Punt II. Ingekomen stukken en mededeelingen.
Bericht van het overlijden van Prof. Kern.
Medegedeeld wordt, dat de Voorzitter het Hoofdbestuur bij de begrafenis te Utrecht heeft vertegenwoordigd. Ook in Neerlandia is reeds hulde aan den afgestorvene gebracht. Besloten wordt aan de familie van den overledene een brief van rouwbeklag te zenden, waarin tot uiting komen de gevoelens van groote waardeering voor onzen eersten voorzitter, later ons eerelid, met wien het een voorrecht was samen te werken en die aan de Nederlandsche Wetenschap en in het bijzonder aan het A.N.V. zulke buitengewone diensten heeft bewezen.
De voedselvoorziening der Nederlanders in het Buitenland.
Medegedeeld wordt, dat naar aanleiding van verschillende klachten van Nederlanders in België en Duitschland in het begin van het jaar een adres is gericht aan den Minister van Buitenlandsche Zaken om aan te dringen op maatregelen waardoor de voedselvoorziening der Nederlanders in het buitenland beter tot haar recht kome.
Ook werden verschillende klachten aan den Minister van Landbouw overgebracht. Er blijken tot nu onoverkomelijke beletselen te zijn geweest om in den toestand een gunstige verandering te brengen.
Na eenige bespreking wordt besloten met overlegging van klachten een adres aan den Minister van Landbouw te richten en het Dagelijksch Bestuur te machtigen, wanneer het zulks noodig acht, een commissie te benoemen die het voedsel-vraagstuk voor het buitenland verder ter hand zal nemen.
Samenwerking met de Vereeniging tot Verbreiding van kennis over Nederland in den Vreemde.
Besloten wordt deze zaak naar het Groepsbestuur te verwijzen.
Samenwerking met het Nationaal Secretariaat.
Er wordt op gewezen dat in de omschrijving van het Nat. Secretariaat in de bekende advententie verschillende programpunten worden genoemd, die voor het A.N.V. samenwerking met het Nationaal Secretariaat onmogelijk maken De vraag is nu echter of toestemming zal worden gegeven naam en doel van het A.N.V. te laten opnemen op een groot reclamebiljet, dat men wil verspreiden.
Gevraagd is eerst een voor-ontwerp van die plaat te willen toezenden. Daarop is nog geen antwoord ingekomen.
Besloten wordt dit antwoord af te wachten.
Het verzoek van den Minister van Buitenlandsche Zaken betreffende de Nederlanders in het Buitenland.
Namens den Voorzitter wordt medegedeeld, dat deze na de hem in de vorige vergadering gegeven opdracht gelegenheid heeft gehad persoonlijk nader de bedoeling der Regeering te vragen. Het is hem, na bestudeering ook van de in het Verbondsarchief bestaande dossiers te dezer zake, duidelijk geworden dat de kwestie van het Onderwijs in den Vreemde slechts een bescheiden onderdeel zal uitmaken van het rapport, dat hij eerlang met zijn medeleden, de heeren Michiels van Kessenich en Schoch ter beoordeeling aan het geheele Hoofdbestuur hoopt voor te leggen.
Een lid wijst er op, dat ook het punt Landverhuizing en de verbetering der desbetreffende wet de aandacht verdient waar het geldt om de Nederlanders, die het vaderland verlaten, zoo mogelijk te helpen en met raad en daad te blijven dienen, waardoor zij niet voor het vaderland behoeven verloren te gaan.
Mededeelingen over het Kapitaalfonds.
De Administrateur doet verschillende mededeelingen omtrent zijn reizen voor het Kapitaalfonds. Ongeveer een halve ton is reeds toegezegd en spr. heeft alle hoop het doel, een ton, dit jaar te bereiken. Het vereischt wel veel tijd en moeite, ook in verband met de kantoorleiding, maar de uitslag is zeer bevredigend en op weinige uitzonderingen na ondervindt spr. veel belangstelling. Ook de rijke ervaring, die wordt opgedaan zal het Verbond ten goede komen.
De onder-voorzitter brengt warme hulde aan den Administrateur voor hetgeen hij reeds heeft bereikt.
Verslag der commissie tot naziening der Rekening en Verantwoording over 1916 (zie blz. 162).
Het goedkeurend verslag is reeds in het Augustusnummer van Neerlandia opgenomen.