Holland en de Groot-Nederlandsche Beweging.
De ‘N.R. Ct.’ van 8 April (avondbl.) had een hoofdartikel: Holland en de Groot-Nederlandsche Beweging, dat behandelt de gemeenschappelijke belangen van Vlamingen, Afikaanders en Hollanders. Schr. stelt met nadruk voorop, dat daarbij van politieke toenadering geen sprake behoeft te zijn, maar wij, Nederlanders moeten wenschen een krachtig ontwikkeld Vlamingenvolk, een bloeiend Afrikanerdom. Door den grooten oorlog is deze overtuiging krachtiger herleefd. ‘Een overwegend Dietsch denkend Zuid-Afrika, dat zoo groot is als een derde deel van Europa, een in Dietsche beschaving opgevoed Vlaanderen, dat met zijn 4 millioen inwoners geografisch met ons land één geheel uitmaakt - deze beide factoren kunnen niet nalaten Holland's invloed te verhoogen.’
‘Holland moet stijgen of verzinken.
Holland moet leven en streven naar een nieuwen dag of het zal zijn vlag moeten afleggen.’
Het Dagel. Bestuur van het Hoofdbestuur heeft in een ingezonden stuk zijn ingenomenheid betuigd met