Neerlandia. Jaargang 22
(1918)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdNed. Antillen.Uit het jaarverslag over 1917.Ledental: Dit bedroeg op 31 December 1917: 2 eereleden, 28 beschermende leden, 198 gewone leden, samen 228Ga naar voetnoot1), verdeeld als volgt: Curaçao 28 beschermende leden en 157 gewone leden, Bonaire 10 gewone leden, Aruba 22 gewone leden, Saba 2 gewone leden, St. Martin 3 gewone leden, St. Eustatius 4 gewone leden. Een toename van 20 gewone leden. Vergaderingen. Gehouden werden: een algemeene vergadering en drie bestuursvergaderingen. Op de algemeene vergadering hield de heer Bierman een lezing met lichtbeelden over Nederlandsch Oost-Indië. Bestuur. De heer Bierman trad op als secretaris, terwijl de heer Chumaceiro, die tot dat tijdstip de betrekking van secretaris-penningmeester vervulde, alleen de werkkring van penningmeester bleef waarnemen. De drukke werkzaamheden verbonden | |
[pagina 94]
| |
aan de vereenigde betrekking, maakten de splitsing noodzakelijk. Studiebeurzen. Eén jonge dame, die in Holland studeert, bleef een studiebeurs genieten. Bovendien werden twee beurzen toegekend, één aan een jonge dame die voor onderwijzeres in Holland zal worden opgeleid en één aan een jongen man, tot tegemoetkoming bij zijn voorgenomen studie aan de Zeevaartschool te Amsterdam. Van deze twee beurzen werd echter nog geen gebruik gemaakt wegens de groote moeilijkheden, verbonden aan het reizen naar Europa in den tegenwoordigen tijd. Geldmiddelen. Ontvangsten f 2030.18, uitgaven f 705.17, batig slot f 1325.01. In dit saldo is begrepen het bedrag, dat bestemd was voor de toegekende en nog niet genoten studiebeurzen over 1917. Verdere mededeelingen. Gedurende 1917 ondervond de Groep den invloed van de moeilijkheden als gevolg van de bijzondere tijdsomstandigheden, vooral wat aangaat de lastige verbinding met het moederland, waardoor een vlotte briefwisseling met het Hoofdbestuur niet mogelijk was. Hieraan moet het dan ook worden toegeschreven, dat nog geen vervanger op het eind van het verslagjaar was benoemd voor den heer Statius Muller, die bedankt heeft als lid van de commissie tot het nazien van de rekening en verantwoording van het hoofdbestuur in HollandGa naar voetnoot1). Aan de buitengewone omstandigheden moet het ook worden toegeschreven, dat het stichten van een boekerij alhier nog niet tot stand kwam. Het voornemen bestaat met den steun van het Hoofdbestuur zoo mogelijk een leeszaal op te richten. De groep verleende steun aan de Commissie voor Nederlandsche kinderen uit den vreemde. Door tusschenkomst van de groep werd door Zijne Excellentie den Minister van Koloniën, dank zij de medewerking van den Gouverneur, de Legeren-vloot-rolprent voor Suriname en Curaçao aangekocht. Het bestuur heeft dezen stap gedaan om in deze streken meer bekendheid te geven aan ons leger en onze vloot, vooral, omdat men daarover zoo dikwijls kant noch wal rakende uitingen hoort, die, geheel onwaar of overdreven, het aanzien van onze weermiddelen en daarmede van Nederland schade kunnen doen.
Curaçao, 5 April 1918. De Secretaris, H. BIERMAN. |
|