gebracht, v.S., H.) worden de in de vorige vergadering ingediende motiën voorloopig buiten behandeling gelaten’. De onderteekenaar der konvokatie, de voorzitter, de Heer Schönstedt, zag dus op 10 Nov. een duidelijk verband tusschen zijn motiën aan het adres van het H.B. en de bespreking van de kwestie-Groep België, door A'dam voorgesteld.
27 November d.a.v. konstateert de voorzitter, de Heer Schönstedt, volgens 't verslag van de Groepsdagbijeenkomst, dat de aanval op het H.B. ‘gecamoufleerd’ was, en in het geheel niet uit het door de Amst. Stud. Afd. ingediende onderwerp was op te maken. (Cursiveering van ons, v.S., H.).
3e. Tenslotte werd de motie ‘De Groepsdag - overwegende dat het Hoofdbestuur - door de S.A. Amsterdam zelf ingetrokken, om met het oog op den tijd een formeele discussie te vermijden over art. 40 Reglement Gr. Nederland. Alleen hieraan immers kon men een rationeel argument ontleenen tegen de behandeling der motie, daar het art. op dit punt twijfel laat bestaan. Hiertegenover verzochten de Stud.-Afd. Amsterdam in Delft, dat de motie in het verslag zou worden opgenomen, als meening door haar in deze kwestie op den Groepsdag geuit.
Men verwijt Amsterdam een ‘gecamoufleerden aanval’ op het H.B. Wij voelen ons geneigd om dit strategisch epitheton eerder op het verslag zelf toe te passen.
Hoogachtend:
L.L.W.v. SOEST,
Afgevaardigde van de Stud.-Afd.
Delft in den Groepsraad.
E.A. HOFMAN.
Afgevaardigde van Amsterdam S.U.
Den Haag, 15 Januari '21.
⋆ ⋆ ⋆
De Voorzitter van Groep Nederland schrijft ons naar aanleiding van het bovenstaande:
Ad. punt 1. Dit is juist.
Ad. punt 2. Bij mij is de hoofdzaak: ‘Hoe helpen wij Vlaanderen bij zijn cultureele ontwikkeling?’ Vandaar de vroeger door mij ingediende motie, die geen critiek inhield op de handelingen van het H.B. doch uiting gaf aan mijne wenschen. Waar nu de Stud.-Afd. (S.U.) Amsterdam op den groepsdag van 27 Nov. j.l. ter sprake wilde brengen: ‘Wat kan groep Nederland doen voor de inrichting van een groep Vlaanderen, van het A.N.V. (op den groepsdag gewijzigd als in punt 1 aangegeven), kon ik verwachten dat de toelichting van het aangegeven onderwerp parallel zou loopen met mijn wenschen, zoodat de behandeling mijner motie gevoegelijk achterwege kon blijven. Ik laat aan de aanwezigen ter Groepsdag over te beoordeelen of het door den Heer Hofman ter toelichting van de vraag: ‘Wat kan groep Ned.... enz.’ gesprokene niet gekenschetst mocht worden als een gecamoufleerden aanval op het Hoofdbestuur.
Ad. punt 3. Ook dit is juist.
SCHöNSTEDT.
Velp (G.) 20 Januari 1921.
Voor verdere beschouwingen over deze aangelegenheid kunnen wij geen plaatsruimte meer beschikbaar stellen. Spoedig zal wel blijken dat de wensch van den Heer Hofman - die immers ook de wensch is van den Voorzitter van Groep Nederland - n.l. de heropleving van Belgische afdeelingen zal worden vervuld.
Red.