Ingezonden.
De toestand van Groep Nederland.
‘De Voorzitter noemt den toestand van Groep Nederland slecht. De enkele jaren geleden doorgedreven verandering is niet gelukkig gebleken. De instelling van een Groepsraad blijkt geen gelukkige greep te zijn geweest’.
Deze zinnen uit het verslag der vergadering van het Hoofdbestuur van 24 Juni l.l., opgenomen in Neerlandia van Augustus, vereischen toch enkele kantteekeningen.
De ‘enkele jaren geleden doorgedreven’ hervorming, doorgedreven door Marcellus Emants en mij, was - een inspuiting in een verstikt lichaam. Dordt had de Groep naar den kelder gewerkt. Achtereenvolgens waren de meesten, die warm voelden voor een levende Groep, door de ondervonden tegenwerking de heele zaak beu geworden. Feitelijk was de Groep niets dan een bijdrageninnende machine. En wij gingen uit van de juiste grondgedachte, dat alleen door de Afdeelingen tot nieuw leven te wekken, heel de Groep daartoe kon geraken. Lukte dit niet meer, was al het leven er te zeer uit, dan was het eenige, dat overbleef: de Afdeelingen weer op te heffen, en terug te keeren tot den toestand van voor 1900.
De Groep Nederland bleek inderdaad doodgedrukt. Alle pogingen door Emants en mij gedaan bij mannen van wie een levenwekkende leiding kon uitgaan om het voorzitterschap op zich te nemen, mislukten. Niemand had lust er zijn goeien tijd en krachten aan te wagen. En terwijl Dordt bovendien uit alle macht remde, viel er ook aan een levenwekkend secretariaat niet te denken. Geen wonder dat dus de al te laat gekomen hervorming niets meer gaf. Alleen de Afdeeling Den Haag, kreeg, dank zij de opwekkende aanstichting van mijn opvolger, Kapitein Oudendijk, nieuwe fut. Had hij zich, gelijk ik hem gevraagd had, ook voor de leiding van heel de Groep willen beschikbaar stellen, er ware een nieuwe kans voor haar gekomen.
Men moet dus niet de oorzaak zoeken, waar zij niet liggen kan: Als er in de Afdeelingen in 1919 nog genoeg leven ware geweest, de proef met de hervorming zou dat leven hebben moeten versterken. Nu zal het wijst zijn, alle Afdeelingen, die ingeslapen zijn, rustig dood te laten en de leden ervan rechtstreeks te verbinden met een heel klein Bestuur voor de Groep, dat niets meer zal behoeven dan eigenlijk een Penningmeester, om voor het Hoofdbestuur de gelden te innen. Het werken aan wat de taak van Groep Nederland had moeten zijn, zal dan, als de geest er toe getuigt, aan een andere vereeniging toevallen.
Den Haag, Aug. 1922.
L. SIMONS.
De heer Simons stelt de schuldvraag over den achteruitgang van Groep Nederland en zoekt de oorzaak bij Dordt.
Nu is 't een waarheid, dat in moeilijke dagen zoo gaarne gezocht wordt naar een zondebok, die met de geheele schuld beladen wordt. Wij willen niet zoo eenzijdig zijn. De ellendige oorlogsjaren hebben aan de Groep Nederland gelijk aan het geheele Verbond schade en verdeeldheid gebracht. De Groep werkte ook onder zeer moeilijke omstandigheden. Het komt niet bij ons op ‘Dordt’ te verheerlijken, maar wij mogen en moeten toch wijzen op het feit, dat, zoolang de voorzitter van het Hoofdbestuur ook voorzitter van Groep Nederland was, deze Groep geleidelijk vooruit ging, de Jaarvergaderingen druk bezocht werden en dat de verslagen van een opgewekt leven getuigden.
Sedert men zich van Dordt los maakte en de Groep op eigen beenen ging staan, is zij gaan kwakkelen en de verstikking, waarvan de heer Simons gewaagt en die wij liever een tijdelijke inzinking willen noemen, lijkt ons veeleer het gevolg te zijn der te sterke ‘inspuiting’. Er zullen wel heel weinig oud- en nieuwe Groepsbestuurders zijn, die het, voornamelijk door den heer Simons in elkaar gezette, theoretische reglement in bescherming nemen. Integendeel hebben wij nog nooit anders gehoord, dan dat het een minder gelukkige proeve van wetgeving is gebleken, die veel geld verslond, dat beter aan het zuivere Verbondswerk ware ten koste gelegd. De hervorming, met goede bedoelingen ingevoerd en door de oude leiding niet tegengewerkt om den tegenstanders eens een kans te geven te toonen, dat zij het werk beter kon doen, is o.i. een misvorming gebleken.
Een vergelijking van de jaarverslagen der Groep Nederland vóór en na het losraken van Dordt zou zelfs den heer Simons moeten overtuigen, dat de tegenstanders in gebreke zijn gebleven te toonen, dat ze beter leiden konden dan de gesmade voorgangers.
Om verder verval te voorkomen, heeft het Hoofdbestuur moeten ingrijpen. Het hoopt binnenkort een nieuw Groepsbestuur met een vereenvoudigd reglement te zien optreden en het geheele A.N.V. weer zijn kracht te zien openbaren in éénheid.
Het Hoofdbestuur.