Neerlandia. Jaargang 25
(1921)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdBeknopt overzicht der Hoofdbestuursvergadering van 26 Januari 1921 te 's-Gravenhage.Aanwezig: de heeren P.J. de Kanter, Voorzitter, Jhr. Mr. J.L.W.C. von Weiler, Onder-voorzitter, Mr. B. de Gaay Fortman, Secretaris-penningmeester, Mevrouw A.C. Veen - Brons en de heeren Ch.R. Bakhuizen v.d. Brink, Dr. Th. Lens, Dr. W. van Lingen, Kapt. K.E. Oudendijk, Kol W.C. Schönstedt, C. Statius Muller, Th.G.G. Valette en C van Son, Administrateur. Afwezig met kennisgeving: de Heeren Dr. M. Alvares Correa, J.S.C. Kasteleyn, Jhr. Mr. G.A.K. Michiels van Kessenich, Mr. Dr. C.F. Schoch. | |
Morgenvergadering.De Voorzitter opent te kwart over elf de vergadering en geeft het woord aan den heer Prof. Flor Heuvelmans, die een historisch overzicht geeft van de Vlaamsche Beweging en het ontstaan van het Activisme. Spreker verklaart en verdedigt ook de houding van de Activisten gedurende den Wereldoorlog. De beschouwing geeft aanleiding tot eenige gedachtenwisseling, waarbij enkele leden van oordeel zijn dat zij den tijd der vijandelijke bezetting van België niet gelukkig gekozen achtten voor de Vlaamsche actie, zooals die zich in den wereldoorlog heeft geopenbaard. De Voorzitter dankt den heer Heuvelmans voor zijn duidelijke uiteenzetting der vele Vlaamsche grieven, welke den leden ongetwijfeld een helderder inzicht in de Vlaamsche Beweging heeft gegeven. | |
Middagvergadering.Punt II. Notulen der vergadering van 18 December 1920. Onveranderd goedgekeurd.Punt III: Ingekomen stukken en mededeelingen o.a.Het Dag. Bestuur zal met de Indische afgevaardigden en twee bestuurders der Groep Indië een samenkomst hebben over de belangen der Groep.
De voorzitter is met de heeren Bakhuizen van den Brink en Roessingh van Iterson in gehoor ontvangen door Z. Exc. Gouverneur-Generaal Mr. Fock.
De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft afwijzend beschikt op een verzoek om verhooging der Regeeringssubsidie voor het A.N.V.
Dankbetuiging van den heer E. Besse voor steun ten behoeve der Tentoonstelling van Vlaamsche Kunst.
Dankbetuiging van den heer F.C. Stoop te Londen voor den steun over 1920 voor den Nederlandschen leerstoel te Londen.
Als toeziend lid van de Boeken-Commissie is op voordracht van den Directeur benoemd: Mej. Dr, H.C.H. Moquette te Rotterdam.
Uit de laatste nummers van Neerlandia is door de groote en kleine pers zooveel overgenomen, dat ook hieruit weer blijkt hoe niet inkrimping van inhoud en oplaag maar uitbreiding gewenscht is, waarop ook van verschillende kanten wordt aangedrongen. Ook de buitenlandsche Nederlandsche pers wijdt aandacht aan Neerlandia. | |
Punt IV. Voorstel van het Dag. Bestuur om in beginsel te besluiten tot aanstelling van een waarnemend administrateur en daarvoor een crediet toe te staan.De Voorzitter zet het belang dezer aanstelling uiteen. De Administrateur mag, nu de verbindingen met het buitenland weer mogelijk zijn, niet te zeer aan de kantoorleiding gebonden zijn, moet op reis kunnen gaan om in en buiten ons land de belangen van het Verbond te behartigen. Reeds werd een proef genomen met zijn | |
[pagina 31]
| |
afvaardiging naar den Nederlandschen dag te Hamburg. O.m. staat ook Indië op het programma. Is de Administrateur voor korter of langer tijd uit, dan moet zijn werk niet ongedaan blijven liggen. De Algemeen Secretaris doet wat hij kan bij voorkomende gelegenheden, maar kan het zonder administrateur niet stellen. Daarom vraagt het Dag. Bestuur een crediet van ten hoogste f 1000. - om de kosten van een plaatsverv. administrateur te kunnen bestrijden en machtiging om een geschikt persoon aan te stellen, wanneer die zich mocht voordoen. De vergadering verleent beide. | |
Punt V. Vlaanderen.1. Nota van het Dagelijksch Bestuur over den toestand van het A.N.V. in verband met Vlaanderen. De Voorzitter herinnert er aan, dat deze nota in de vorige vergadering niet in behandeling is gekomen wegens onvoltalligheid der vergadering. Zij zal thans worden behandeld evenals de interpellatie van den Voorzitter van Groep Nederland. De heer Schönstedt verkrijgt het woord voor het houden zijner interpellatie, waarin spr. zijn opvatting uiteenzet over de huidige taak van het Hoofdbestuur in Vlaanderen en die samenvat in deze motie: Het Hoofdbestuur geeft als zijn meening te kennen dat het 't tijdstip aangebroken acht om onder breede opvatting van de statuaire bepalingen de heropleving van de Groep België zooveel mogelijk te steunen en verzoekt zijn Dag. Bestuur in die richting werkzaam te zijn. De heer Oudendijk verklaart zich daar voor. Het A.N.V. moet zich buiten de politiek houden en in het algemeen de cultureele gemeenschap met de stamverwanten bevorderen. Maar als die geslagen worden, moeten wij terugslaan. Als wij een A.B.C.-boekje naar Vlaanderen sturen dan zegt de Belgische Staat: U doet aan politiek. Daarvoor mogen wij niet terugdeinzen. De Vlamingen verlangen buiten den partijstrijd cultureele toenadering in het A.N.V. Daarom juicht spr. een samenkomst van afgevaardigden der herlevende Vlaamsche Afdeelingen met het Dag. Bestuur zeer toe. Mevr. Veen zegt, dat ze reeds aan de vorige vergadering schriftelijk haar standpunt heeft uiteengezet. Ze is het eens met de veroordeeling van het activisme, maar wil de hand, die thans uit Vlaanderen toegestoken wordt, aanvatten. Het verwondert haar dat het Dag. Bestuur den tijd tot heroprichting der Groep België nog niet gekomen acht. De heer Bakhuizen v.d. Brink oppert het denkbeeld een adres aan den Koning van België te richten, waarin op betere behandeling der Vlamingen wordt aangedrongen. Dit denkbeeld wordt van verschillende zijden bestreden en vindt geen ondersteuning. De Secretaris-Penningmeester wijst op de verkeerde manier van sommige Vlaamsche leden om met voorbijgaan van het Hoofdbestuur zich voor Verbondszaken tot Noordnederlandsche bestuurders te wenden. De Voorzitter stelt vast, dat de hoofdstrekking der nota niet is bestreden en dat het thans nog gaat om de vraag, of we nu reeds weer de A.N.V.-beweging in België moeten bevorderen. Spr. komt ten sterkste op tegen de beschuldiging als zou het Dag. Bestuur in dezen laksch zijn. Wij wenschen allen te ijveren voor een ontwikkeld en welvarend Vlaanderen, alleen over de taktiek zijn we het oneens. Het Dag. Bestuur oordeelt dat het tijdstip dan eerst gunstig is, wanneer de gegronde vrees niet meer behoeft te bestaan dat het Verbond in België in handen zou komen van één partij. En het moet door alle Vlaamsche partijen aanvaard worden, wil het niet een speelbal der partijen worden. De heer Schönstedt vraagt of de voorzitter zou heengaan, wanneer spr. interpellatie-conclusie werd aangenomen. De Voorzitter antwoordt bevestigend. De heer Schönstedt verklaart dan zijn voorstel om over zijn motie te stemmen in te trekken. Het Dag. Bestuur acht het gewenscht, dat het bij de samenspreking, die het met de herleefde Vlaamsche Afdeelingen voorbereidt en waarbij het zich voorstelt een tegemoetkomende houding aan te nemen, het heele Hoofdbestuur achter zich heeft en stelt daarom voor dat het Dag. Bestuur uit de nota in verband met de besprekingen erover een beknopt verslag uittreksel zal maken dat na nog bij Hoofdbestuursleden te zijn rond geweest als Verklaring in Neerlandia zal worden opgenomen. Aldus wordt besloten. | |
Punt VI. Boeken-Commissie.De verhouding der Boeken-Commissie tot het A.N.V. en de Ned. Zuid-Afr. Vereeniging. De Voorzitter deelt mede, dat een samenspreking wordt voorbereid tusschen den heer Van Everdingen en de Voorzitters van het A.N.V. en de N.Z.A.V, | |
Punt VII. Zuid-Afrika.Emigratie naar Zuid-Afrika. Briefwisseling hierover met de N.Z.A.V. en Landverhuizing. De Secretaris-Penningmeester licht toe dat naar aanleiding van de kortelings uit Zuid-Afrika ontvangen berichten over de wenschelijkheid der vestiging van Nederlandsche dokters en onderwijzers, welke in Neerlandia zijn vermeld, tal van aanvragen om voorlichting zijn ingekomen. De berichten zijn niet geheel juist gebleken. Met Landverhuizing en de N.Z.A.V. is hierover briefwisseling gevoerd en besloten voortaan voor dergelijke aangelegenheden overleg te plegen. Mevr. Veen pleit voor de bevordering van meer vrouwen-emigratie. Vele jonge vrouwen, voor wie het huwelijk h t l. niet is weggelegd, konden in de koloniën en onder stamverwanten een nuttigen werkkring en een levensdoel vinden. Besloten wordt over dit onderwerp eens een artikel in Neerlandia op te nemen.
Verzoek om steun voor een Centraal kantoor te Kaapstad ter voorlichting van Nederlandsche emigranten. De vergadering acht dit een nuttige instelling maar is van oordeel dat de kas thans geen ondersteuning voor dit doel toelaat.
Verzoek van de Afd Kaapstad om steun voor de boekerij en leeskamer. Voor 1921 wordt wederom f 300. - steun verleend. | |
Punt VIII. Buitenland.Voorstel om de benoeming van Nederlandsche beroepsconsuls te bevorderen. De Voorzitter verzekert dat, gelijk blijkt uit een kort geleden ontvangen schrijven van den Minister van Buitenlandsche Zaken, van regeeringswege alles wordt gedaan wat mogelijk is om Nederlandsche beroepsconsuls te benoemen.
Voorstel van Kapt. Oudendijk: Aanwijzing van een lid van het A.N.V. om in samenwerking met twee leden van den Nederduutschen Bund middelen te beramen en voor te bereiden om de cultureele aansluiting van Nederland en Platduutschland tot stand te brengen en te bevorderen. De heer Oudendijk doet verslag van het korte onderhoud dat hij de vorige maand met Dr. Blunck uit Hamburg had over de bedoelde samenwerking. De Administrateur deelt ook een en ander mede over het onderhoud dat hij 22 Januari in Hamburg met genoemden leider der Platduutsche beweging heeft gehad en waarbij deze op den voorgrond zette, dat alle politieke bijbedoeling verre is. De wenschen bepalen zich o.m. tot uitwisseling van geestelijke produkten. De Voorzitter wijst op de algemeene strooming in Duitschland naar geestelijke toenadering tot Nederland. Op zijn voorstel wordt de heer Oudendijk benoemd als bemiddelaar tusschen de Platduutschers en het A.N.V. | |
[pagina 32]
| |
Frankfort. Stichting van een Universiteits-Instituut voor de studie van Nederland en zijn Koloniën. Verzoek om steun voor de stichting van een Hollandsch huis te Frankfort door de Ned. Kamer van Koophandel voor Duitschland. Besloten wordt hiervoor 1000 Mrk beschikbaar te stellen.
Rome. Verzoek van onzen Vertegenwoordiger Pater Huisman om een verklaring van het Hoofdbestuur betreffende de onzijdigheid van het A.N.V. in politieke en godsdienstige aangelegenheden. Deze verklaring is gezonden.
Vancouver. Schrijven van den heer D. Stokvis over Nederlandsche belangen te Vancouver. Besloten wordt den heer Stokvis uit te noodigen als vertegenwoordiger van het A.N.V. op te treden. | |
Punt IX. RondvraagDe Voorzitter brengt ter sprake het denkbeeld van Dr. Van Lingen over emigratie van Nederlandsche boeren naar Indië, waaraan hij zijn maandelijksch artikel in het Februari-nr. zal wijden. Het Dag. Bestuur zal overwegen of in dezen vanwege het A.N.V. de stoot tot verwezenlijking kan worden gegeven. De Administrateur verkrijgt het woord om verslag te doen van zijn ervaringen te Hamburg. Spr. deelt mede dat hij samensprekingen heeft gehad met verschillende vooraanstaande Nederlanders daar om een aansluiting bij en samenwerking met het Alg. Ned. Verbond voor te bereiden. Twee omstandigheden werken de aansluiting der Nederlanders in Duitschland onderling en bij het A.N.V. tegen, ten eerste het maatschappelijk verschil dat den een zich niet thuis doet gevoelen bij den ander, en ten tweede de lage Markenkoers, die zelfs de minimumbijdrage voor de meesten onbetaalbaar maakt. Toch hoopt spr. door zijn verschillende samensprekingenGa naar voetnoot1) den grondslag te hebben gelegd voor een later te stichten afd. Hamburg. De arbeidersbevolking onder de Nederlanders daar Llijkt groote behoefte te hebben aan Nederlandsche kranten en boeken. Getracht zal worden daarin reeds nu door middel van de Boeken-Commissie te voorzien. In het algemeen zal het Hoofdbestuur volgens spr. wel doen meer dergelijke persoonlijke kennismakingen en besprekingen uit te lokken als terreinverkenning voor bevestiging en uitbreiding van het Verbondsgebied in het buitenland. |