Neerlandia. Jaargang 26
(1922)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdNog eens de (Brusselsche) Standaard over Insulinde.In een vervolgartikel (zie de Juni-aflevering, blz. 77) heeft het Brusselsche blad het over het hooge peil der wetenschap in Nederland. Maar.... ‘de Hollander, die een goed zakenman is, beoefent die wetenschap hoofdzakelijk voor economische belangen en niet om de wetenschap zelf’Ga naar voetnoot1). Wat Holland zelf betreft, wordt gewezen op een paar voorbeelden: bloembollencultuur en zeevisscherij; tengevolge van de wetenschappelijke leiding heeft Holland met deze twee bedrijfstakken zijn mededingers overvleugeld. En zoo is 't ook in de Koloniën. Er wordt o.m. gewezen op 't phytopathologische Instituut te Buitenzorg, op de verschillende proefstations voor suiker, thee enz. enz., op de kranig in Oost-Indië bevorderde cultuur van den uit Belgisch Congo ingevoerde oliepalm. De schrijver besluit: ‘Werken op grond van wetenschappelijk onderzoek, dat is de ruggegraat van de groote economische bloei van Nederlandsch Oost-Indië.’ Ik meen, dat die lof welverdiend is en in de dagen van groote bezorgdheid, die Indië thans doorleeft, kan 't ook hierom moed houden: Alles zal recht komGa naar voetnoot2). Vooral als men - waartegen ik vroeger herhaaldelijk waarschuwde - de loonen in Indië niet onnoodig opschroeft naar Westerschen trant. Wetenschappelijke leiding en wel goede maar geen opgeschroefde loonen, zijn de twee voorwaaiden, waarvan Indië's economische bloei afhangt. | |
[pagina 105]
| |
En het is ongetwijfeld eene geruststelling in bange dagen, dat wij er op mogen wijzen: Nederland zit niet stil! Reeds herhaaldelijk wezen wij op de moeilijke taak van Nederland, wat betreft zijn uitvoer naar Insulinde. Er is een wedijver, schier onder alle volkeren der wereld. om zich een flink deel van dien koek toe te eigenen. Die wedijver kan geen kwaad. Mits Nederland wakker blijve. En... men blijft gelukkig wakker. Zonder in uitvoerige bijzonderheden af te dalen, mag in 't algemeen met ingenomenheid gewezen worden op den zeer vruchtbaren arbeid van de Vereenigingen, die de kennis aangaande Nederland en Koloniën in den vreemde trachten te verbreiden en de banden van vriendschap met andere volkeren nauwer toe te halen. Overal lezingen, rolprenten, tentoonstellingen; te Stockholm, Marseille, Madrid, enz.; vooral die te Bazel was een groot succes: 25000 bezoekers in 10 dagen. Nu is Kopenhagen aan de beurt en de toeloop dáár is nog veel grooter. Het kan niet anders. of dat alles moet zegenrijk inwerken op den uitvoer, en dientengevolge op den bloei van Insulinde's voortbrengselen En met die verhoogde welvaart is Nederland zijdelings gebaat. Want, als de uitvoer van daar ginds vermeerdert, neemt de koopkracht der bevolking toe. Nederland zal dan wel zorgen, dat het zijn voortbrengselen in Insulinde bij voortduring weet af te zetten. Als de Barneveldsche kuikens en de Boskoopsche rozen naar Engeland vliegen, tot schrik van de mededingers aldaar, zal onze ondernemingszucht er wel voor zorgen, dat wij in Indië niet geheel van de markt verdrongen worden. |
|