Vlaanderen.
Vlaamsche afdeeling Harderwijk.
Gedeeltelijk liggen reeds in Neerlandia bewaard een aantal gegevens omtrent wat de verhoudingen zijn geweest - in deze jaren van crisis op alle gebied - tusschen aan de eene zijde het A.N.V. zooals dat ondanks den oorlog is blijven voortleven en voortwerken, en aan de andere zijde geïnterneerde Vlamingen, Belgische leden van het Verbond, die na zoo wat tien lange weken van krijgsbedrijvigheid in hun vaderland en een ongeveer even langen termijn van rust en orienteering op Hollandschen grond, op verhaal waren gekomen en weer zoo goed als normale menschen van vóór Augustus '14 geworden. Die zelfde Vlamingen hebben zich toen ook herinnerd, dat zij in België toegetreden waren tot een Vereeniging, die in het land zelf van hun tijdelijk verblijf haar hoofdzetel had; tot die vereeniging hebben zij zich dan ook al gauw gewend, om er aanknoopingspunten te zoeken en te vinden voor verdere bestudeering van het hier aangetroffen nog grootendeels onbekend land en volk, voor verdere uitbreiding - ook binnen de grenzen van het mogelijke - van geestelijke en zedelijke sympathieën.
Wie in het bijzonder over de tijdelijke afdeeling Kamp Harderwijk wenscht ingelicht te worden, herleze in de eerste plaats wat Neerlandia daaromtrent reeds vroeger mededeelde, o a:
1915 Jan. nr.: ‘Het bezoek van den Voorzitter aan de Interneeringskampen’; Febr.: Geinterneerde Vlamingen te Harderwij'; April: Dr. P. de Keyser over ‘het enten van een nieuwen Tak (te Harderwijk) op den Nederlandschen Stam’; Augustus (‘Van de Afdeelingen’, verslag); 1916 Jan. (idem); Augustus: ‘Werkzaamheden van Interneeringsafdeeling Harderwijk’, met foto ter gelegenheid van het bezoek en de voordracht van Prof. Dr. Frans van Cauwelaert.
Later is er nog wel, af en toe, een kort bericht over onzen ‘Tak’ verschenen, maar een volledige uiteenzetting van verdere werkzaamheden vond tot heden in ons eigen orgaan geen plaats. Onderstaande moge ter aanvulling van die leemte onder het oog van belangstellende lezers worden gebracht: