Zeeuwsch Vlaanderen.
Zeeuwsch Vlaanderen, het kalme, rustige Zeeuwsch Vlaanderen wordt roerig. Op de dorpen, in de stadjes steekt men de hoofden bijeen, vormt comité's, houdt vergaderingen. De vrouwtjes in de arbeiderswoningen, de kinderen op de scholen weten het: er zijn er, die ons bij België willen voegen; er zijn er, die ons van Nederland willen afscheuren. En nooit is vaderlandsliefde, de geestdrift voor Nederland opgebloeid als in deze dagen.
We hebben vergaderd in Schoondijke, de afgevaardigden van de 35 Zeeuwsch Vlaamsche gemeenten. Zitten konden wij niet, staan moesten velen, zoo vol was het, schouder aan schouder, Protestant naast Katholiek, liberaal naast antirevolutionair en radicaal. En schouder aan schouder stonden wij ook in de zaak, waar het om ging: ‘Een Nederlandsch Zeeuwsch Vlaanderen.’
Zeer gevoelig zijn wij, voor economische voordeelen. Maar als men ons daarom bij België voegen wil, is ons eenig antwoord: ‘Wij zijn Nederlanders, ìn merg en been Nederlanders en willen niet anders dan Nederlanders zijn.’
Zeer gevoelig zijn wij voor de aandacht, die het buitenland schenkt aan onze behandeling door Nederland. Maar al belooft België ons in dit opzicht gouden bergen, ons eenig antwoord is en blijft: ‘Wij zijn Nederlanders, in merg en been Nederlanders en willen niet anders dan Nederlanders zijn.’
Zooals een geestig man het laatst uitdrukte: ‘Laat men hier maar eens een volksstemming houden, 101% stemt Nederlandsch.’
Wij willen nu eenmaal niet als koeien, tegelijk met de weide, waarin zij grazen, verkocht worden. Wij vragen, wij eischen ons zelfbestemmingsrecht en dat is: Nederland en nogmaals Nederland en niets anders dan Nederland.
Goede buren van België willen wij zijn, dat zijn wij ook steeds geweest, dat hebben wij getoond, de laatste vier jaren, met woord en daad. Maar ieder in zijn eigen huis blijven. Zoo willen wij het.
Zeeùwsch Vlamingen zijn wij, dus Zeeuwen, dus Nederlanders.
En Zeeùwsch Vlamingen, dus Zeeuwen, dus Nederlanders willen wij blijven.
Dat is de volkswil van Zeeuwsch Vlaanderen. En verder late men ons met rust.
Aardenburg.
J.N. PATTIST.