Ingezonden.
Het gevaar van Persoonlijkheid.
In het voorlaatste nummer van Neerlandia zag ik een stukje van H. de Groot, overgenomen uit de ‘Avondpost’, dat mijn aandacht trok, wijl deze zaak de Maatschappij voor Beeldende Kunsten uitteraard veel belang inboezemt.
Immers sedert het vorig jaar tracht de Maatschappij belangstelling te wekken voor de Nederlandsche Toonkunst door jaarlijks met het uitnemende gemengd koor ‘Schola Cantorum’ onder de beproefde leiding van Hubert Cuypers een Nederlandsch Toonkunst-Concert te geven.
Dat zou niet kunnen als er geen Nederlandsche Toonkunst bestond, doch het zal waarschijnlijk niet kunnen, omdat het Nederlandsche publiek voor Nederlandsche Toonkunst niets voelt.
Het eerste Concert heeft de Maatschappij ± f 4000 gekost. De zaal van het Concertgebouw was ± voor de helft gevuld met leden en genoodigden. Het aantal menschen, dat in de hoofdstad des Rijks een rijksdaalder bleek over te hebben voor de eigen toonkunst, bedroeg 23.
Een rondschrijven aan een 300 tal rijke Nederlanders om door een jaarlijksche bijdrage ons streven. de Nederlandsche Toonkunst te propageeren, te willen steunen, werd beantwoord door één Amsterdammer met f 10 en één Twentsche fabrikant met f 25.
Met andere woorden het ontbreekt ten onzent niet aan Hollandsche Muziek op Hollandschen tekst, doch aan belangstelling bij ons publiek.
Onze Maatschappij ontvangt nu van de Gemeente Amsterdam uit de belastingen op de publieke vermakelijkheden een subsidie van f 1500. Dit is een eerste stap in de goede richting, doch als de Staat en rijke Nederlanders, die zich werkelijk Nederlander gevoelen, niet steunen, vrees ik, dat de Maatschappij haar met groote liefde aanvaarde taak, om de Nederlandsche Toonkunst te doen hooren, er spoedig bij zal moeten neerleggen.
Wie steunen wil door als donateur der Maatschappij toe te treden, kan zich om nadere inlichtingen wenden tot ondergeteekende,
N. VAN HARPEN.
Dir. Mij. voor Beeldende Kunsten
Heerengracht 495, Amsterdam.