Neerlandia. Jaargang 26
(1922)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdTaalcommissie.
| |
Fraaie taal.‘Het Noord-Hollandsch Dagblad’ schrijft: ‘Op verzoek maak ik musiceerend Alkmaar er op attent, dat morgen- (Woensdag)avond het reeds eerder aangekondigde concert door de Vereenigde Zangers zal plaats hebben. De uitvoering is voor Hongerend Rusland en Armoedend Venen. Het doel is schoon.’ De taal niet. | |
Wie knoeien wil, knoeie goed!B.v. Hij spreke van en schrijve: sigaretten dik façon; chocolade des famille; iemand een brief separaat doen toekomen onder aangeteekend couvert. | |
Gevaarlijk!‘De Preangerbode’ heeft onder leiding van Jan Feith een afdeeling Onder de Streep. In de Juninummers van het blad staan in die afdeeling Ervaringen van een Duitsch onderwijzer aan een H.I.S. De taal van die stukken is buitengewoon slecht en toch vreezen wij, dat vele lezers er het een en ander (en in dit geval Germanismen) uit overnemen. Zouden deze anders niet ongeestig geschreven artikelen er zoo onder lijden, indien ze in goed Nederlandsch waren gesteld? Bovendien heerscht er zoo sterke overdrijving voor ons gevoel in, dat wij meenen, dat de schrijver opzettelijk ons goede Nederlandsch verdraait. Bestede ‘De Preangerbode’ haar ruimte op beter manier! | |
Practijk en theorie.In het ‘Groninger Dagblad’ van 16 Juni j.l. houdt Mr. E.W.C. te Rotterdam een pleidooi voor het gebruik van Nederlandsche rechtstermen, waar mogelijk. In dat pleidooi waardeert hij hooglijk het werk der commissie (wie helpt ons eens aan een goed Nederlandsch woord hiervoor?), die aan het werk toog, ‘om voor het juridisch abracadabra behoorlijker inheemsche uitdrukkingen te vinden’. Maar ook gispt hij het werk van een Nederlandsch hoogleeraar, ‘die zelf zitting had gehad in bedoelde taalzuiveringscommissie en in een door hem geschreven leerboek over procesrecht, verschillende vreemde rechtsuitdrukkingen introduceerde, die - hun duidelijkheid nog geheel daargelaten - zeer wel door Hollandsche konden worden vervangen’. Wij kennen dat werk niet en gelooven gaarne, wat Mr. C. omtrent de taal er van beweert. Edoch, Mr. C., in Uw eigen stukje (niet eens over recht) staan ook ettelijke vreemde woorden, die Ge door goede Nederlandsche zonder eenige schade aan zinsbouw of beteekenis had kunnen vervangen, t.w. juristen, kwesties, discussiën, arena, probleem, geläufige (het goede Nederlandsche woord hiervoor is: gangbare, Mr. C.!), juridisch, constateeren, succes, conservatief, intactlating (prachtig, T.-C.!), procesrecht, introduceerde, purisme, datum, connecties, populariteit. Indien Ge deze vreemdelingen door Nederlanders hadt vervangen, zou waarschijnlijk Uw zinsbouw ook eenige wijziging, d.w.z. meer in Nederlandsche richting hebben gekregen. Den balk en de splinter? Van harte wenscht U beterschap de T.-C. | |
[pagina 136]
| |
Alweer een indringer rijker?De Staatscourant van 28 Juni j.l. bevat het bericht, dat bij K.B. is benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau H.Th. Müller, wnd.hoofdvoorstander der Evang. Broedergem. te Paramaribo. - Kennen onze regeeringsambtenaren hun Nederlandsch zóó slecht, dat ze het Hoogd. Hauptvorstand alleen klakkeloos kunnen veranderen in hoofdvoorstander? Is soms het Hoogd. Bahnhofvorsteher in goed Nederlandsch baanhofvoorstander?
Wèl, erg is het onderstaande; menig Nederlander meent, dat hij zóó goed Nederlandsch schrijft. Mooi zoo, Mijnheer Polak! Ombouw. Hoogvereerde Redactie! Met groot Vergenoegen las ik in uw Morgenblad van den 14den dezer Maand, in het Bericht der Stadverordendenverzameling, die op den vorigen Dag daagde, dat besloten geworden is tot den ombouw van het Raadhuis. Het zij mij echter veroorloofd de Bemerking te maken, dat hier meer de Rede is van Nieuwbouw, daar immers de Huizen langs de Graven, in welker Aardgeschotten thans zoovele Aangestelden in ongunstige Omstanden werken moeten, nedergereisd zullen worden. Ik hoop, dat op het vrij te komen Grondstuk Hoogbouw moge verrijzen, opdat de smalle Graven op gelijken onhollandschen Aard verschoond moge worden, als onze Moederspraak verrijkt wordt met entsprekende Woorden als ombouw. Hoogachtingsvol, HENRI POLAK.
[Heel goed! Weg met de germanismen. Verschillende raadsleden hebben in die zitting voortdurend van ‘ombouw’ gesproken, en onze verslaggever heeft het ook eens of tweemaal laten staan. Red. H.]. | |
Uit de Dordrechtsche Courant.Het woord ‘rangteeken’ is bij ons niet gebruikelijk, men bezigt meer ‘distinctief’ en ‘onderscheidingsteeken’. Distinctief is een vreemd woord en moest bij een vaderlandsche instelling als het leger in 't geheel niet gebruikt worden. 't Is niet alleen een vreemd, maar ook een onwelluidend woord, samengesteld uit harde klanken. Spreekt het maar eens langzaam lettergreep voor lettergreep uit: dis-tinc-tief. Klinkt het niet leelijk? Stellig klinkt voor fijne ooren distinctief leelijk; maar..... het is een vreemd woord en dan.... vindt zelfs de onontwikkeldste het mooi. Alle soldaatjes begrijpen het dadelijk en.... rangteeken niet! | |
Uit de openingsrede der Staten-Generaal.De bedrijven.... zullen aldus zijn te beheeren, dat nadeelige sloten worden vermeden, beteekent toch: zullen beheerd kunnen worden. Van moeten beheerd worden, wat misschien bedoeld is, is er dus alleen sprake, als het eens schikt? | |
Proeve van slecht rondzendbrief-Nederlandsch.Namens het Interprovinciale Spoorwegcomité, bestaande uit vertegenwoordigers van een groot aantal vereenigingen en organisaties in Friesland, Groningen, Drente, Limburg en Zeeland, hebben wij de eer het volgende onder uwe aandacht te brengen. Door ons comité wordt gewerkt aan het behoud van een degressief tarief voor spoorwegreizigers (speciaal door wederinvoering van kilometerkaarten). Bij dat werk heeft het ons gefrappeerd dat de spoorwegreiziger vrijwel weerloos staat tegenover het spoorwegbestuur, zoowel in feite als in rechte. In feite, omdat bij het spoorwegbestuur wel de aandeelhouders en de beambten, doch niet de reizigers een vertegenwoordiging hebben; omdat de regeering volstrekt niet meer objectief en controleerend tegenover de vervoersmaatschappijen blijkt te staan en omdat de toch al overbelaste volksvertegenwoordiging den tijd en, politiek gesproken, de vrijheid mist om zich te belasten met de taak van vertegenwoordiging der consumenten bij de groote vervoersmaatschappijen. In rechte omdat het contract tusschen reiziger en spoorwegmaatschappij wel in theorie evenzeer door den rechter beschermd wordt als elk ander contract, doch omdat in de practijk van die bescherming weinig overblijft, daar het finantieele belang bij dit contract voor den reiziger in ieder geval veel te gering is om daarvoor de risico van een proces op zich te nemen. Eerst wanneer een organisatie van spoorwegreizigers bestaat, die in belangrijke gevallen voor haar leden optreedt en dus hun theoretisch recht verwerkelijkt, is er kans dat de vervoersmaatschappijen voorzichtiger zullen worden met het aantasten van het recht van den spoorwegreiziger. Waar wij in onze actie eenerzijds zoo ernstig te klagen hebben over een bepaalde rechtsmiskenning, over een duidelijke aantasting van onze economische positie, waarbij men zelfs de moeite niet neemt zijn houding ernstig te motiveeren, anderzijds uit tal van tot ons gekomen klachten ervaren hebben, dat de bovenbedoelde rechteloosheid door velen als zoodanig gevoeld wordt, hebben wij, terwijl wij voorloopig voor onszelf onze actie doorzetten, het initiatief genomen tot bijeenroeping van een vergadering van vertegenwoordigers van belanghebbende algemeene, provinciale en locale vereenigingen over geheel Nederland met het doel om te komen tot een in het centrum gevestigde organisatie van alle Nederlanders, die reizen, ten einde hen in feite en in rechte te vertegenwoordigen tegenover de oppermachtige vervoersmaatschappijen. Terwijl wij U bij dezen uitnoodigen een vertegenwoordiger te zenden naar een in het centrum des lands te houden constitueerende vergadering (waarvan wij U plaats en tijd - vermoedelijk 7 Juli, 's middags, Amsterdam - nader zullen mededeelen), doen wij U hiernevens een kort overzicht der door ons ontworpen concept-statuten toekomen om duidelijk te maken in welken vorm wij onze voorstellen denken te doen. |
|