II.
Het Hoofdbestuur van het Algemeen Nederlandsch Verbond heeft met diep leedwezen kennis genomen van het bericht, dat de Nederlandsche school te Brussel niet meer toegankelijk wordt gesteld voor andere dan Nederlandsche kinderen.
Het Hoofdbestuur is overtuigd, dat door dit besluit de belangen van Nederland in het bijzonder en van den Nederlandschen stam in het algemeen ernstig worden geschaad.
Bij de Vlamingen neemt het verlangen om onze gemeenschappelijke taal zuiver te spreken en te schrijven en in 't algemeen zich vertrouwd te maken met de Nederlandsche wetenschappen, in de eerste plaats door goed Nederlandsch onderwijs, sterk toe.
De Nederlandsche school te Brussel bood een ongezochte gelegenheid om aan dit verlangen eenigszins tegemoet te komen, daar volgens de tot dusverre bestaan hebbende regeling, indien de plaatsruimte het toelaat, ook Vlaamsche kinderen het onderwijs aan de school te Brussel konden volgen. En Nederland kan slechts worden gebaat door een algemeen ontwikkeld Vlaanderen, waardoor immers de cultureele banden van het stamland met zulk een belangrijk stamgebied als Vlaanderen in belangrijke mate worden versterkt, terwijl toeneming van het economisch verkeer tusschen beide landen - vooral daar deze een gemeenschappelijke grens hebben - daarvan zonder twijfel het gevolg zal zijn.
Wetende dat Uwe Excellentie volkomen doordrongen is van de groote cultureele en economische belangen, welke bij deze aangelegenheid betrokken zijn, hoopte het Hoofdbestuur dat Uwe Excellentie hare medewerking zou verleenen aan geleidelijke uitbreiding van het Nederlandsch onderwijs in Vlaanderen, ook ten bate dezer belangen. Het bericht, dat juist op het tegendeel wijst, is derhalve zeer teleurstellend.
Het Hoofdbestuur is diep doordrongen van den zorgvollen toestand van 's lands financiën, maar van oordeel, dat - waar zoo groote belangen op het spel staan - het niet van wijs beleid getuigt, in deze aangelegenheid ter wille van een misschien geringe bezuiniging die belangen te benadeelen.
Het Hoofdbestuur vertrouwt, dat Uwe Excellentie alsnog zal willen bevorderen, dat op de Nederlandsche school te Brussel de oude toestand hersteld wordt, en dat Uwe Excellentie hare krachtige, onmisbare medewerking zal verleenen aan de uitbreiding van het aantal Nederlandsche scholen in Vlaanderen, toegankelijk behalve voor Nederlandsche ook voor Vlaamsche kinderen.
Met de meeste hoogachting,
(w.g.) DE KANTER, Algem. Voorzitter.
(w.g.) FORTMAN, Algem. Secr.-Penningm.
Het verheugt ons te kunnen meedeelen, dat de Minister voor wat betreft de Nederl. school te Brussel op zijn beslissing is teruggekomen en geen bezwaar meer maakt tegen toelating van niet-Nederlandsche kinderen voor zoover er plaatsen beschikbaar zijn. Aan kinderen, die het Nederlandschap bezitten, zal echter steeds voorrang moeten worden verleend.
Red.