Ingezonden.
Holland op zijn malst.
Mijnheer de Redacteur,
Eenige dagen geleden vroeg een soldaat mij te spreken. Hij had een brief ontvangen, van den krijgsraad en verzocht mij, hem te vertellen wat er in stond. Op mijn vraag of hij dan geen Hollandsch kon lezen, antwoordde hij, jawel kapitein, maar er staan zulke deftige woorden in en die begrijp ik niet.
De brief luidde als volgt:
‘De secretaris van den krijgsraad te............... geeft bij deze kennis aan U............... dat het door den krijgsraad tegen U op............ gewezen vonnis is geapprobeerd door het Hoog-Militair Gerechtshof en zal worden gepronuntieerd ter terechtzitting van den Krijgsraad van.............. des voormiddags te...... uren’.
De secretaris van den Krijgsraad enz.
Aangezien ik overtuigd ben, mijnheer de Redacteur, dat U, evenals ik, die ‘mooie’ woorden niet deftig maar dwaas vindt, doe ik U hierbij de vraag:
Kan het Alg. Ned. Verbond niet bewerkstelligen, dat krijgsraden voortaan geen brieven meer sturen, die voor den gewonen soldaat onleesbaar zijn?
U dankzeggend voor de verleende plaatsruimte,
Hoogachtend,
UEd. dw. dr.,
F.W.A.J. VAN PESKI,
R'dam, November 1917.
Res.-Kapt. L.W.I.