Duitsche onderwijzers voor Indië.
Aan Zijne Excellentie den Minister van Koloniën, is de volgende brief verzonden:
Excellentie,
Blijkens Uw antwoord op de vragen van den heer Bulten, lid van de Tweede Kamer, is in Indië het denkbeeld in overweging buitenlandsche onderwijzers te bestemmen voor uitzending naar Ned. Indië, nadat zij hier te lande een 6 à 12 maanden durende bijzondere opleiding hebben genoten.
Wetende dat het te kort aan beschikbare candidaten voor de verschillende diensttakken in Indië zeer groot is, kunnen wij begrijpen dat naar middelen wordt uitgezien om daarin tegemoet te komen. Indien gezorgd wordt. dat het zuiver Nederlandsch element overheerschend blijft, kan er ook in het algemeen geen bezwaar tegen zijn vreemdelingen in den Indischen Staatsdienst op te nemen, mits voldoende kennis van onze taal wordt geëischt en de noodige verdere voorzieningen worden getroffen om vreemden invloed op het Indisch bestuur te voorkomen. Zoo zou bijvoorbeeld ongewenscht zijn, dat èène buitenlandsche natie onder die vreemdelingenambtenaren in Indië een overheerschend element vormt.
Waar het 't onderwijs betreft, staan wij echter voor geheel andere vraagstukken. Van vreemde onderwijzers kan niet worden verwacht en ook niet worden verlangd, dat zij bij het onderwijs onze taal zuiver zullen spreken en fouten, die de leerlingen bij het gebruik van onze taal maken, niet zullen over 't hoofd zien. Evenmin kan worden verwacht, dat zij het onderwijs zullen geven in nationalen geest in de goede beteekenis van dat woord.
Zij zullen immers niet in staat zijn liefde voor het vaderland, liefde ook voor onze mooie koloniën aan te kweeken op die eenvoudige, eerlijke wijze, welke spreekt tot het hart der kinderen.
Met alle bescheidenheid meenen wij op grond van deze overwegingen, dat het beter ware geweest het denkbeeld niet in overweging te nemen.
Een uitzondering zou wellicht te maken zijn voor onderwijzers, die tot onzen stam behooren - wij denken daarbij vooral aan Vlamingen - maar ook dàn zal een nauwkeurig onderzoek noodig zijn of de candidaten den waarborg bieden, dat het Nederlandsch karakter der schoolopleiding in onze Koloniën door hun onderwijs volkomen gehandhaafd zal blijven.
Wij vertrouwen, dat Uwe Excellentie het bovenstaande bij de behandeling van dit vraagstuk in ernstige overweging zal willen nemen.
Met de meeste hoogachting,
Namens het Hoofdbestuur
van het Algemeen Nederlandsch Verbond:
(w.g.) DE KANTER.
Algemeen Voorzitter.
(w.g.) FORTMAN,
Algemeen Secretaris.