Limburg's Recht.
In sommige Belgische en andere buitenlandsche dagbladen en Vereenigingen wordt een veldtocht gevoerd om te komen tot annexatie, geheel of gedeeltelijk, van Nederlandsch-Limburg.
Hoe de Limburgsche bevolking zich tegen die bedreiging verzet, geen dagblad, dat er niet dagelijks de bewijzen van vermeldt. In de beide Kamers der Staten Generaal, in de Provinciale Staten van Limburg, in tallooze vergaderingen van Limburgsche gemeenteraden, Limburgsche organisaties, bonden en opzettelijk daartoe ingestelde Comité's, heeft al wie in Limburg geboren is of er geruimen tijd zijn woonplaats had, geprotesteerd en getuigd van zijn vasten wil om tot Nederland te blijven behooren.
Zoolang een zoo onrechtvaardige eisch niet officieel is gedaan, mogen wij van de Belgische regeering, van het Belgische volk, waarmede wij in vriendschap als goede buren wenschen te blijven verkeeren, evenmin als van de regeeringen der andere overwinnende volken veronderstellen, dat zij, met verloochening der beginselen die zij verkondigen, een gewelddaad tegen Nederland beramen. Ook wordt door verscheidene vooraanstaande Vlamingen de annexionistische beweging reeds in kloeke woorden bestreden. Maar dit neemt niet weg, dat waar zij eenmaal bestaat, en zoolang zij niet van bevoegde zijde wordt afgekeurd, wij Limburgers luide onze stem moeten verheffen om tegen die beweging krachtig te protesteeren.
Limburg maakt aanspraak op zijn recht, op het veel geprezen zelfbestemmingsrecht; Limburg's bevolking is volkomen tevreden in het Nederlandsen Staatsverband en zóó gehecht aan Vaderland en Vorstenhuis, dat Limburg niet dan met geweld van Nederland kan worden afgescheurd.
LIMBURG BIJ NEDERLAND!
G. MICHIELS VAN KESSENICH.
Roermond, 19 December 1918.