| |
Taalcommissie.
Adres: 2e Schuytstraat 247, Den Haag.
Verbeterde lijst van Oudhollandsche Voornamen.
Het doel waarmede de Taalcommissie in het November-nummer van Neerlandia eene lijst van voornamen mededeelde, was tegemoet te komen aan den wensch van hen, die echt Hollandsche namen wilden kennen, om daaruit bij voorkomende gelegenheden eene keus te kunnen doen, als zij uitheemsche namen wenschten te vermijden. Doch, zooals haar uit mondelinge opmerkingen en schriftelijke mededeelingen is gebleken, was zij met die lijst niet gelukkig. Zij geeft daarom hier een nieuwe bewerking, waarbij zij met groote erkentelijkheid van de voorlichting en medewerking gebruik heeft mogen maken van Dr. Boekenoogen, den grondigen en gelukkigen vorscher op het gebied der Nederlandsche ‘Namenkunde’.
In haar streven om alle uitheemsche namen te vermijden, had zij er verscheidene in opgenomen, die weliswaar van Germaanschen oorsprong zijn, doch waarvan de vorm niettemin onhollandsch is, en die dus veeleer als zoodanig hadden moeten zijn gebrandmerkt. Daartoe behooren: Duitsche naamsvormen als Burkhard, Ekhard, Gunther, Reinfried, Ruprecht, Siegfried, Hedwig en Irmgard; Engelsche indringers als Alfred, Edmond, Mabel; Fransche als Ernest, Filibert, Ogier, Reimond; een Spaansche als Alfons; Zweedsche als Erik en Gustaaf.
Ook hield de Comm. niet voldoende rekening met de geschiedenis onzer voornamen en zag zij over het hoofd dat, behalve in Friesland, overal elders in ons land het rechtstreeksche verband tusschen de voornamen van oudgermaauschen oorsprong en onze hedendaagsche namen bijna geheel is verbroken, doordat het sedert de 12de eeuw meer en meer gewoonte werd om aan de kinderen een heiligennaam te geven. De Germaansche namen, die in gebruik zijn gebleven, hebben dat dikwijls slechts te danken aan het feit dat het heiligennamen zijn; Geertruid, Lambert, Leendert, Lutgard, Tiebout, Willem enz. zijn dus niet met meer recht als nationale namen te beschouwen dan Jan, Jochem, Maarten, Teeuwis of Stijntje, al zijn deze ook niet van Germaanschen oorsprong.
Bij nader inzien wijzigt de Comm. dus haar advies. Het is een misvatting te meenen, dat Nederlanders, die het nationale gevoel levendig willen houden, de voorkeur moeten geven aan oud-germaansche namen boven namen van vreemde herkomst; dat zij b.v. Eduard, Oswald of Clotilde zouden moeten verkiezen boven Pieter of Klaas. Waar het op aankomt is het in eere houden van de goed Nederlandsche naamsvormen onzer voornamen, en die te verkiezen boven de Duitsche, Engelsche of Fransche bijvormen daarvan.
In alle eeuwen zijn nieuwe modenamen naast de oude in gebruik gekomen: in de middeleeuwen de aan ridderromans ontleende (Lancelot, Walewein); in de 16de en 17de eeuw de klassieke (Livius, Titus, Flora). Mode wordt ook het vernoemen van vorstelijke personen (Eduard, Edzard, den Oostfrieschen graaf, Karel, Lodewijk, Richard enz.), en in de 19de eeuw het versmaden van de goede Nederl. namen en verkleinvormen, die men te burgerlijk vond (Grietje, Maartje, Klaas, Teunis) en het verfraaien daarvan op vaak onzinnige wijze (Arius voor ‘Arie’, Neline voor ‘Neeltje’, Derkolina voor ‘Derkje’. enz.) en verder, in verband daarmede, de voorliefde voor ‘mooie’ namen als Adolf, Arthur, Eduard, Hugo, Robert, Rudolf, die niet altijd aan het eigen land werden ontleend.
Het aantal nog in gebruik zijnde voornamen is natuurlijk zeer groot, al komen sommige van de oude namen thans nog slechts in enkele families voor. Wij kunnen er derhalve niet aan denken een
| |
| |
volledige lijst van alle aanbevelenswaardige namen te geven. Hier volgt dus slechts een bloemlezing. Zij geeft naast vele bekende een aantal minder voorkomende oude namen in goed Nederlandschen vorm, zoowel volledige namen, als in den volksmond verkorte. Bij die namen, welke stellig uit heiligennamen zijn ontstaan, is de oorspronkelijke Latijnsche vorm met een † aangewezen.
Deze lijst is in de eerste plaats voor Nederlandsch gebruik bestemd. Zij bevat een aantal Hollandsche vormen, die onder Frieschen invloed zijn ontstaan, en andere uit het Oosten van ons land, die alleen uit het Saksisch taaleigen te verklaren zijn. De namen in België vertoonen in vele opzichten een ander karakter en het was niet raadzaam, deze vormen onder de onze te mengen. Daarom lieten wij ook namen als Maaiken en Tanneken, die evengoed geïmporteerd zijn als Frits en Pierre, hier weg, en vermeldden wij wel Leendert en Gevert, maar niet de Zuidnederlandsche vormen ‘Leenaart’ en ‘Gevaart’.
Natuurlijk zijn sommige namen in verschillende deelen van ons land in verschillenden vorm in gebruik en kunnen wij niet alle vormen noemen. De namen die uitsluitend Friesch zijn hebben wij gemeend te mogen weglaten, omdat ieder deze kan leeren kennen uit de voortreffelijke naamlijst van Johan Winkler in het Friesche Woordenboek.
Ten slotte meent de Comm. nog te moeten opmerken, dat zij door het mededeelen van deze lijst niet te kennen wil geven, dat het gebruik van andere namen of naamsvormen dan de hier vermelde af te keuren is. Zij heeft alleen een wegwijzer willen geven voor hen, die den juisten oudhollandschen vorm onzer namen wenschen te leeren kennen. Niet uitsluitend nationale overwegingen bepalen de keuze van voornamen, en iemand die Willem, Derk of Jan heet, behoeft daarom nog geen beter vaderlander te zijn dan een Wiihelm(us), Theodoor of John.
| |
Mansnamen.
Aamger (mnl. Amelgeer). |
Aarnout, Arnout, Arend, Aart (uit † Arnoldus). |
Adelaar, Adelaart (verfraaiing van Allert). |
Adriaan, Arian, Arie (uit † Adrianus). |
Albert, Aalbert, Albrecht (uit † Adelbertus). |
Alewijn. |
Alfert. |
Allert, Allard (uit † Alardus). |
Amelis, Melis (uit † Aemilius). |
Andries, Aris, Dries (uit † Andreas). |
Antonis, Tonis, Teunis (uit † Antonius). |
Aper |
Auwei. |
Baaf (uit † Bavo). |
Barend, Berend, Baart (uit † Bernardus). |
Bartel, Bart, Mees, Meeuwis (uit † Bartholomeus). |
Bartout, Bartold. |
Barwoud, Berwoud. |
Bastiaan (uit † Sebastianus). |
Beukel. |
Bitter. |
Bode. |
Borchert, Borchard (uit † Burchardus). |
Boudewijn, Bouwen. |
Brand. |
Broer. |
Bruin (uit † Bruno). |
Bruining. |
Bruinis, Breunis. |
Bruisten. |
Christoffel, Stoffel (uit † Christophorus). |
Daam. |
Danker, Dankert. |
Dibbout, Dibbet. |
Diederik, Dierk, Dirk, Derk. |
Diemer, Didmer, Dimmer. |
Dietert, Diert. |
Ditlof, Diedolf. |
Doen. |
Egbert (uit † Egbertus). |
Eggert, Egge. |
Eilert. |
Elbert. |
Ellert. |
Engbert. |
Engel. |
Engelbert, Engelbrecht (uit † Engelbertus). |
Erembert. |
Ernst. |
Evert (uit Everardus). |
Everwijn. |
Ewoud (uit † Ewaldus). |
Faas (uit † Bonifacius). |
Floris uit † Florentius). |
Frank, Vrank. |
Frans (uit † Franciscus). |
Frederik, Fredrik, Vrerik, Vreek (uit † Frederikus). |
Ganglof, Gangolf (uit † Gangolphus). |
Gelmer, Jelmer. |
Gerbrand, Garbrand, Garment. |
Gerlof, Geerlof. |
Gerrit, Geert (uit Gerardus). |
Gevert, Jevit (uit † Gevardus, Gebhardus). |
Gijsbert, Gijsbrecht, Gijs (uit † Giselbertus). |
Gilbert, Jilbert (uit † Gilbertus). |
Gilbrand. |
Gillis, Gelis, Jillis, Jelis, (uit † Aegidius). |
Godert, Godard. Geurt, Gaart, Goedhart (uit † Godehardus). |
Godschalk. |
Goris, Joris (uit † Gregorius). |
Govert (uit † Godefridus). |
Gozewijn, Gozen, Gosen. |
Hagen. |
Haring. |
Harmen, Harm, Herm (uit † Hermanus). |
Harper, Harpert (mnl. Hartbern). |
Hartger, Hertger. |
Hartman. |
Hartwig, Hertig. |
Havik. |
Heere, Heertje, Hero. |
Heime. |
Helmer. |
Helmig. |
Hendrik, Hein (uit † Henricus). |
Herbert (uit † Heribertus). |
Herbrand. |
Hessel. |
Hildebrand, Hillebrand. |
Huibert (uit † Hubertus). |
Huig (uit † Hugo). |
IJsbert, IJsbrecht. |
IJsbout. |
IJsbrand. |
Iman. |
Imbert, Imbrecht. |
Jaap, Japik, Koppen, Koop (uit † Jacob of † Jacobus). |
Jan, Johan (uit † Johannes). |
Jasper. |
Jerfaas (uit † Gervasius). |
Jeroen (uit † Hiëronymus). |
Jochem (uit † Joachim). |
Jorden (uit † Jordanus). |
Karel (uit † Carolus. |
Karsten, Kersten, Korsten, Kars, Kors(t) (uit † Christianus). |
Koenraad, Koendert, Koert, Koen (uit † Conrardus). |
Cornelis, Krelis, Kees (uit † Cornelius). |
Kracht. |
Krijn (uit † Quirinus). |
Lambert, Lambrecht, Lammert (uit † Lambertus). |
Laurens, Louw, Rens (uit † Laurentius). |
Leendert, Leen (uit † Leonardus). |
Leffert, Leffard. |
Lieven (uit † Livinus). |
Lodewijk † (uit Ludovicus). |
Loef. |
Lubbert. |
Luit. |
Lulof, Ludolf (uit † Ludolphus). |
Lutger (uit † Ludgerus). |
Maarten, Maart, Marten, Meerten (uit † Martinus). |
Manglis (uit † Magnus). |
Matthijs, Tijs (uit † Matthias). |
Maurits (uit † Mauritius). |
Meindert, Meinert, Mein. |
Melcher, Melchert (uit † Melchior). |
Menno. |
Michiel (uit † Michaël). |
Nanning. |
Nicolaas, Klaas, Kool (uit † Nicolaus). |
Okker. |
Olbrand. |
Olfert, Ulfert |
Olof, Odolf (uit † Odulphus). |
Ootmar (uit † Otmarus). |
Otger, Outger (uit † Odgerus, Audgerus). |
Otte, Otto. |
Paatse. |
Pieter, Peter, Piet, Pier (uit † Petrus). |
Pontiaan, Pons (uit † Pontianus). |
Raaf. |
Radboud. |
| |
| |
Reier. |
Reiger. |
Reinder, Reinert, Rein. |
Reinout (uit † Reinoldus). |
Rembert, Remmert (uit † Rembertus). |
Rembold, Remmelt. |
Rembrand. |
Renger. |
Rijkert, Rijk (uit † Richardus). |
Rijklof. |
Rijnvis. |
Rippert, Rip. |
Robbert, Robbrecht, |
Robert (uit † Robertus). |
Roeland, Roel. |
Roeleman. |
Roelof, Roelf (uit † Rudolphus). |
Roemer. |
Rombout (uit † Rumboldus). |
Ruisch. |
Rutger, Rut. |
Sander (uit † Alexander). |
Sasbout. |
Schildman, Schilleman. |
Seine, Seino. |
Servaas, Vaas (uit † Servatius). |
Sijbert. |
Sijbout, Sijbold. |
Sijbrand. |
Sijger. |
Sijmen (uit † Simon). |
Sijvert, Sievert. |
Splinter. |
Steven (uit † Stephanus). |
Teeuwis (uit † Mattheus). |
Tibbout; Tiebout (uit † theobaldus). |
Tiedememan. |
Tieleman, Tijl. |
Tijmen (uit † Timon). |
Ude, Udo, Udeman. |
Ulrik (uit † Ulricus, Udalricus). |
Valk. |
Vastest. |
Vechter (uit † Victor?) |
Volker, Volkert. |
Volpert. Volprecht. |
Walig. |
Waling. |
Walraven. |
Warmbout. Wermbold. |
Warner, Werner (uit † Wernerus). |
Weier. |
Wessel. |
Wicher, Wigger, |
Wigman. |
Wijbout, Wigbold. |
Wijbrand. |
Wijnand. |
Wijnout, Wijnold, Wijndelt |
Wijnrik. |
Wilbert. |
Willem (uit † Wilhelmus Guilielmus). |
Wilt. |
Witte. |
Wolbert. |
Wolbrand. |
Wolf. |
Wolfert. |
Woudrik, Wouderik. |
Wouter, Wolter (uit † Waltherus). |
Zeger. |
Zweder. |
| |
Vrouwennamen.
Van de meeste mannennamen worden ook vrouwennamen gevormd door middel van een verkleiningsuitgang, b.v. Aartje, Engeltje, Luitje, Reintje, Rijkje, Roeltje, Sijgertje, Willempje enz.: deze worden hier dus niet genoemd.
Aaf, Aafje (mnl. Ave). |
Aagt, Aagt je (uit † Agatha). |
Aalburg. |
Aaltruid (uit † Adaltrudis). |
Aarland, Erland. |
Ada. |
Adel, Adela. |
Aleid, Alit, Aaltje (uit † Adelheid). |
Allegond (uit † Adelgundis). |
Angeniet, Niesje (uit Agnes). |
Annetje, Antje (uit † Anna). |
Avezoete. |
Balig, Badelog. |
Barber, Barbertje (uit † Barbara). |
Begga († Begga). |
Belia, Belie (uit Mabelia). |
Brechtje. |
Brechtland. |
Dibberig, Diebrigje. |
Dieuwer, Dieuwertje. |
Duif, Duifje (mnl. Duveken). |
Eef, Eefje (uit † Eva). |
Elburg, Elbrigje. |
Emmeken, Immetje, lm (naast † Emma) |
Ermgard, Erm. |
Geertruid, Geertrui, Truitje (uit † Gertrudis). |
Geesje. |
Gerberig, Gerbrigje. |
Gerland. |
Godeland. |
Godelieve (uit † Godeliva). |
Godilde, Gooltje. |
Goedele (uit † Gudula). |
Guurt, Guurtje (mnl. Guderaad, Gonderaad). |
Haasje, Haze. |
Hadewig, Hadewij (naast † Hedwigis). |
Heilwig. |
Heilwijf, Heiltje. |
Heilzoete. |
Hildegard (uit † Hildegardis). |
Hildegonde, Hillegond, |
Hilletje, Gonde, Gondje. |
Ide (uit † Ida). |
Ingetje. |
IJsland. |
Jannetje, Jenneken, Jansje (van Jan). |
Katrijn, Kaatje, Trijntje, Lijntje (uit † Catharina, Cathalina). |
Kenou. |
Klaartje (uit † Clara). |
Kniertje (uit † Cunera). |
Kunegonde (uit † Cunegunda). |
Leentje (uit † Magdalena of † Helena). |
Lidewij (uit † Lidwina). |
Lobberig Lobrigje, Lopje. |
Lutgard (uit † Lutgardis). |
Maartje, Maritje (uit † Maria of † Martha). |
Machteld, Mechteld (uit † Machtildis). |
Margriet, Grietje (uit † Margareta). |
Marij, Marijtje (uit † Maria). |
Meinou, Meinoutje. |
Moertje. |
Neeltje, Keetje (uit † Cornelia). |
Oetje. |
Pleuntje (uit † Apollonia). |
Raampje. |
Reimburg, Reimbrig, Reim. |
Rijkland, Rikeland. |
Rissint, Risje. |
Sijbrig. |
Sijtje (uit † Lucia). |
Stijntje (uit † Christina). |
Volkwij, Volkje. |
Vrouwtje. |
Walburg (uit † Walburgis) |
Wendelmoed, Welmoed, Wolmet. |
Wigmoed. |
Wijf, Wijfken, Wijva. |
Wijntje. |
Willemijntje, Mijntje. |
Zoetje. |
Zwaantje. |
|
|