zijn vaderland krachtig gewerkt (o.a. als redacteur van het blad Debreczen) en al sedert 1884 zijn er van zijn hand in verschillende Nederlandsche tijdschriften, dagen weekbladen, stukken en opstellen van allerlei aard verschenen. Hij dacht in het Nederlandsch, en schreef er, bijgevolg, in als een Nederlander. En met Nederlandschen humor.
Dr. Nagy werd den 25sten April 1860 te Szolnok geboren. Hij heeft te Budapest en te Utrecht in de godgeleerdheid gestudeerd; is korten tijd hulpprediker geweest (het eerst te Hermannstadt), maar, toen een vaste predikantsplaats te lang op zich liet wachten, vond hij zich genoodzaakt naar het gymnasiaal onderwijs over te gaan; hij promoveerde tot doctor in de letteren, en heeft gedurende vier en twintig jaren voornamelijk Latijn en Duitsch, maar ook Fransch en Hongaarsch onderwezen. Voor docent was hij als geboren.
Bij zijn begrafenis hebben verschillende sprekers den edelen vriend, den voortreffelijken leeraar, den begaafden geleerde, den uitnemenden Christen, als ‘een der allerbesten van het Vaderland en van de vaderlandsche Kerk’ een laatsten groet gebracht, onder groote belangstelling uit allerlei kringen. Hier wordt een woord van dankbare gedachtenis gewijd aan den warmen vriend en vereerder van ons Vaderland, dat hij zijn tweede, zijn geestelijk vaderland placht te noemen. Een benoeming tot Hoogleeraar in de Nederlandsche Taal en Letterkunde aan de Universiteit te Debreczen was sedert eenigen tijd in voorbereiding bij de Hongaarsche regeering en werd spoedig aanstaande geacht. Hij heeft dien zonnestraal op zijn vaak moeilijk leven, deze vervulling van een vurigen wensch, de welverdiende bekroning van een zoo welbestede werkzaamheid, helaas, niet mogen beleven.
Leiden, April 1922.
A. BEETS.