Buitenland.
Afdeeling ‘Nieuw Nederland’ te Nieuw-York.
Jaarverslag over 1916.
Voor deze afdeeling is het derde oorlogsjaar zonder bijzonder schokkende gebeurtenissen verloopen.
Met bijzondere kalmte werd de jaarlijksche vergadering ten kantore van onzen voorzitter, Mr. H. Baron van Oldenzeel, gehouden, aangezien tengevolge van den ernst der tijden onder de leden geen voldoende verlangen bestond om aan de bijeenkomst eenigerlei feestelijke viering te verbinden. Ook reeds in 1915 heeft dergelijke overweging gegolden. Thans echter, nu de herdenking van het tienjarig bestaan der afdeeling voor ons gaat oprijzen, hoopt een voldoend talrijk aantal leden bij uitzondering wederom de gelegenheid aan te grijpen om - onder de bijzonder te waardeeren aanwezigheid van Harer Majesteits Gezant te Washington, Zijne Ex. Ridder van Rappard, alsook van den Heer Consul-Generaal Spakler en den Heer Vice-Consul Steyn Parvé - zulk een aangenaam samenzijn ter algemeene vergadering te genieten als waarvan ‘Nieuw Nederland’ menigmaal tevoren een roep heeft doen uitgaan Ditmaal echter was onze voorzitter, zoo vaak ons aller gastheer, met groote instemming tot gemeenschappelijk gast gekozen.
Gedurende het afgeloopen jaar ontving de afdeeling van het hoofdbestuur een dringende oproeping tot het steunen van het Nederlandsche Comité ten behoeve van Nederlandsche kinderen in den vreemde. Aangezien het denkbeeld om daartoe een algemeene vergadering te beleggen door het ver uit elkaar wonende ledental geen welslagen beloofde, werd de tusschenkomst van ons medelid, de Nederlandsche Vereeniging ‘Eendracht Maakt Macht’ ingeroepen, te meer daar de meerderheid der Verbondsleden alhier ook lid daarvan is. Al was de vergadering van E.M.M., waarin het verzoek ter tafel kwam, slecht bezocht, toch werd daar nog 15.- dollar bijeengebracht en door onzen penningmeester opgezonden.
Bij de intrede van 1917 bleek het aantal leden van ‘Nieuw Nederland’ sedert het vorige jaar weinig verandering te hebben ondergaan. Een totaal van 47 leden is feitelijk opvallend gering voor een gebied, omvattende vijf min of meer volkrijke staten der Unie. Echter behooren de meesten onzer landgenooten maar al te veel tot de vlottende bevolking van Nederlandschen oorsprong, welke zich bij voorkeur vestigt in het middelwesten. Indien elk lid echter gehoor gaf aan de aanbeveling in Neerlandia om jaarlijks ten minste één nieuw lid te doen toetreden, dan zou dra een veel grooter cijfer zijn te vermelden.
Geleid door haren gewaardeerden voorzitter treedt de afdeeling evenwel vol moed en vertrouwen een nieuw levensjaar in.
J. VAN FOLKER, Secretaris.