Boekbespreking.
Een mooi en practisch Sint-Nicolaasgeschenk.
Wat is het altijd heerlijk, als men, zoo tegen den tijd dat het naar Sint Nicolaas loopt, eens opmerkzaam wordt gemaakt op iets nieuws, waarvan wij zeker weten dat het een welkome verrassing zal wezen voor degenen, die ermede verblijd moeten worden.
En daarom dacht ik dat het nu de tijd was om een aardig boekwerkje eens in wijderen kring bekend te maken.
Het ligt voor me, terwijl ik dit schrijf en telkens betrap ik me er op, dat ik na elken regel schrift, weer een paar bladzijden van het belangwekkende boekje zit te snoepen.
Dat moet nu eens uit zijn, en daarom ter zake.
Het is de Pestalozzi-kalender, voor de Nederlandsche jeugd, samengesteld en uitgegeven door (en dus ook verkrijgbaar bij) den Heer W.J.H. Leuring, Huize Middelaer, te Mook.
Toevallig weet ik, dat de samensteller op een zonnige hoogte woont, want Huize Middelaer staat op een 30 Meter hooge terp, en dit wetend begrijp ik, hoe een zonnige gedachte een zonnige dag en - ja, dat moet immers wel - een zonnig hart, den Heer Leuring genoopt en geïnspireerd hebben tot het samenstellen van dit jaarboekje, dat zoo duidelijk blijk geeft van het vertrouwen en de liefde, die deze kindervriend in en voor het jonge opkomende geslacht koestert.
In 1908 kwam voor het eerst de Zwitsersche Pestalozzikalender uit, en als onafscheidelijke vriend en raadgever van de jongere en oudere studeerende jeugd heeft hij een grooten baanbrekenden invloed uitgeoefend.
Op de groote Zwitsersche ‘Landesausstellung’ verwierf hij de hoogste onderscheiding in de afdeeling Onderwijs en het Zwitsersch onderwijzersblad schreef: ‘Es ist nicht auszudenken welchen Segen der Pestalozzi-kalender verbreitet; er ist ein Miterzieher erster Güte!’
Het boekje is een school- of studie-agenda, maar de meest verrukkelijke schoolagenda, die een schoolgaand of studeerend jongmensch of jongmeisje ooit zou kunnen wenschen.
Naast de agenda, verlucht met portretten van beroemde mannen en vrouwen, waarbij een beknopte levensbeschrijving is gevoegd, laat het bij elken datum overvloedig ruimte voor het aanteekenen van huiswerk.
Verder bevat het een aantal afdeelingen: gegevens en wetenswaardigheden, te veel om op te noemen, en is op keurige wijze met afbeeldingen versierd o.m. van binnenlandsche en buitenlandsche kunstschatten.
Om eens even een greep uit den inhoud te doen: ‘Leesboeken (aanbevolen, geleende, uitgeleende): Maten en gewichten; Interesttafel; Hollandsche Schilderschool; Natuurkundig allerlei; Geometrie; Verbes irréguliers; Touwknoopen; Reuzenkrachten in dienst van den Landbouw; Sterrenhemel; Kunstgeschiedenis, enz., enz., enz.
Dat alles in een handig en beknopt formaat, niet grooter dan een klein schoolboekje.
Toen het boekje bij ons op tafel lag, grepen er zes handen naar en .... ik schaam me er wel een beetje voor, maar ze wilden het gèèn van drieën prijs geven; het werd een heel gekibbel.
Toen heb ik er nog twee nabesteld.
En heusch, daar ontkomt U ook niet aan, dat zult U zien; want dit is nu eenmaal gèèn geschenk, waarbij Jan zal zeggen: ‘Och geeft U 't maar aan Piet’; of de oudste: ‘Nu, geeft U 't dan maar aan de kleinste.’
Daarom als U èèn kind hebt, bestel er dan een; heeft U er drie, dan moet U er noodzakelijk drie bestellen, maar heeft U er tien, bestelt U dan maar gerust meteen tien tegelijk.
Zaandam, 18 September 1922.
A.C. VEEN-BRONS.