denzelfden Dietschen stam samenbrengt en leert in elkander belang te stellen.
5 Maart 1913.
Het Handelsblad
(Ch. Boissevain in Van Dag tot Dag).
Steeds wil ik u verzekeren, dat mijn sympathie voor het A.N.V. nog onverzwakt is en dat ik met belangstelling Neerlandia lees.
Mej. B. DU TOIT.
Middelburg (Transvaal), 12 April 1913.
Neerlandia blijft steeds voor mij een welkome verschijning. Het is belangwekkend.
FRED. OUDSCHANS DENTZ.
Paramaribo (Suriname), 27 Juli 1913.
Neerlandia is mij altijd zeer sympathiek.
Amsterdam, 22 Aug. 1913.
S.L. VAN LOOY.
Ik wil u toch even laten weten, dat het mij een groot genot geweest is, het Afrika-nr. van Neerlandia te lezen.
Calcutta, 8 Oct. 1913.
A.A. VERHORST.
Het zou mij zeer spijten, als een jaargang van 't orgaan, waarop ik hoogen prijs stel, onvolledig zou zijn.
Den Haag, 7 Nov. 1913.
H.A.H. SAR.
Met de grootste belangstelling volg ik door middel van uw uitnemend geredigeerd orgaan het vruchtbaar werken van het Verbond.
Jhr. Mr. T.A.M.A.v. HUMALDA VAN EYSINGA.
Deventer, 20 Jan. 1914.
Dit keer is Neerlandia nog belangwekkender dan anders.
Bloesem en Vrucht 4e jaargang (1914). No. 3.
Ik neem deze gelegenheid te baat, om van mijn erkentelijkheid te getuigen ten opzichte van zooveel, dat het Verbond en Neerlandia doen voor taal en stam.
Den Haag, 29 Maart 1914.
Dr. A. SIKKEL.
Hoogst ongaarne zou ik een nummer uit de collectie Neerlandia missen, daar ik dikwijls naar geschiedkundige bijdragen speur.
Nijmegen, 8 Aug. 1914.
W.A. OOSTERDIJK.
Met de eerste post bereikten ons ook de Nov.-nrs. van Neerlandia, welks inhoud op ons allen, die hier ver van het vaderland zitten, een bijzonder opwekkenden indruk maakte in deze voor Nederland zoo moeilijke dagen.
Mexico, 11 Dec. 1914.
KAREL ANSOUL.
Niet alleen dat ik het streven van het A.N.V. bewonder, maar ik weet ook zijn tijdschrift Neerlandia te waardeeren, geen enkel nummer leg ik onvoldaan terzijde; zoowel de tekst als de illustraties stemmen mij dikwerf dankbaar ten opzichte der medewerkers en van de energieke redactie.
Amsterdam, 18 Dec. 1914.
J. LISSONE Jr.
Uw zeer belangrijk orgaan.
Maracaïbo, 19 Jan. 1915,
OTAMENDI & Co.
Met groote waardeering volgen wij in Neerlandia, wat het A.N.V. doet voor de Belgen, de militairen, alsook wat het deed ten behoeve van Chr. de Wet. Moge uw arbeid rijke vruchten afwerpen.
2 Febr. 1915.
Bestuur, Afd. Chicago.
Als getrouw lid van ons Verbond is het mij een ware behoefte ons orgaan Neerlandia te lezen.
Belgisch leger, 22 Febr, 1915.
G. ALBERT.
Zooeven ontving ik het Zuiderzee-nr. van Neerlandia. Zeer belangwekkend! Dat is onze ‘Kultuur’, vreedzame veroveringen te maken! Bovendien zijn zij goedkooper dan de bloedige.
Buda Pest, 13 Juli 1915.
A. VAN HOOGSTRATEN.
Het Zuiderzee-nr. ziet er keurig uit, is degelijk van inhoud. Gaarne mijn hulde aan de samenstellers.
Den Haag, 19 Juli 1915.
W.F. GERDES OOSTERBEEK.
Neerlandia, dat ik nog tot mijn verheugen geregeld ontvang.
Kaapstad, 13 April 1917.
C.H. MALAN.
Meer dan een lid verklaart zich verheugd over de trouwe toezending der Neerlandia's, nu te meer, terwijl zoovele andere drukwerken uit Europa hun bestemming hier niet bereiken.
Brooklijn, 28 Mei 1917.
J. VAN FOLKER.
Een beperking van Neerlandia zou treurig zijn; stond gelijk aan een ongesmeerd laten van 't raderwerk. Neerlandia is broodnoodig en beantwoordt uitmuntend aan het doel.
Parijs, 7 Juli 1917.
J. VAN DE WALL.
Uw tijdschrift werd te Celle ten zeerste op prijs gesteld.
Den Helder, 25 Juli 1917.
J. DE JONG.
In verband met mijn op handen zijnd vertrek naar Britsch-Indië, deel ik U beleefd mede, dat ik Uw tijdschrift gaarne ook daar zou willen ontvangen.
Amsterdam, 17 Aug. 1917.
J.Th. MULLER.
Wie na lezing dezer getuigenissen nog in het oog houdt, dat ons maandblad een vereenigings-orgaan is, geen wetenschappelijk, letterkundig of verpoozingstijdschrift is, en dat het maar weinig mag kosten, dien zal het zeker niet aan waardeering ontbreken; al erkennen wij gaarne, dat het nog zeer aan belangrijkheid zou kunnen winnen - niet wanneer alle schrijflustigen over kleinigheden het woord willen voeren - maar wanneer alle bekwame leden, die iets belangrijks in goeden stijl hebben mede te deelen, van Neerlandia gebruik maakten om hun gezonde nationale denkbeelden in breeden kring onder Nederlanders en stamverwanten te verbreiden, en.... als alle leden ons maandblad lazen.
Dordrecht, Aug. 1917.
C. VAN SON.