Uit Budapest.
Aan een verslag van onzen vertegenwoordiger, den heer J. Vreede, is het volgende ontleend:
Het omwentelingstijdperk na den oorlog en vooral dat van het communisme waren oorzaak, dat van de weinige Hollanders, die hier verblijf hielden, nog maar zéér weinige overbleven. Maar onder die zéér weinigen bestaat een levendige verstandhouding, daar zij eenen vertrouwelijken vriendenkring vormen, waarin de Hollandsche geest onverzwakt voortbestaat, ofschoon de leden allen reeds ongeveer 20 jaar in het buitenland vertoeven. Het middelpunt van dezen kring, bestaande uit drie families en enkele ongehuwden (enkele Hollanders zijn met Hongaarsche vrouwen getrouwd), vormen de Consul-Generaal en echtgenoote, de heer en mevrouw Fleddérus, die hun gastvrij huis ook steeds voor zéér velen der Budapest bezoekende Hollanders openstellen. Hunne onvermoeide werkzaamheid op het gebied der weldadigheid heeft bij de Hongaren groote dankbaarheid gewekt, zoodat Nederland en zijne bewoners als weldoeners van het door den oorlog zoo zwaar beproefde Hongarije in de achting en liefde der Hongaren zéér hoog aangeschreven staan. Landgenooten, die Budapest bezoeken, ondervinden hiervan de aangename gevolgen; het is voldoende Hollander te zijn om hier door ieder met de grootst mogelijke voorkomendheid behandeld te worden.
Sinds October 1921 staat aan het hoofd der Nederlandsche Kolonie te Budapest, Jonkheer Michiels van Verduynen als zaakgelastigde van het Nederlandsch Gezantschap. De vestiging van dit Gezantschap draagt zéér ertoe bij om de Hollandsche belangen in Hongarije krachtig te ondersteunen.
In het bijzonder ten dienste van Hollanders werd hier een ‘Reis- en Inlichtingenkantoor’ opgericht, waar onze landgenooten vóórgelicht en voortgeholpen worden.
Ook verschijnt hier sinds eenigen tijd de ‘Magyar-Holland Tzemle’ (Hong.-Holl. Revue) met het doel om Nederland en zijne bewoners bij de Hongaren nader bekend te maken.
Dit alles getuigt van een levendige werkzaamheid ter bevordering van Nederlandsche belangen; een verder werken in deze richting zal ongetwijfeld de vestiging van méér landgenooten in Hongarije in de hand werken, zoodat ik in verdere jaren waarschijnlijk véél meer van het leven der Hollandsche Kolonie te Budapest te berichten zal hebben.