Neerlandia. Jaargang 27
(1923)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdTaalcommissie.
| |
[pagina 12]
| |
voor hun zaak weten, laten zij zich dan wenden tot de Taalcommissie van het A.N.V., die kosteloos van raad wil dienen, niets opdringen, alles overleggen, tot er overeenstemming bereikt is. Weldadig wordt het oog getroffen, als het op den hoek van de Venestraat ‘Het Anker’, in de Hoogstraat ‘In den zilveren Moolenbeeker’ op de winkelruit ziet prijken. Ik vermeld deze gevallen terloops: ze zijn de meest in het oog springende. Ik zou kunnen voortgaan met te wijzen op dit gebrek aan eerbied voor het eigene. Liever dan dit wijs ik op het gepast gevoel voor het eigene, dat spreekt uit een verordening der stad Rio de Janeiro. Deze verordening eischt van elken winkelier enz., dat hij zijn winkel benoemt in de landstaal; indien hij dit ook in een vreemde taal wil doen, moeten de letters van het opschrift kleiner zijn dan van die in de landstaal en moet de winkelier bovendien 's jaarlijks ongeveer f 700.- belasting betalen voor elk opschrift in een andere taal dan de eigene. Zeer terecht m.i.: elk opschrift in een vreemde taal is een soort van weelde; wie zich die weelde wil veroorloven, hebbe er dan ook maar wat voor over, in dit geval belasting. Vóór alles ga het eigene. Rijk en gemeenten vinden hierin een bron van belasting, die misschien begrootingen sluitend maken. De T.C. staat ook hiervoor kosteloos ter beschikking van de overheden. Dagbladen en tijdschriften gaan evenmin vrij uit. Vaak zijn de opstellers er van inderdaad van goeden wille. Blijkt dit niet uit het feit, dat sommige dagbladen, onder welke vooral de Kamper Courant moet genoemd worden, de wenken van de T.C. opvolgen of de T.C. raadplegen? Soms ook is het blijkbaar onmacht. Schreef niet een hoofdopsteller van een der grootste dagbladen, hoe hij persoonlijk steeds er op let, dat hij goed Nederlandsch schrijft d.w.z. zuiver, maar een dagblad (daar kwam eigenlijk de bewering op neer) zoo vaak menschen in den opstelraad heeft, die niet ontwikkeld genoeg zijn. Zulke menschen komen dan nog de openbare meening bewerken! Terloops vermeld ik hier even, dat de verslaggever van Het Vaderland mijn laatste rede op 20 Sept. in goed Nederlandsch weergaf. Nog even een staaltje van zgn. taalgevoel. In een onzer tijdschriften schreef nogal een lid van het A.N.V., dat beoordeelen en becritiseeren zoo inspannend is. Dat moet dan doorgaan voor nuanceering d.i. een gering verschil in beteekenis. Of beoordeelen iets anders is dan becritiseeren en omgekeerd? Velen willen dgl. verschillen opmerken, om daarmede zich te dekken. Al het voorgaande mogen velen op hun zondenlijst plaatsen. Ik wil eindigen, omdat reeds zoo veel Uw aandacht vergde, met U de vraag mee te geven: ‘En wat doet gijzelf, om het eigene, ook uw eigen taal, het mooiste gedenkteeken van ons zelfstandig volksbestaan, zelfstandig d.i. zuiver te houden?’ |
|