stel voor de gunstige oogenblikken op te stellen en te verplaatsen, is beloond door een fraaie beeldenreeks van zeven honderd meter.
De rolprent bestaat uit ongeveer dertig verschillenlende opnamen van bijzondere punten, tezamen gevormd door 35000 foto's. De fabriek ‘Die Haghe’ liet er een groot aantal afdrukken van maken, die ook naar Amerika, Engeland, Frankrijk, België en onze koloniën werden gezonden. De Groep Suriname van het Algem. Nederl. Verbond heeft gemeend te moeten zorg dragen, dat ook in Suriname de rolprent wordt vertoond.
En als reeds millioenen deden, zullen ook wij met eigen oogen kunnen zien hoe de bevolking van de door België begeerde gewesten spontaan hun trouw aan het vaderland en de Koningin hebben uitgejubeld. Deze rolprent is innig Nederlandsch en vol van karakteristieke Nederlandsche beelden, die haar voor het buitenland en de koloniën des te aantrekkelijker maken. Inderdaad zal geen referendum welsprekender kunnen zijn dan deze naar het leven genomen beelden van geestdriftige vaderlandsliefde.
Zij er nog aan herinnerd, dat op 16 Sept. 1919 H.M. de Koningin de Staten-Generaal opende met een Troonrede, waarin o.m. deze woorden:
‘Alleen werd bij de regeling van de uitkomsten van den oorlog ons land gewikkeld in een geding, waarvan onze verhouding tot België den invloed onderging, en waarbij ik geroepen werd voor de rechten en de belangen van den Staat en voor zijne zelfstandigheid met nadruk op te komen.
In innige gemeenschap met Mijn gansche volk gaan Mijne gedachten uit naar Limburg en Zeeuwsch-Vlaanderen, in wier trouw en onafhankelijkheid de hechtheid en de kracht van onzen nationalen eerbied ondubbelzinnig tot uitdrukking kwamen.’
Voor een groot aantal belangstellenden had op 18 Nov. de eerste vertooning plaats, Gouverneur Staal, die op den vooravond van zijn vertrek stond, had den wensch te kennen gegeven de bijeenkomst bij te wonen.
Aangezien de rolprent te klein was om een avond te vullen, werd zij afgewisseld door eenige andere kleinere prenten: De Onafhankelijkheidsfeesten te Utrecht, een paardenwedstrijd en het vijfjaarlijksche feest der Groningsche studenten, welke welwillend waren afgestaan door de Hollandsch-Amerikaansche Bioscoop.
De tweede vertooning had 20 Nov. plaats in een ander gebouw en de laatste op Vrijdag 28 Nov. als kindervoorstelling.
Deze laatste bijeenkomst is bij uitstek geslaagd. Meer dan 1200 personen - bijna allen kinderen - vulden het gebouw. Er was stemming. Men zag kinderen met oranjastrikjes en linten. De volksliederen werden goed medegezongen.
Het volk echter heeft men met deze film niet bereikt. Het is te veel gewoon aan drama's en sensationeele vertooningen, dan dat deze eenvoudige rolprent het in grooten getale zou trekken. Dat is jammer. Toch heeft de rolprent zijn doel bereikt, door velen de geestdriftige betoogingen te laten zien tegen elke scheuring van Nederlandsch grondgebied en hen onze Koningin en twee provinciën van zeer nabij te laten zien.
Nog wordt overwogen om ze zonder betaling te laten vertoonen aan kinderen der kostelooze scholen, opdat die ook gelegenheid zullen hebben hun Koningin te zien. Dan gaat ze deze maand naar Curaçao; naar de zustergroep.
Mogen de woorden van Albert Verwey, welke als zinspreuk boven het rondschrijven van deze Groep stonden, ook voor Suriname gelden: ‘Ik weet er hier, niet-opgewondenen, en niet naïef-verblinden, die de aarde van dit land met hun vuisten in zee zouden dragen eer dan te dulden, dat ze onthollandscht werd.’
FRED. OUDSCHANS DENTZ.
Paramaribo, 4 Dec. 1919.