Neerlandia. Jaargang 26
(1922)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdOost-Indië.‘Indische gezondheid’.In de Aprilafl. schreef ik: ‘Ik weet niet of de levensverzekeringmaatschappijen tegenwoordig nog de tarieven voor “den Oost” hooger stellen dan voor Europa - zooals men vroeger deed; ik geloof dat men er van teruggekomen is.’ Ik noemde daarbij ook de Nillmij. (Ned. Ind. Lev. en Lijfr. Mij.) Naar aanleiding daarvan zond het Hoofdbestuur van deze maatschappij mij een zeer verdienstelijk boekje, op haar verzoek samengesteld en bestemd om uitgekeerd te worden aan de in Nederland nieuwverzekerden, die naar Indië gaan. Het boekje draagt den titel: ‘Indische gezondheid.’Ga naar voetnoot1) In de inleiding wordt aardig uiteengezet, dat verzekerde en verzekeraar één belang hebben. We lezen daar o.m.:
‘Waarde Lezer’,
‘Op grond van Uwe goede gezondheid, die uit het gunstige keuringsrapport bleek, zijt gij opgenomen in de groote en overal verspreide Nillmij-familie, en er is dus een zeker verband gelegd tusschen Uwe lotgevallen en de Nillmij. Gaat 't U goed, dan varen ook wij daar wèl bij; het is dus niet alleen in Uw belang, dat Uwe goede gezondheid in Indië bewaard blijft, maar ook in het onze. Dit gemeenschappelijke belang was aanleiding tot het uitgeven van dit boekje. Wij stelden het samen, en indien Gij nu de daarin gegeven wenken ter harte neemt, zijn wij beiden daarmee gebaat.’
Het boekje is gemoedelijk, eenvoudig, aardig, leuk geschreven en de raadgevingen stemmen volkomen overeen met mijne ervaringen; terwijl de teekeningen van den heer L. van den Berg aan het hoofd en aan het slot der hoofdstukjes zich op geestige wijze aansluiten aan den inhoud van den tekst. Op den netten omslag vindt ge alleen geteekend een klapperboom en daarachter een gloeiende opgaande zon; 't zou niet ongepast geweest zijn er de vier reusachtige muskieten van blz. 8 bij geplaatst te hebben, want ‘tres faciunt collegium’ in Indië: klappers, gloeiende zon en muskieten. Ik wil even de titels der hoofdstukjes opsommen, dan weet de lezer waar 't over gaat: Angst voor Indië (tegen 't vooroordeel, gegrondvest op een enkel droevig geval in eigen familie of vriendenkring). Koortsen - Malaria. Huid en kleeding (daarboven is de natte wasch geteekend, door baboe Mina of den ‘toekang menatoe’ zorgvuldig opgehangen. Spaar uw lichaam (tegen overschatting van eigen kracht; aanbevolen de les van bergbeklimmers: langzaam marcheeren met gelijkmatigen pas; daaronder geteekend een lange stoel met een rustenden meneer). Drinkwater en vliegen (daaronder geteekend een waterketel boven 't vuur: kook uw drinkwater!). Inenting (tijdig, tegen pokken, cholera, typhus). Alcohol (drie volle druiventrossen er boven geteekend, | |
[pagina 131]
| |
er onder een vierkante pot met een staand en een omgevallen bitterglas). Wij treffen in dit hoofdstukje ‘enkele medische waarheden aan:’
Van alle maag- en ingewandsziekten wordt een groot deel door alcohol veroorzaakt. Gij kunt uw lever het vlugst ruïneeren met alcohol. Een gezonde jonge man, die matig en verstandig leeft, behoeft de tropenhitte niet te vreezen. Gevaarlijk is het warme klimaat alleen - maar dan ook zéér gevaarlijk - voor alcoholdrinkers).
Geslachtsziekten (dadelijk behandeling door een geneesheer; medisch onderzoek vóór 't huwelijk, waarbij de leuke raadgeving: ‘De eenvoudigste manier is dan immers, dat gij Uwe bestaande verzekering bij de Nillmij verhoogt - dan is één gang naar den dokter voldoende. Afgesproken?) Varia (verschillende raadgevingen voor kleeding en voeding). Baby (over kinderopvoeding. Aan 't slot: ‘Ik had 't steeds over de plichten van Mama tegenover baby. En de vaderplicht? Volgt een teekening van een aardig schoolmeisje op een fiets met 't onderschrift: Studiebeurzen, ook voor meisjes.) Ten slotte eenige verdienstelijke hoofdstukjes: Eerste hulp bij ziekte. Eerste hulp bij ongelukken. Vergiftiging. Normaal gewicht: tabel naar Heubner.
Wij willen even nader stilstaan bij hetgeen in 't midden wordt gebracht over de Indische sterfte. Terecht wordt gewaarschuwd tegen den overdreven angst voor 't ‘moordende klimaat’ van Indië, die vaak voortspruit uit één ongelukkig sterfgeval van een bloedverwant of een vriend.Ga naar voetnoot1) Maar toch kan niet ontkend worden ‘dat de sterfte in Indië beslist hooger is dan die in Nederland b.v.’ Om dit te bewijzen wordt een grafische voorstelling gegeven, gegrondvest op de volgende gegevens: 1. De Tafel van Berkhout, een ervaringssterfte, opgemaakt uit de cijfers van de mannen-deelgenooten der Indische weduwen- en weezenfondsen, gedurende de jaren 1899-1910. 2. De z.g. Ambtenarentafel, die gebezigd is ten behoeve van het Nederlandsche Pensioenfonds voor weduwen en weezen van burgerlijke ambtenaren en gegrond op ervaringen in het tijdvak 1891-1899. Een blik op deze teekening doet zien dat er wel degelijk verschil bestaat. De Indische lijn is voortdurend iets hooger, maar loopt tot het 40e levensjaar vrijwel evenwijdig om daarna tot den 60-jarigen leeftijd meer van de Nederlandsche af te wijken: een steeds klimmend sterftecijfer dus boven het 40e jaar. Op 't oogenblik heb ik geen meerdere gegevens beschikbaar om dieper op de zaak in te gaan. De aangevoerde bewijsstof is niet zeer groot en behoeft ongetwijfeld aanvulling. Tegenover de kwaadaardige meer in 't bijzonder Indische ziekten als cholera, dysenterie, spruw, enz. staan er andere in Europa als roodvonk en dergelijke, die huisgezinnen en gemeenten duchtig kunnen teisteren. Misschien kan de bestrijding, hier in 't Westen meer invloed ten goede oefenen. De meerdere sterfte boven den 40-jarigen leeftijd zou misschien kunnen toegeschre ven worden aan het verschijnsel, dat de meegebrachte Westersche kracht dan onder de felle tropische zon geleidelijk uitgeput raakt. En ten slotte kom ik terug op de reeds vroeger door mij gemaakte opmerking: Als men vraagt: ‘Is het Indische klimaat ongezonder,’ dan moet geantwoord worden met de tegenvraag: ‘welk klimaat bedoelt ge: het afmattende aan de kust of het opwekkende in 't gebergte?’ Hoe 't zij, 't geding is naar mijn bescheiden meening nog niet uitgemaakt en zooveel is zeker, dat er voor een onredelijken angst om naar Indië te gaan volstrekt geen reden is; dát doet het boekje der Nillmij duidelijk genoeg uitkomen. Vooral, als men als een denkend wezen derwaarts gaat, zich voldoende in acht neemt, luistert naar goeden raad en begrijpt, dat men zich moet aanpassen aan een geheel nieuwe levenswijze. Daarom een enkel woord nog over: Alcohol en..... nog iets. Werd vroeger, zelfs door bezadigde lieden, de raad gegeven: ‘Houdt het vleesch goed onder den pekel’ en lieten de menschen der ‘kompanie’ en nog op den huidigen dag zeer velen zich dien raad gaarne welgevallen, de Nillmij kiest beslist partij tegen den alcohol, gelijk de lezer hierboven kan zien. En zeker, laat men zich aan dien raad houden, gelijk velen tegenwoordig reeds doen. Ik meen dat de Indische ‘bittertafel’ de verdwijning nabij is. Ik zeg: het veiligst is het zich te onthouden, al zou ik de stelling niet durven onderschrijven, dat een matig gebruik beslist noodlottig voor de gezondheid zou zijn. Er is misschien een ander euvel, dat even gevaarlijk is; het is de al te lichtzinnige omgang met de dochteren des lands, waardoor menige gezondheid geknakt wordt. Veel werkt er in Indië toe mede om aan dien hartstocht den ruimen teugel te vieren. En dan is er ten slotte een deugd, die in Indië een ondeugd kan worden; het is, zich als 't ware af te jakkeren in de afmattende kusthitte. Men kan dáár niet doen wat men in 't Moederland doet, vooral in den winter. Er wordt in Indië flink gewerkt, maar men moet daarbij zelf kunnen gevoelen, ‘wat de schouders kunnen dragen en wat niet,’ zooals 't boekje zegt met een Italiaansch spreekwoord: ‘Chi va piano, va sano; chi va piano, va lontano’ (wie langzaam gaat, gaat goed; wie goed gaat, gaat ver). Men behoeft in Indië nog geen Slijmering (Multatuli) te worden, maar.... een beetje toch wel. Ten slotte, wij hopen dat velen, die naar Indië vertrekken van dit boekje profijt mogen hebben. En de Nillmij voegt er zeker bij: ‘Dat hoop ik ook, want dan is 't een bewijs dat velen hun leven bij mij laten verzekeren.’ |
|