Buitenland.
Nederlandsche muziek te Stockholm.
Ongeveer 6 weken geleden ben ik hier na een vrij avontuurlijke reis door Finland en 215 K.M. per slede van Abo over de bevroren Oostzee naar Eckerö op de Alandseilanden in Stockholm aangekomen, en vond daar op het Consulaat juist een ‘Neerlandia’, waarin ik kon zien dat het verslag over de nieuwe Hollandsche Vereeniging in Petrograd toch nog in Holland was aangekomen. Hierdoor aangemoedigd, en toch niets te doen hebbend, daar ik op de eerste de beste gelegenheid wacht om weer naar Rusland terug te keeren, waag ik het, U een verslag te zenden van het Hollandsche concert, dat hier gisteren heeft plaats gehad.
De Concertvereeniging alhier, had 3 feestconcerten georganiseerd, een van uitsluitend Zwitsersche, een van Hollandsche en een van Zweedsche muziek, welke onder bescherming staan van de Kroonprinses Margaret en Prinses Ingeborg. Gisteravond nu heeft het tweede, het Hollandsche concert, plaats gehad. Dirigent was onze bekende Willem Kes. Als solist zou optreden Jacques Urlus, doch te elfder ure kwam een telegram, dat een zware ongesteldheid de reis onmogelijk maakte. Naar ik meen was hij bij de opera te New-York Pogingen, om Bronsgeest hier te krijgen, die in Como zat, mislukten door pasmoeilijkheden. Dus moesten wij het zonder solisten stellen, waardoor volgens veler meening het programma wel wat vol was.
Het programma luidde als volgt: Koninginnemarsch (opgedragen aan Kon. Emma) door Emile von Brucken-Fock, Twee motieven uit de derde Symphonie van Bernhard Zweers, Aan mijn vaderland: In Holland's bosschen en Op het land, De Javaansche Rhapsodie van Dirk Schäfer, Fragment uit de Opera: De Doge van Venetië van Joh. Wagenaar, Merlin en Viviane van Cornelie van Oosterzee en de Piet Hein Rhapsodie van Peter van Anrooy.
De glanspunten van den avond waren zeer zeker het tweede en het laatste nummer, terwijl ook de Javaansche Rhapsodie van Dirk Schäfer zeer in den smaak viel. Voor de talrijke aanwezige Hollanders was de geheele avond een waar genoegen, daar onze jonge Hollandsche muziek in het buitenland natuurlijk slechts zeer zelden gegeven wordt. Wellicht komt er nu door zooiets een verandering ten goede.
Willem Kes was een leider waar kracht van uitging. Hij dirigeerde met een verrassend jeugdig temperament, en wist er zoodoende vooral in de Piet Hein Rhapsodie het noodige vuur in te brengen. De groote zaal was zeer goed bezet, en stormachtige toejuichingen vertolkten telkens de gevoelens van het publiek. Aan het slot werd den ‘generalmusik-