Protest.
De heer J. van Folker, de ijverige secretaris der Afd. Nieuw-York, zond een protest in tegen de wijze, waarop de heer Oudschans Dentz in het Febr. nr. van Neerlandia spreekt over de ontvangst, die hem op zijn doorreis naar Suriname vanwege het Afdelingsbestuur is te beurt gevallen. Deze schreef: ‘Den Secretaris mocht ik eenmaal even ontmoeten omdat ik hem zocht.’ Dat even blijkt ongeveer 1½ uur te zijn geweest en de heer van Folker, die het als journalist in een wereldstad zeer druk heeft en bovendien nog door examenstudie in beslag werd genomen, verdiende grooter dank dan uit dezen zin blijkt. Wij zijn overtuigd, dat de heer Oudschans Dentz geen onaangenaamheid bedoelde, maar maken gaarne (met een enkel woord om de beperkte plaatsruimte) melding van den verkeerden indruk, die zijn woorden hebben gemaakt. Hij zal ook wel niet geweten hebben, dat de aanwezigheid van Nederl. bladen en tijdschriften in de N.Y.-Bibliotheek voor een groot deel het gevolg is van de bemoeiïngen van genoemden Afdeelingssecretaris.