Zuid-Afrika.
Een voortreffelijk boekje.
De wereld wordt hoe langer hoe kleiner en de overwegingen om blijvend van honk te gaan hoe langer hoe ernstiger. Overal, ook in ons land, is een tekort aan bestaansmogelijkheid, en enkelingen of groepen zien zich genoopt om verweg te zoeken wat zij dichtbij niet kunnen vinden. Amerika heeft zijn grootsten trek gehad: 't raakt ook al vol. Ons Indië roept steeds dringend: komt toch jonge Nederlanders, ik heb u zoo noodig en al vindt gij ook bij mij niet het volmaakte, ik bied u toch zooveel moois en goeds! Australië en Canada lokken op hun wijze, vaak met schoonschijnende beloften. Zuid-Afrika niet het minst heeft flinke Hollanders noodig.
Zoo komt het, dat wie denkt over emigratie, niet op een tweesprong staat, als Hercules deed, maar in de kom van een zevenster. Welken kant moet hij uit? En tot voor kort zijn velen den verkeerden kant opgegaan, voorgelicht door beroepsmannen, die er een flink slaadje uithaalden, of hetgeen minder slecht maar toch ook falikant uitkwam, door welmeenende kortzichtigen, die hun beperkten gezichtskring hielden voor de ruimte. Wat al landgenooten zijn met de heerlijkste verwachtingen hun ongeluk tegemoet gegaan, doordat zij niet zijn terechtgekomen bij volkomen betrouwbare gidsen. Menigeen heeft het oogenblik gezegend, dat hij zich voor verheemsching tijdig tot ons Verbond heeft gewend om voorlichting en raad, en ondervonden, dat voor elk afzonderlijk geval afzonderlijke overwegingen gelden. De kwestie is: wie zijt gij zelf, die den vreemde in wilt; welke is uw persoonlijkheid, uw ontwikkeling, uw doel? Wat zoekt gij voor u zelf, voor uw vrouw en uw kinderen? En zooveel meer. En dan blijkt het altijd, dat een Nederlander, die weet wat hij wil, die niet verwacht in een land van overzee moeders pappot te zullen terugvinden, die karakter en levenswijsheid genoeg bezit om te beseffen en in praktijk te brengen de noodzakelijkheid van aanpassing - dat zoo'n Nederlander overal de rechte man op de rechte plaats kan blijken te zijn. Bovenal echter in die landen, waar hij zich op nieuw als onder landgenooten kan gevoelen. Het gebied van den Nederlandschen stam staat voor alle Nederlanders open. Het is het Algemeen Nederlandsch Verbond geweest, dat de deuren van ons stamhuis wagewijd heeft opengegooid en sindsdien is er leven en beweging. Maar nog lang niet genoeg.
Een prachtige instelling is het Informatiebureau, door en door Nederlandsch, al zou de naam Inlichtingskantoor ook verstaanbaar zijn geweest, van de Nederl. Vereeniging Landverhuizing, Bezuidenhoutscheweg 30, Den Haag. De bedoeling van dat kantoor spreekt uit den naam: het wil zijn de volledig ingelichte en volstrekt betrouwbare raadsman voor ieder die er uit wil. En als blijk van zijn opvatting en werkwijze heeft het samen met de Zuid-Afrikaansche Voorschotkas, Keizersgracht 389, Amsterdam, het boekje uitgegeven, dat hierboven als voortreffelijk is aangeduid, getiteld: De Unie van Zuid-Afrika; Inlichtingen en Wenken voor hen, die over Landverhuizing denken. Het is ‘gratis’ - kosteloos ware even duidelijk geweest - verkrijgbaar. Wie er belang in stelt, ook al heeft hij geen plannen, vrage het aan, zonder vrees te worden gelokt. Niets is verder van de bedoeling: ieder moet voor zich zelf weten wat hij doet, maar weten moet hij; weten kan hier redding zijn.
Inderdaad is Nederland aan den directeur van die Haagsche Vereeniging Landverhuizing grooten dank verschuldigd voor de wijze waarop hij zijn veelomvat-