheid, om in afwachting van de wederoprichting van Groep Vlaanderen, zich te voorzien van deskundige voorlichting in Vlaamsche aangelegenheden, kon in het verslagjaar eindelijk worden tegemoet gekomen. De heeren Omer Wattez, Dr. J. Goossenaerts, Mr. E. van Dieren en Mr. E. Wildiers verklaarden zich bereid daartoe met raadgevende stem in het Hoofdbestuur zitting te nemen.Ga naar voetnoot2) Om overeenkomstige redenen werd als Zuid-Afrikaner de heer Dr. D.B. Bosman op gelijke wijze in het Hoofdbestuur opgenomen, terwijl als vertegenwoordiger van de Nederlandsche Studenten-Organisatie de heer Mr. J.C. Baak met raadgevende stem de vergaderingen van het Hoofdbestuur bijwoonde. Vijfmaal vergaderde het Hoofdbestuur; het Dagelijksch bestuur telkens als de noodzakelijkheid daarvan bleek; terwijl de voorzitter, die naar Den Haag verhuisde, ter bespreking der loopende zaken elke week een dag op het kantoor kwam, en de secretaris bovendien meermalen met den voorzitter in Den Haag overleg pleegde. Het jaar 1922 was voor het Verbond een belangrijk jaar, gelijk hieronder blijken zal, voor het Hoofdbestuur niet zonder zorgen. Onverbiddelijk heeft het vastgehouden aan den eisch der Statuten, waardoor alleen op den duur het Verbond zal kunnen blijven openstaan voor allen, die tot den Nederlandschen stam behooren, ongeacht hunne godsdienstige belijdenis of staatkundige overtuiging, en het is duidelijk gebleken, dat de overgroote meerderheid der leden bij de toepassing van dit beginsel aan de zijde van het Hoofdbestuur staat. Waarschijnlijk heeft dit het Verbond en meer in het bijzonder Groep Nederland, gekost den afval der studentenafdeelingen, al is deze helaas ook te wijten aan misverstand. Het betreft hier wel is waar een gering oogenblikkelijk materieel verlies, nochtans op ideëele gronden niet te onderschatten, en ook inderdaad niet onderschat door het Hoofdbestuur en het Bestuur van Groep Nederland. Het Hoofdbestuur heeft aanstonds aanraking met de Nederlandsche Studenten-Organisatie gezocht en gekregen. Deze organisatie werkt internationaal, mitsdien ook met de studenten in andere stamverwante gebieden. Derhalve stelde het Hoofdbestuur zich met haar in verbinding. Groep Nederland zal zeker niets onbeproefd laten om de Nederlandsche studenten opnieuw in onze beweging te betrekken. Voor het Verbond is het onmisbaar, dat de jongeren zich onder zijne gelederen scharen, wil de toekomst veilig worden geacht. Van onzen kant nam in den Bureauraad der N.S.O. zitting Mr. P. Hofstede Crull. Er is ook in het afgeloopen jaar op het Verbondskantoor hard gewerkt. In het oog dergenen, die den staf breken over de hooge administratiekosten van het Verbond zal ongetwijfeld de mededeeling, dat wij krachten te kort komen, en dus veel werk moeten laten liggen, althans niet vlug kunnen afdoen, belachelijk schijnen. Zij, die zich de moeite gegeven hebben, dit werk van nabij gade te slaan, en de werkzaamheden van het Hoofdbestuur te volgen, zullen anders oordeelen. Belangstellenden moeten wij verwijzen naar Neerlandia, waarin de verkorte notulen der Hoofdbestuursvergaderingen het meer en minder belangrijke vermelden. Hier moeten wij volstaan met een greep uit het voornaamste. Zoo heeft zich op uitnoodiging van het Hoofdbestuur in Groningen eene commisie gevormd onder voorzitting van dr. H.P. Coster, ten einde de stamverwantschap van Nederlanders en Oost-Friezen tot voorwerp van onderzoek te maken en voorstellen te doen voor aaneensluiting, welke commissie onlangs berichtte bijna met haar taak gereed te zijn. De pogingen tot het verkrijgen van samenwerking met verwante vereenigingen, in ons vorig jaarverslag vermeld, hebben niet den gewenschten uitslag gehad. Het Hoofdbestuur betreurt het, dat de drang naar aaneensluiting nog altijd zoo gering is. De verhouding tot de verwante vereenigingen is echter van den vriendschappelijksten aard en meermalen bleek ook zonder eene organisatie samenwerking mogelijk, voornamelijk doordat onze voorzitter in de besturen van andere vereenigingen zitting heeft. Op verzoek van den Minister van Buitenlandsche Zaken werd door middel der Boekencommissie leesstof gezonden aan de openbare bibliotheek te Halle in België, en ter beschikking van het Hollandsche lectoraat in Giessen (Duitschland), werd op verzoek van onzen vertegenwoordiger te Frankfurt a/d. Main, Prof. Dr. V.d. Meer een som gelds beschikbaar gesteld voor aanschaffing van studieboeken. Aan nog tal van aanvragen om leesstof, muziek en portretten van de Koningin, deze laatste vooral voor Nederlandsche vereenigingen in Duitschland, kon worden voldaan, terwijl aan verschillende personen, ten behoeve hunner studie of buitenlandsche reizen, hulp verstrekt werd met inlichtingen of aanbevelingen aan onze buitenlandsche verbindingen. | |
[pagina 97]
| |
Op onze beurt ontvingen wij van den heer S.J. Willems te Brussel een groote verzameling boeken en vlugschriften betrekking hebbende vooral op den boerenoorlog, die wellicht een aanwinst voor ons archief en voor onze bibliotheek zullen blijken te zijn. Vooral op verzoek van Vlaamsche zijde heeft het Hoofdbestuur zijn bemiddeling aangeboden in het spellingvereenvoudigingsvraagstuk. Deze zaak is nog een punt van overleg met de Vereeniging tot vereenvoudiging van de schrijftaal. Inmiddels heeft de voorzitter van het Hoofdbestuur zich schriftelijk en mondeling gewend tot den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, met een bemiddelingsvoorstel dat, indien er aan gevolg wordt gegeven, naar wij vertrouwen, aan de voornaamste wenschen tegemoet komt. De Voorzitter van het Hoofdbestuur als zoodanig lid der ‘Bestendige Commissie voor de Nederlandsche taalen letterkundige congressen’ wendde zich tot zijne medeleden om hunne meening te vernemen omtrent het weder opnemen van den arbeid dezer commissie met dit gevolg, dat sommigen zich uit deze commissie terugtrokken en de meerderheid den tijd nog niet gekomen achtte, om reeds in 1923 een congres uit te schrijven. Het Hoofdbestuur overweegt ook de vraag, of deze congressen niet hun tijd gehad hebben, en een andere weg moet worden gevolgd, om de stamverwanten geregeld samen te brengen. Met ten deele gunstig gevolg richtte het Hoofdbestuur zich rechtstreeks of zijdelings tot de Nederlandsche de elnemers aan Belgische tentoonstellingen en de Jaarbeurs te Brussel, met het verzoek zich vooral ook in hunne opschriften van de Nederlandsche taal te bedienen. De lauwheid, waarvan vele Nederlanders bij hun verkeer met de Vlamingen in het gebruik van onze gemeenschappelijke taal blijk geven, verdient ernstige afkeuring. Moge toch eindelijk in Nederland het besef doordringen, dat het oneindig veel waardiger is met stamverwanten in de eigen taal van gedachten te wisselen dan in een meestal gebrekkig Fransch. Bovendien bewijst men den Vlamingen in hun moeilijken strijd voor hun rechten een grooten dienst door zich van de gemeenschappelijke taal, waarvoor wij ons toch werkelijk niet behoeven te schamen, te bedienen. In zake de niet-toelating van dr. Tack als leeraar te Enschedé zond het Hoofdbestuur tot tweemaal toe, doch zonder goeden uitslag, een brief aan den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, van oordeel, dat ten aanzien van dezen Vlaming, de wet niet juist was toegepast. Meer in den geest van het optreden van het Hoofdbestuur was de beslissing van dezen Minister ten aanzien van de Nederlandsche school te Brussel, toen Z.Exc. terugkwam op het aanvankelijke verbod van toelating van andere dan Nederlandsche kinderen. Aan de Belgische Kamer van Afgevaardigden is ongevraagd de voorlichting verstrekt, waaraan de leden van dit lichaam blijkbaar behoefte hadden, ten aanzien van het gebruik van het Nederlandsch als voertaal voor wetenschappelijk onderwijs in ons land. Nog is werkzaam eene commissie, die het Hoofdbestuur heeft ingesteld om het van raad te dienen aangaande de mogelijkheid van gelijkstelling van Belgische met Nederlandsche wetenschappelijke diploma's en de uitwisseling van leerkrachten. Bij gebrek aan belangstelling en omdat op andere wijze voorloopig in de dringendste behoeften werd voorzien, moest het Vlaamsch-Woordenboekplan worden opgegeven. Het uitgesproken verwijt, dat het Hoofdbestuur dit plan opzettelijk heeft doen mislukken, is geen weerlegging waard. Tot den Vlaamschen Toeristenbond trad het Verbond toe als lid-oprichter. Professor Molengraaff, juist teruggekeerd van eene reis naar Zuid-Afrika, heeft in eene Hoofdbestuursvergadering zijne bevindingen wel willen mededeelen, en het inzicht in de daar bestaande toestanden en in de ontwikkeling van land en volk daardoor verhelderd. Aan de Hollandsche boekerij en leeskamer te Kaapstad werd geldelijke steun verleend. Was er eerst sprake van, dat de kortelings opgerichte Nederlandsche Bond in Duitschland, de bond van Nederlandsche vereenigingen en van Nederlanders aldaar, zich als Groep Duitschland van het A.N.V. zou ontwikkelen, het Hoofdbestuur heeft te rechter tijd ingezien, dat de onmogelijkheid van toetreding van alle Groot-Nederlanders een onoverkomelijk beletsel was, en zich bepaald tot een belangengemeenschap, die in 1923 geleid heeft tot wederzijdsche afvaardiging van een raadgevend lid in de Hoofdbesturen. Van onzen kant is afgevaardigd de heer M. Blokzijl te Berlijn, terwijl de heer Jhr. Wittert als vertegenwoordiger van den Bond in ons midden plaats nam. Op het Congres te Nierenhof van den ‘Bond’, waar deze overeenkomst tot stand kwam, was ons Hoofdbestuurslid, de heer K.E. Oudendijk, als afgevaardigde aanwezig. Ten slotte zij vermeld, dat onze Kalender 1923 op tijd verscheen, en vóór 1 Januari van dat jaar was uitverkocht. | |
Groep Nederland.Had het Hoofdbestuur verleden jaar alle reden een weinig opgewekten toon aan te slaan over den toestand van deze groep, thans mag gezegd worden, dat zij in 1922 zich in meer dan één opzicht herstelde. Geruimen tijd langer dan voorzien was, moest Mr. Phaff als tijdelijk voorzitter zich met de leiding blijven belasten, maar in Prof. Dr. A.A. van Schelven werd eindelijk de man gevonden, die alras toonde te weten, welke richting het uit moest om de Groep tot nieuw leven te brengen. Der Groep ontviel haar secretaris, en de heer Van Son was alweder bereid voorloopig zijne schouders onder het in den steek gelaten werk te zetten. In Neerlandia werden herdacht de verdiensten van het groepsraadslid Dr F. Buitenrust Hettema, een der oprichters van het Verbond, die door den dood werd weggenomen. Zijne nagedachtenis zij ook hier gehuldigd Het Hoofdbestuur stond een bedrag van f 1000.- toe voor propaganda, die nochtans niet verbruikt werden, omdat het Groepsbestuur bij nader inzien aan andere wijze van propaganda dan door een vasten propagandist de voorkeur gaf. Inderdaad is het bewijs geleverd, dat ware stamliefde en warme belangstelling voor de Groot-Nederlandsche gedachte de beste propagandistische factoren zijn bij den enkeling, meer dan bij den reiziger in propagandamateriaal. De ongunst der tijden kostte deze Groep een aantal leden, er traden echter vooral dank zij die propaganda, ook vele nieuwe leden toe, die onder de nieuwe leiding het hunne mogen doen, om de Groep vooruit te brengen. Aan de herdenkingsfeesten van 1 April 1922 te Brielle nam Groep Nederland o.m. deel door het schenken van een gedenkraam. | |
Groep Vlaanderen.Na hetgeen reeds gezegd is, verdient nog slechts vermelding dat eene propagandareis van den heer K.E. Oudendijk werd voorbereid, maar nog niet uitgevoerd; dat het Dagelijksch Bestuur zich door persoonlijk bezoek trachtte te overtuigen van de mogelijkheid van groepsherstel, dat Tak Brussel tot grooten bloei kwam, dank zij de onvermoeide werkzaamheid van zijn bestuur en dat een flinke tak Lokeren onder leiding van den heer J. van Winckel verrees, al welke werkzaamheden in 1923 leidden tot de heroprichting der Groep. Bij het overlijden van Hugo Verriest deed ook het Hoofdbestuur van zijne belangstelling blijken door een afgevaardigde, die een krans van het Hoofdbestuur op het graf legde. | |
Groep Oost-Indië.Ook hier mag van nieuw leven gesproken worden. Het Groepsbestuur is met oude beproefde en jonge frissche | |
[pagina 98]
| |
krachten versterkt, en heeft den arbeid met groote opgewektheid hervat. De afdeeling Medan, eenige jaren geleden met een vierhonderdtal leden opgericht, scheen ten doode opgeschreven, maar herrees gelukkig - blijke zij innerlijk krachtiger en levensvatbaarder. De geldelijke afdracht aan het Hoofdbestuur werd verhoogd. | |
Groep Suriname.Deze Groep gaf blijk van groote opgewektheid. Het bestuur weet den tijd en de in het land aanwezige krachten ten nutte aan te wenden, om de leden bezig te houden, in hoofdzaak met lezingen en voordrachten van verschillenden aard. De Gouverneur gaf meer dan eens blijk van zijne hartelijke belangstelling. Met diens medewerking is het gelukt, zooals in het vorige jaarverslag is vermeld, een Surinamerolprent te doen vervaardigen, die op zekere voorwaarden het eigendom der groep geworden is. Menigeen in ons land heeft reeds van de vertooning mogen genieten. Groep Suriname, weinige jaren geleden nog schijndood, is een der werkzaamste takken van het Verbond | |
Groep Ned. Antillen.Groep Ned. Antillen beleefde in 1922 een crisis. Vroegen wij verleden jaar om inniger samenwerking tusschen ‘Nederlanders en Curaçaoenaars’, wij deden dit niet, omdat wij der Groep het gebrek aan zoodanige samenwerking verwijten wilden, maar omdat wij in het Verbond het middel tot wegneming der beletselen aanwezig zagen. Het schijnt echter, dat de Groep hierin geen rol heeft kunnen spelen. Een motie van afkeuring, naar aanleiding van een door het bestuur aan den Gouverneur verzonden verzoekschrift in verband met de gebeurtenissen van 17 Juli 1922 door de ledenvergadering aangenomen, was mede aanleiding tot het heengaan van de meeste bestuursleden. De aanvulling der opengevallen plaatsen liet lang op zich wachten. Geen wonder, dat het bestuur een groot gedeelte van het jaar weinig kracht kon ontwikkelen. In het begin van 1923 werd een volledig bestuur weer verkregen, dat goede hoop geeft voor de toekomst. | |
Zuid-Afrika.Nog altijd is de verleden jaar uitgesproken verwachting, dat Groep Zuid-Afrika zou herrijzen, niet verwezenlijkt. Het is ons echter bekend, dat de afdeeling Kaapstad, aan welke gevraagd is, de aanstichtster te zijn, in dezen werkzaam is en slechts het juiste oogenblik afwacht. De laatste berichten spreken weer van nieuw overleg, dat wel hoopt geeft op eene spoedige gunstige oplossing. De reis van prof. Casimir op uitnoodiging van bovengenoemde afdeeling zal daartoe ongetwijfeld bijdragen. Die reis was een doorloopend succes, en heeft bij het Hoofdbestuur het plan doen rijzen om Afrikaners Nederland te laten zien, zooals prof. Casimir het hunne zag. Toen vernomen werd, dat de heer L. Penning uit Utrecht Zuid-Afrika ging bereizen, hebben wij hem verzocht, die reis mede dienstbaar te maken aan de verspreiding der beginselen van ons Verbond, hetgeen de heer Penning welwillend heeft toegezegd. Konden wij verleden jaar vermelden, dat de afdeeling Bloemfontein tot nieuw leven kwam, in 1923 gebeurde hetzelfde met de afd. Potchefstroom. Voorloopig hebben wij voor deze afdeelingen in Zuid-Afrika slechts één wensch, n.l. dat zij zullen trachten ‘Kaapstad’ naar de kroon te steken, waar de belangelooze ijver van Mevr. Loopuyt en van den heer Schoeler wonderen verricht. Het overlijden van den grooten held Christiaan de Wet werd in Neerlandia herdacht. | |
Noord-Amerika.Voor het eerst sinds vele jaren hebben wij thans weer aanleiding aan dit gebied een afzonderlijk woord te wijden. De pogingen tot groepsvorming gaan daar met moeilijkheden gepaard, die een gevolg zijn van de groote afstanden. Besloten werd de Groep schriftelijk uit te roepen, maar tot aanwijzing van afgevaardigden kan nog niet worden overgegaan, zoolang de Groep niet haar reglement heeft vastgesteld, waarin de wijze van verkiezing dier afgevaardigden is geregeld. De voortdurende werkzaamheid van den onlangs afgetreden secretaris der Nieuw-Nederlandsche afdeeling, den heer Gebhardt van Roonburch, die gelukkig als Groepssecretaris zich aan de Verbondsbelangen blijft wijden, is ons een waarborg, dat spoedig ook naar den vorm deze zaak in orde zal zijn. | |
Zelfstandige Afdeelingen.Buiten die in de bovengenoemde gebieden, waar zelfstandige afdeelingen in eene Groep zijn of worden vereenigd, bestaan nog slechts zulke afdeelingen in Duitschland en te Boekarest. Laatstgenoemde geeft voortdurend teekenen van leven. Haar secretaris bezocht ons kantoor. Ook in 1922 kregen wij vele dergelijke bezoeken van stam- en landgenooten in den vreemde. Deze bezoeken zijn een doeltreffend middel om de wederzijdsche belangstelling en waardeering te versterken en tot verhoogde inspanning voor ons werk te prikkelen. De Duitsche afdeelingen zijn alle noodlijdend door de droevige economische omstandigheden, waaraan dit land ten prooi is. Aan al deze afdeelingen werd op haar verzoek uit de kas van het Hoofdbestuur geldelijke steun verleend, gelijk aan het bedrag der verplichte afdracht. | |
Vertegenwoordigers.In plaats van afgetreden vertegenwoordigers werden benoemd de heeren: H. Goemans te Constantinopel; H.G. Muskus te Barquisimeto; B. Kroon te Ismailia; Dr. R. van Beuningen van Helsdingen te Singapore; A.J.F. de Veer te La Guaira; G.S. de Clercq te Rio de Janeiro; A.C. Zur Haar te Tampico; Ir. F.J. Blom te Shanghai en J. ter Ellen te Mexico, stad, (sedert één geworden met onzen post te Tampico). Vertegenwoordiger voor Mexico is nu de heer Zur Haar, terwijl Mej. L. Slothouwer werd benoemd tot vertegenwoordigster op St. Martijn, een vrij eenzamen post binnen het gebied van de Groep Ned. Antillen, en de heer G. Bakker te Nijlstroom. De gelegenheid tot eene samenspreking met onzen Vertegenwoordiger te Stockholm, den heer J. Rippe, werd gaarne aangegrepen. Wij hebben veel reden tot dankbaarheid jegens hen, die zich op deze wijze belangeloos aan onze Verbondszaken wijden in het buitenland. Onder onze ‘Vertegenwoordigers’ zijn er ook, die wij gaarne tot meer ijver zouden willen aanzetten. Een lijst der vertegenwoordigers is opgenomen in het Mei-nr. van ons maandblad. | |
Neerlandia.In 1922 werden voorbereid de onlangs tot stand gekomen wijzigingen in de redactie en in de wijze van uitgeven. | |
Boekencommissie.Verzonden werden 52 kisten boeken, een getal grooter dan in vorige jaren verzonden werd na '15, uitgezonderd in '20, toen de achterstand van de oorlogsjaren eerst goed kon worden ingehaald. Die 52 kisten gingen naar: Bochum, Brussel, Hall (Belg.), Gent, Hoboken, (Belg.), Emmerik, Duisburg-Ruhrort, Elberfeld, Hamburg, Paramaribo, Buenos Aires, Osterfeld (Wf.), Essen, Norfolk (N. Am.), Budapest, Magelang, Bloemfontein, Kaapstad, en Potchefstroom; de meeste derhalve naar Vlaanderen en Duitschland. Het aantal aanvragen is niet groot meer: overal wacht men blijkbaar op betere tijden. Voor dit jaar zijn tot nu toe een twintigtal in bewerking: voor N.I., N. Amerika en enkele voor Z. Afrika. Met de geldmiddelen ging het bevredigend: het tekort over '21 kon worden aangezuiverd en er was een klein voordeelig saldo. De inkomsten bedroegen f 4727.46, de uitgaven: f 4685.08. Het aantal Begunstigers nam weer | |
[pagina 99]
| |
af, dat der Bijdragers vermeerderde eenigszins: in 't geheel werden onze inkomsten daardoor wederom geringer. Door sterke bezuinigingen kunnen wij intusschen de toekomst met niet al te veel zorg tegemoet gaan. Met volle kracht bleef men in het Boekenhuis werken aan de verzending van dagbladen, week- en maandbladen tot groote voldoening blijkbaar van de ontvangers. Wij zijn daarvoor allen, die daartoe hun bladen enz. toezonden, evenals den staf in het Boekenhuis en alle andere vrienden, ten hoogste erkentelijk. Alles te zamen werden tot heden verzonden: meer dan 2050 kisten boeken.
Terugkomende op hetgeen wij in het begin zeiden. zijn wij dankbaar dat er in 1922 gelegenheid was zoo veel arbeid te verrichten, waarop de juist verstreken herdenkingsdagen de kroon zetten. De gedachte is toen verlevendigd, dat welke de staaktundige grenzen en scheidslijnen ook mogen zijn, die de geschiedenis in den loop der jaren getrokken heeft, grenzen, die 't A.N.V. wil eerbiedigen, de leden van den Nederlandschen stam eene cultureele eenheid vormen, die het A.N.V. zijne taak aanwijst. De lezers van dit jaarverslag zullen willen erkennen, dat dit een geheel anderen geest ademt dan dat van de laatste jaren. Er is geen overdreven optimisme voor noodig, om te erkennen, dat de zorgvolle tijd voor het Verbond voorbij is. Er is overal nieuw leven, dank zij eene krachtig doorgezette herinrichting en den steun van vele vrienden. Wanneer ook Groep Zuid-Afrika weer zal zijn gevormd, 't geen wij in 1923 verwachten, is het Verbond in alle stamgebieden stevig ingericht. Overal is men aan het werk, elk op zijne wijze en naar de behoeften van het gebied, dat men te bewerken heeft, maar allen trouw aan de beginselen van het Verbond en bezield met den wensch om tot zegen van den Nederlandschen stam den invloed van het Verbond uit te breiden. Aldus was 1922 eene waardige voorbereiding voor de Herdenkingsdagen van het 25-jarig bestaan in 1923. |
|