In Nederland Nederlandsch.
Mijne Heeren,
Op mijn kantoor ontving ik heden een uittreksel van de rekening van dit kantoor bij een fa. in Amsterdam.
Dit uittreksel was geheel in het Duitsch geschreven.
Mijn zaak is eene Fransche naamlooze vennootschap en dus is het reeds bizonder weinig taktvol van die Amsterdamsche(?) firma tegenover eene Fransche om de Duitsche taal te gebruiken.
Wat mij echter als Hollander kwetst en waarom ik mij dan ook tot uw Verbond wend (waarvan ik sinds jaren lid ben) is het feit, dat vreemdelingen zich in ons land komen vestigen, er eene Nederlandsche firma oprichten en aan onze taal of gebruiken geen aandacht schenken.
Ook dit is, op zijn minst genomen, ontaktvol.
Met het oog op de vele buitenlanders, die zich sinds den oorlog, in Nederland zijn komen vestigen, is het mijns inziens zaak, dat van Hollandschen kant daar zoodra mogelijk op gewezen wordt en zoodoende zooveel mogelijk vermeden wordt, dat buitenlandsche koloniën zich in ons land vestigen en ons hun taal en hunne manieren komen opdringen.
Hoogachtend
Parijs, 19 Juli 1922.
Ph.L.v. HEMERT.
Wij zijn 't met den inzender eens. De vreemdelingen, die zich in Nederland vestigen en zaken drijven onder Nederlandschen naam, behooren zich te bedienen van de Nederlandsche taal tegenover Nederlanders en hun stamverwanten.
Red.