Neerlandia. Jaargang 21
(1917)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdNederl. Antillen.Van de Groep.Donderdag 19 April hield de Groep Ned. Antillen hare Algemeene Vergadering in de Societeit van het Waterfort. Hierover lezen we in de Amigoe: De zaal had een vroolijk feestelijk aanzien. Kleurig vlaggendoek omlijstte de portretten van Koningin en Prins, terwijl de Hollandsche Driekleur als gordijn aan weerszijden der ramen afhing. De Militaire Kapel zette het oude Wilhelmus in, toen de commissie van het Bestuur den Heer Gouverneur en Adjudant binnenleidde. De voorzitter, de Heer C.S. Gorsira J.P. Ez. opende de vergadering, verwelkomde Zijnhoogedelgestrenge en de leden, en benoemde eene commissie tot nazien der rekening en verantwoording. In het kort terugziende op het afgeloopen jaar kon de voorzitter dit niet zeer vruchtbaar noemen. Er werd enkele malen door het Bestuur vergaderd en een Algemeene Vergadering gehouden. De algemeene toestand was er niet naar om in feeststemming te verkeeren. Wel werd gedacht aan het bijstaan van ongelukkigen. Maar toen het bestuur gelden zou bijeenzamelen voor de Belgische kinderen en voor Hollandsche kinderen in den vreemde, bleek een andere Commissie reeds een aanzienlijk bedrag daarvoor bijeengebracht te hebben. De Voorzitter verheugt zich heden avond Kapitein Bierman te mogen inleiden. Deze spreker is niet onbekend bij het publiek. Met groot genoegen zal men Zijnweledelgestrenge weder hooren vertellen van onze Oost, waardoor dit verre land weer dichter bij onze West komt. Van deze gelegenheid maakt de voorzitter gebruik de leden van het Verbond, die in staat zijn een spreekbeurt te vervullen, op te wekken het voorbeeld van Kapitein Bierman te willen volgen. Alvorens deze zijn lezing zal aanvangen, moet echter eerst het woord gegeven worden aan den secretaris tot het uitbrengen van het jaarverslag. De voorzitter eindigde zijn inleidend woord met een heilwensch voor ons vorstenhuis naar aanleiding der verjaring van Z.K.H. den Prins der Nederlanden. Herinnerd werd aan het optreden van den blinden kunstenaar, den heer Beverwijk, aan het verleenen van studiebeurzenGa naar voetnoot1) en het wederom beschikbaar stellen daarvan. Met dankbaarheid werd de subsidie van het Gouvernement vermeld. De vorige commissie tot nazien der rekening heeft enkele opmerkingen gemaakt. Deze werden door het bestuur ter harte genomen. Steeds houdt het bestuur zich aanbevolen voor wenken en raadgevingen. Door het vertrek van den Heer De Vries kwam een bestuursplaats open, welwillend thans ingenomen door Kapitein Bierman. Deze begon nu zijn lezing met een korte overzichtelijke beschouwing van Oost-Indië. Recht uit zijn hart kwam de oprecht gemeende klacht, dat algemeen zoo weinig geweten wordt van onze Oost. Men is er aan gewend geraakt en vindt het heel gewoon, dat de Nederlanders meester zijn van het rijke Insulinde. Maar hoe weinigen weten, wat door onze voorvaderen is gedaan, geleden en gestreden om het zoo ver te brengen. Het zoeken naar den weg naar Indië is een geschiedenis op zich zelf. Kaarten hadden we niet, de Portugeezen gaven ze niet. We moesten zelf door sneeuw en ijs, door gevangenis en ballingschap, door koene reizen langs onbevaren zeeën den weg verkennen. Het aanknoopen van handelsbetrekkingen met Indië was een tweede groote moeilijkheid. Het rustig en vreedzaam in bezit houden dier uitgestrekte landen een derde. Het beschavingswerk der Nederlanders in Indië is een mooie bladzijde uit onze geschiedenis. Maar de lichtbeelden, die nu vertoond zullen worden bewijzen, dat Holland niet slechts in het verleden groot was, maar ook nu nog is. De gezichten van havenwerken, steden, verkeerswegen, sporen en bruggen, verschillende cultures, administratiegebouwen, ja, alles getuigt, dat de Nederlander zijn ouden aard van durf en doorzetten nog niet verloochend heeft. Met een hartelijk woord van opwekking om toe te treden tot het Algemeen Nederlandsch Verbond sloot Kapitein Bierman zijn onderhoudende, boeiende inleiding. De plaatjes gaven o.a. een kijk op het volksleven, op kina-, thee- en rijstcultuur, waarbij de Kapitein telkens in bewondering geraakte voor de prachtige natuur van Indië. Het is werkelijk hoogst belangrijk iemand te hooren, die er zelf is geweest en alles zelf heeft meegemaakt. De gloed der overtuiging | |
[pagina 138]
| |
bezielde den spreker, die met het grootste gemak vertelde uit zijn rijke ondervinding. Hartelijke toejuichingen gaven uiting aan de algemeene tevredenheid der vergadering, nogmaals herhaald door den voorzitter in diens slotwoord. De heer Manuel bediende het lichttoestel en maakte zich als van ouds zeer verdienstelijk voor het Verbond. De kapel speelde gedurende de rust volksliederen ter eere van den Prins. |
|