Beknopt verslag der Hoofdbestuursvergadering van 16 Mei.
Aanwezig: de Heer Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, Voorzitter, Mej. E. Baelde, Ondervoorzitster en de Heeren Ch.R. Bakhuizen v.d. Brink, Prof. Dr. P.J. Blok, P.J. de Kanter, H. Meert, Th.G.G. Valette, Jhr. Mr. J.L.W.C. von Weiler, Mr. B. de Gaay Fortman, Secretaris-Penningmeester.
Punt I. Notulen der vergadering van 11 April.
Met een kleine wijziging goedgekeurd.
Punt II. Brief van den heer Emants in zake de stichting van een Groepsbureau in den Haag, waarvan de kosten op ongeveer f 4000. - worden begroot. Hoewel de Groepsraad in dezen niet is gehoord, wenscht schrijver het oordeel van het Hoofdbestuur over deze zaak reeds vooruit in te winnen.
Het Hoofdbestuur is eenstemmig van oordeel, dat een dergelijke uitgave moet worden ontraden om de volgende redenen:
1e. Het is een beginselkwestie. Bestuursbetrekkingen in het Verbond werden tot heden niet bezoldigd en de bekleeders werden geacht door onbaatzuchtigheid bij werkwilligheid te worden geleid. Het zou tot schade van het Verbond zijn daarvan af te wijken.
2e. De heele geschiedenis van het Verbond wijs er op, dat Groep Nederland het Hoofdbestuur krachtig moet steunen om het in staat te stellen zijn taak naar behooren te volbrengen. Zij staat in een geheel andere verhouding tot het Hoofdbestuur dan andere Groepen, indien f 4000. - aan kantoorinrichting en bezoldiging van ambtenaren wordt uitgegeven, komt dit ten nadeele van het saldo, dat in de kas van het Hoofdbestuur moet worden gestort en zal er voor het eigenlijke doel van het geheele Verbond weinig of niets overblijven.
3e. Door een schikking met het Hoofdkantoor te Dordrecht, kunnen veel kosten o.m. die voor administratie bespaard worden zonder dat aan de zelfstandigheid der Groep te kort wordt gedaan.
Punt III. Brief van den Secretaris der Afd. Leipzig over verwaarloozing der belangen van de Nederlanders in het buitenland.
De vergadering acht deze klacht onrechtvaardig.
De bemoeiingen van het Hoofdbestuur gedurende den oorlog ten bate van de Nederlanders in het Buitenland, al konden deze helaas niet altijd doel treffen, zijn zeker bewijs van het tegendeel. Bovendien getuigt de vragenlijst van het Hoofdbestuur in het Febr.-nr. afgedrukt zeker niet van zelfzucht maar wel van den wil om de Nederlanders in het Buitenland van dienst te zijn. Nog wordt gewezen op het werk van het Comité voor Nederlandsche Kinderen in den Vreemde, hoofdzakelijk door Verbondsbestuurders geleid en dat zoo goed als alleen Nederlandschen kinderen uit Duitschland is ten goede gekomen.
Punt IV. Verslag der audientie bij den Minister van Buitenlandsche Zaken.
De Minister verzekerde, dat de Regeering sinds eenigen tijd maatregelen heeft genomen voor de voedselvoorziening van Nederlanders in Duitschland en dat aan de verschillende Consuls in dat land dan ook opdracht is gegeven om, ieder in zijn gebied, in dezen de noodige voorziening te treffen. Z.E. wees daarbij op verschillende moeilijkheden, zooals den slechten treinenloop, de talrijke diefstallen door het treinpersoneel gedurende het vervoer der levensmiddelen, de beperkende bepalingen van de entente-mogendheden in de bezette deelen van Duitschland, enz. Een en ander werkt de regelmatige verstrekking van levensmiddelen niet in de hand en toch werden bij het Departement in den laatsten tijd geen klachten meer ontvangen, terwijl in vroegere maanden daaromtrent brieven en telegrammen, niet alleen aan den Minister, maar zelfs aan H.M. de Koningin gezonden werden.
Punt V. Verzoek der Afd. Berlijn om haar geldswaardige stukken terug te mogen ontvangen, die zij gedurende den oorlog aan het Hoofdbestuur in bewaring heeft gegeven.
Aan dit verzoek zal worden voldaan.
Punt VI. Voorstel der Vereeniging Vreemdelingenverkeer tot ineensmelting van Neerlandia met haar orgaan Ons Nederland.
Op dit voorstel kan niet worden ingegaan daar de statuten bepalen, dat de leden van het A.N.V.