Boekencommissie.
Het twintigjarig bestaan der Boekencommissie.
Zooals wij reeds met een enkel woord in het vorig nummer hebben gemeld, was het 18 October twintig jaar geleden, dat de Boekencommissie door Groep Nederland werd opgericht en te Rotterdam gevestigd.
Het was een gelukkige gedachte van den directeur, Dr. W. van Everdingen, ter herdenking van dit feit zijn tegenwoordigen ‘staf’ en oud-medewerksters en medewerkers Zaterdag 21 October aan een gemeenschappelijken disch in Huis Loos te vereenigen. De eer dezer gedachte heeft hij in een geestige rede wel op den eere-voorzitter van de Boekencommissie en van het Verbond, Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, overgedragen, maar de wijze, waarop hij haar in een daad heeft omgezet en de gasten ontving, verdient alle hulde.
Het was trouwens slechts een kleine delging van eereschuld, die Boekencommissie en Verbond hebben tegenover de jonge meisjes, jonge vrouwen en jonge mannen, die jarenlang met zoo grooten ijver en toewijding in kantoor en boekenhuis stilweg hun nuttigen arbeid hebben verricht, waarvan de vruchten tot in de verste hoeken der wereld ‘waar het Nederlandsche element met een boekerij gebaat is’ zijn geplukt en gewaardeerd.
Aan tafel voerde behalve de directeur, die zijn trouwe helpers en oud-gedienden, van heinde en ver gekomen, hartelijk huldigde, het woord: de algemeen voorzitter, de heer P.J. de Kanter, de algemeen secretarispenningmeester, Dr. B. de Gaay Fortman, Mej. Dr. H.C.H. Moquette, toeziend lid der Boekencommissie en de heer J.H.J. Vink.
Neerlandia mist de ruimte voor zelfs maar een korte samenvatting van het gesprokene. De woorden van onderlinge waardeering blijven trouwens beter ongeopenbaard, overeenkomstig de bescheidenheid, die het werk van al die boekenvriendinnen en -vrienden kenmerkt.
Alleen uit de vriendelijke rede van Dr. Kiewiet de Jonge, wiens aanwezigheid bijzonder op prijs werd gesteld, mogen deze woorden een plaats vinden: Dr. Van Everdingen zou nooit zulk mooi werk gedurende al die jaren met nimmer verzwakkende geestdrift hebben kunnen verrichten, als hij er niet zijn heele hart aan gegeven had en zoovelen in den lande en daarbuiten hem daarbij niet tot grooten steun waren geweest.
De fotograaf, die de aanzienlijke groep dischgenooten ‘nam’, brak bij ongeluk de plaat, bleef dus in de lijn der bescheidenheid, zoodat Neerlandia niet de beeltenis van al die door één gedachte bezielde schare kan weergeven. Toch willen wij althans hun namen eens bekend maken; het is wel de minste hulde, die ons maandblad kan brengen:
Eerelid: Dr. H.J. Kiewiet de Jonge.
Dag. Bestuur A.N.V.: P J. de Kanter, voorzitter; Jhr. Mr. J.L.W.C. von Weiler, ondervoorzitter; Dr. B. de Gaay Fortman, alg. secr.-penningmeester. Directeur B.-C.: Dr. W. van Everdingen; onder-directeur B.-C.: C. van Son.
Oud-Bestuurslid en Lid van Toezicht: Mej. Dr. H.C.H. Moquette.
Oud-Leden van den Staf in het Boekenhuis: Mevr. M.W. Tuinstra-Alers; Mevr. C.F.M. Knol-Dane, Mej. A. van Rijn, Mevr. B. Hoekstra-Cath, Mevr. E. Thomeé-Cath, Mevr. D. Montfoort-Bähler, Mej. C. van Hillegondsberg, Mevr. C.G.M. de Vos-van Everdingen, Mevr. N. van Welsenes-Hannik, Mej. A. Schupper en de heeren: J.H.J. Vink, J.W. de Boer, Mr J.W. te Winkel, J.W.E. van Everdingen, H.G. van Welsenes Jr.
Leden van den Staf: Mej. M.C. Roodenburg, Mej. H.K.M.v.d. Water, Mej. H. van Os, Mej. Chr. Mirande en de heeren: G. Weekhout, K.J.v. Welsenes, Fr. Koote, A. Kuyper, Chr. v. Welsenes en H.J.M. Voskuil.
Boekhouder, Secretares en oud-Secretaressen: de heer W.J.L. Poelmans, Mej. G.P. Hardenberg, Mej. S.v.d. Berg, Mej. G.M. Nobel en Mej. L.v. Leeuwen.
Onze beste wenschen voor den verderen bloei der mooie instelling.
Wie door giften in geld, boeken, tijdschriften en kranten daartoe kan meewerken, verzuime dit niet en stelle zich in verbinding met ‘Beyersoord’ Bilthoven. (Postrekening Bilthoven, nr. 46834.)